Interview: visie ministerie IenM op fietsdata

vrijdag 24 april 2015
timer 4 min
Fietsdata biedt tal van mogelijkheden om interessante informatie boven water te krijgen. Denk aan informatie over fietsbewegingen en –stromen, fietsparkeren en stallingen. De ingewonnen fietsdata kan worden gebruikt voor algemeen fietsbeleid, onderzoek en ontwikkeling van het fietsnetwerk, verkeersmodellering, fietsenstallingen en verkeersveiligheid. Bert Zinn, senior beleidsmedewerker bij het ministerie van Infrastructuur en Milieu, geeft vanuit zijn overheidsfunctie zijn visie op het onderwerp.

“We weten nog betrekkelijk weinig over de effecten van fietsmaatregelen”, begint hij. “Overal in het land worden bijvoorbeeld regionale fietsroutes aangelegd, gericht op het woon-werkverkeer. In combinatie met onder meer het stimuleren van het gebruik van de elektrische fiets zou dit moeten leiden tot het overstappen van autoforenzen op de fiets. Maar hoeveel overstappers er mogelijk zijn weten we eigenlijk niet precies. Uit sociaal wetenschappelijk onderzoek komen we tot de inschatting dat zo’n 5 procent van de woon-werk autoritten tot 15 kilometer vervangen zou kunnen worden door de fiets met de aanleg van een snelfietsroute.”

 

Beter Benutten hecht waarde aan evaluatie

Vanuit het programma Beter Benutten wordt daarom waarde gehecht aan een goede en zo uniform mogelijke evaluatie van maatregelen. Dat levert belangrijke kennis op over de effecten van maatregelen. Die uniformiteit wordt bijvoorbeeld gecreëerd door het maken van standaardvragen voor evaluatie enquêtes. In Beter Benutten 1 zijn verschillende systemen toegepast om het fietsgebruik van doelgroepen en deelnemers real-time te meten. Vaak gaat het om trackingsapp’s zoals Burn-Fat-No-Fuel, Positive Drive of B-riders. Deze apps zijn in de eerste plaats bedacht ter ondersteuning van fietsbeloningsprojecten. “Door het fietsgebruik te monitoren krijg je informatie over het daadwerkelijke fietsgebruik”, aldus Zinn. “Ook kan met deze apps vaak een extra stimulans worden gecreëerd omdat het mogelijk is om als fietser doelen voor jezelf te stellen of jezelf te vergelijken met andere deelnemers.


Data meer stroomlijnen in Beter Benutten 2

In het vervolg van Beter Benutten wil het ministerie de datastroom uit deze systemen meer stroomlijnen. Het gaat daarbij in de eerste plaats om monitoring en evaluatie. Resulteert de maatregel inderdaad in een duurzaam hoger fietsgebruik? En welk deel van de doelgroep haakt onder welke omstandigheden af? Daarnaast kunnen de data ook benut worden voor andere doeleinden, zoals tracks gebruikt kunnen worden om de doorstroming op fietsroutes in kaart te brengen. Zinn: “De vele fietsprojecten binnen Beter Benutten leveren een belangrijke bijdrage aan het beschikbaar komen van fietsdata. Het is de bedoeling dat de fietsdata straks beschikbaar komen via de marktplaats voor mobiliteitsdata.”

 

Aansluiting bij IMMA-traject voor uniforme data-inwinning

Voor het vervolg van Beter Benutten wil het ministerie meer uniformiteit aanbrengen in de inwinning en verwerking van data. “We willen daarom graag aansluiten bij het IMMA traject”, vertelt Zinn. “IMMA staat voor Integrale Mobiliteitsmanagement Architectuur. IMMA streeft ernaar om een gestandaardiseerde architectuur te ontwikkelen voor informatiediensten. Zo wordt het mogelijk om een beter inzicht te krijgen in het gebruik van de weg, het OV en de fiets, een project te evalueren én deelnemers te werven en vast te houden. Voordeel van het aanhaken bij IMMA is bijvoorbeeld dat niet elke regio een eigen app hoeft te ontwikkelen, maar dat er een standaard is waar de markt op aan kan haken. Reizigers profiteren op hun beurt via de app van extra services en marktpartijen kunnen hun businesscase rendabel maken, omdat zij meer gebruikers meer diensten kunnen aanbieden en meer data ontvangen. IMMA richt zich zowel op standaardisatie van technologie als processen.”

 

Open data

Belangrijk is ook dat data die ingewonnen worden vrij beschikbaar komen als open data. Gratis waar het gaat om data die ingewonnen zijn door overheden, en eventueel tegen betaling als de data ingewonnen zijn door marktpartijen. De gedachte is ook dat de data gebruikt kunnen worden voor het ontwikkelen van nieuwe mobiliteitsdiensten. “Als het om de data zelf gaat, zijn we bij Beter Benutten vooral geïnteresseerd in data die inzicht geven in het effect van maatregelen”, geeft Zinn aan. “Daarnaast willen we vooral randvoorwaarden scheppen die ervoor zorgen dat niet iedereen zelf het wiel moet uitvinden en zorgen dat er een standaard wordt ontwikkeld waar de markt bij aan kan haken met concrete producten. Ook stimuleren we de Beter Benutten regio’s om na te denken hoe zij na afloop van het programma en de fietsstimuleringsacties verder willen gaan en het fietsgebruik kunnen vasthouden.”

 

Lees meer over fietsdata in Verkeer in Beeld nummer 2, die op 1 mei verschijnt!


Ook op het Nationaal Fietscongres is ruimschoots aandacht voor fietsdata. U komt toch ook op 18 juni?

Het ministerie van IenM vindt het belangrijk dat fietsdata vrij beschikbaar komen als open data