Ik liep de halve marathon van Amsterdam. Met twintigduizend deelnemers is dat niet alleen een groot sportevenement, maar ook een logistieke operatie. Het parcours gaat dwars over een paar belangrijke verkeersaders, dus het trekt een wissel op de bereikbaarheid en het humeur van de stad.
Een soort ritsen on steroids
Het lijkt een beetje alsof er een tijdelijke snelweg wordt aangelegd. Iedereen gaat dezelfde kant op. Er zijn geen verkeerslichten of kruispunten. Iedereen heeft ongeveer dezelfde snelheid, maar toch gaat niemand precies even hard.
Omdat lopers worden ingedeeld op geschatte eindtijd, loop je in theorie tussen deelnemers met min of meer hetzelfde tempo. In de praktijk is het een beetje alsof je op de snelweg 100 km/u wilt rijden, maar achter iemand hangt die 90 gaat. Daar wil je langs.
En dus ben je, net zoals op de snelweg, het grootste deel van de tijd bezig met inhalen of ingehaald worden. Omdat het zo druk is, betekent dat constant speuren naar geitenpaadjes en openingen om je tussen de kudde door te wringen.
Daar komt nog eens bij dat het parcours lang niet overal even breed is. Iedere wegversmalling is een soort ritsen on steroids, zonder aankondiging, richtingaanwijzers of lijnen op de weg. Lopers reageren daar, net als automobilisten, heel wisselend op.
Je hebt verschillende types tijdens zo’n loop. Er is het lekker relaxte type, dat vooral aan het genieten is en zich niet laat opjutten door bumperklevers. Er is het sociale type, dat met een vriend of groepje collega’s meedoet en joggend en kletsend de weg blokkeert.
Het boze type geeft je een duw en een plens water als je je langs hem wurmt (ja, het is bijna altijd een hem). En er is het fanatieke type, dat geen seconde te verliezen heeft en niet met de meute mee, maar er tussendoor loopt. Die laatste ben ik, vrees ik. Ik ga van vrije plek naar vrije plek, via stoeprand, berm, vluchtheuvel. Zoals de automobilist die steeds van baan wisselt en zigzaggend over de snelweg beweegt.
In principe is - net als op de snelweg - de bedoeling dat je rechts loopt en links inhaalt. Maar ja, wat is de definitie van inhalen? Dat kan op heel verschillende tempo’s en dus krijg je bumperklevers, onnodig-links-plakkers en inhalers die inhalende mensen inhalen. Je bent inhaler en ingehaalde tegelijk. Tempo is in the eye of the beholder.
Een hardloopevenement kan wel wat leren van de snelweg. Zoals invoeg-etiquette, of in je baan blijven. Maar kan de snelweg ook iets leren van een marathon? Tijdsregistratie is misschien niet de beste prikkel voor sociaal wenselijk gedrag. Maar het zou wel leuk zijn om voortaan bij aankomst op bestemming te worden opgewacht met een medaille, een banaan en een daverend applaus.