Het openbaar vervoer staat op dit moment in de overlevingsstand. De geldpot raakt leeg en Den Haag lijkt nauwelijks bereid om de portemonnee te trekken, althans niet nu. De houding richting de ov-sector laat zich vandaag de dag samenvatten als ‘kortetermijn brandjes blussen’. Iets wat er voor heeft gezorgd dat het fundament van goed ov (veilig, betrouwbaar, snel en gemakkelijk) onder druk is komen te staan. En dat is funest voor de toekomst van het openbaar vervoer. Want zonder goede basis nu, geen goede toekomst voor het ov. Het is daarom juist nu van groot belang om ons te realiseren dat we maatschappelijke opgaven onder andere met behulp van het ov willen oplossen. Maar hoe dan?
Ook de automobilist moet zich zorgen maken om de staat van het ov
Het ov wordt nu nog steeds gezien als laatste redmiddel der mobiliteit. Een vervoersmiddel voor hen die minder succesvol zijn in het beklimmen van de sociale ladder. Alhoewel ik zeker niet ontken dat het ov een cruciale sociale functie vervult, lijken we soms te vergeten dat er ook een groep mensen is die er voor kiest om met het ov te reizen. Niet omdat ze geen auto kunnen betalen, maar omdat het ov voor hen een acceptabele keuze is. Onafhankelijk van hun motief, laten deze mensen daarmee een plekje in de file vrij. Helaas wordt hun huidige keuze met de dag onaantrekkelijker gemaakt. Minder ritten, spontane uitval door personeelstekorten, stakingen en buiten de spits moeten staan in de trein. Op het moment dat het fundament van goed ov te veel wordt aangetast, kan het zijn dat de keuzereiziger afhaakt en een andere optie gaat zoeken. En daar zit 'm nu de crux.
Wanneer dat afhaakmoment is bereikt, is voor elke reiziger weer anders. Maar het gevolg is altijd hetzelfde: minder gebruik van collectief vervoer betekent meer lopen en fietsen, maar ook zeker meer auto’s op de weg. Vergeet niet dat in één bus rustig 40 auto’s passen. Het ov kan, als onderdeel van publieke mobiliteit, een cruciale rol vervullen bij het aanpakken van de grote opgaven waar we voor staan, zoals de woningbouw- en verstedelijkingsopgave, het versterken van brede welvaart en de wens voor een inclusiever mobiliteitssysteem. Dit gaat mijns inziens niet lukken als het openbaar vervoer nu behandeld blijft worden als het laatste alternatief voor hen die niet anders kunnen reizen. Want hoe langer dit geloof blijft hangen, hoe groter de kans dat het realiteit wordt. En de dingen die we nu niet doen, gaan later een hoop geld kosten om alsnog wel te doen.
De keuzes die we nu maken zijn bepalend voor de rol van het ov van morgen. Het besef dat het minder moeite kost om een keuzereiziger te behouden dan een nieuwe aan te winnen is hierbij cruciaal. Want de keuzereiziger komt te voet en gaat te paard. Om dit te realiseren moet de focus binnen het ov-beleid nu liggen op het beschermen van het fundament van goed ov. Op een manier waarop een alternatief aan automobiliteit geboden kan blijven worden. Zodanig dat de mensen die eigenlijk liever niet willen autorijden een vanzelfsprekende keuze voorhanden hebben. Zo kunnen die keuzereizigers er samen voor zorgen dat de echte autofanatiekeling straks kan blijven doorrijden. En dat niet iedereen zich verplicht voelt om een auto voor de deur te hebben.
En de niet-(groot)-stedelijke gebieden dan? Moet die ‘dure’ dorpsbus blijven rijden? Kan een dorp van 500 inwoners wel een publiek vervoersmiddel verantwoorden? Jazeker. Het ligt er maar net aan wat de politiek ‘bereikbaarheid’ waard vindt. Vervoer op ‘het platteland’ is nu eenmaal kostbaar. Hoe kostbaar? Lastig te zeggen, want aan een gebrek aan bereikbaarheid is moeilijker een prijskaartje te hangen dan aan een buskaartje. Laten we beginnen met het aanmeten van de juiste mindset hierover en daarmee de olifant in de kamer de aandacht geven waar hij om vraagt. Het openbaar vervoer is zoveel meer dan het sukkellijntje tussen dorp en stad. Naast de invloed die het heeft op de capaciteitsverdeling op de weg, is het een onmisbare schakel in de vele opgaven waar we als samenleving voor staan. Dus ja, ook de automobilist zou zich zorgen moeten maken om het ov. En als we vandaag niet willen ingrijpen, omdat we moeten besparen op het ov, “omdat er zo weinig gebruik van wordt gemaakt”, zijn we dan niet gewoon bezig een kip-ei verhaal op te lossen door het ei maar gewoon te verwijderen?