Wanneer zijn fietsparkeernormen bruikbaar voor gemeenten?
Veel gemeenten hebben in hun beleid doelstellingen opgenomen op het gebied van betere bereikbaarheid, duurzame mobiliteit, het verhogen van de kwaliteit van de openbare ruimte en een aantrekkelijke en gezonde stad. Goede fietsparkeerfaciliteiten dragen hieraan bij. Daarom is het belangrijk om fietsparkeernormen vast te leggen in gemeentelijke beleidsregels.
Door fietsparkeernormen vast te leggen wordt er bij nieuwe ontwikkelingen voldoende fietsparkeercapaciteit gewaarborgd. Door het voorzien in voldoende capaciteit als ‘voorwaardelijk’ in bestemmingsplannen op te nemen, kan er op worden getoetst bij het verstrekken van een omgevingsvergunning en kan overlast van (extra) gestalde fietsen in de openbare ruimte worden voorkomen.
Gebruikersaantallen zijn niet voldoende
Maar alleen het vastleggen van benodigde aantallen is niet voldoende om tot kwalitatieve, goedwerkende oplossingen te komen. Om te zorgen dat stallingen daadwerkelijk gebruikt worden, zijn er een aantal minimale kwaliteitseisen. Een grote ‘weggestopte’ fietsenkelder voldoet misschien wel aan de norm voor het aantal plekken, maar wordt door matige toegankelijkheid vrijwel niet gebruikt. Met als resultaat: fietsen staan alsnog in de openbare ruimte geparkeerd en zorgen voor overlast. En veelal wordt de gemeente op de overlast aangesproken.
Ook kan de inrichting van een fietsenstalling ervoor zorgen dat een stalling maar beperkt gebruikt wordt. Het is belangrijk dat de stalling aansluit bij het soort gebruik. Vaak wordt er gekozen voor dubbellaags parkeren, met een minimale onderlinge afstand tussen de fietsen. Dit creëert een zo efficiënt mogelijke indeling in zo min mogelijk (kostbare) ruimte. Maar voor gebruikers met ‘buitenmodelfietsen’ (kratjes, kinderzitjes, dikke banden, bakfietsen), zijn deze stallingen niet bruikbaar. Zo voldoet de kostbare ruimte alsnog niet.
Minimale kwaliteitseisen voor fietsparkeren
Het aantal fietsparkeerplekken zegt derhalve niet alles (en steeds minder) over de hiervoor benodigde ruimte en over succesvol gebruik. Daarom dienen fietsparkeernormen altijd gecombineerd te worden met minimale kwaliteitseisen. Een gemeente kan deze eisen opleggen voor nieuwe ontwikkelingen.
Deze kwaliteitseisen moeten volgens Movares in ieder geval betrekking te hebben op:
- Toegankelijkheid: kunnen de beoogde fietsen binnenkomen, is het eenvoudig te bereiken, is de routing van en naar je appartement/winkel/etc. logisch?
- Vindbaarheid van de stalling: is de stalling goed vindbaar, zijn er goede verwijzingen?
- Bruikbaarheid: sluit het beoogde gebruik aan bij de inrichting (of is het eventueel flexibel in te richten)? Wanneer veel bakfietsen worden verwacht, vergt dit een andere inrichting en oppervlakte per fiets dan reguliere fietsen. Daarom is het nodig om per fietstype standaarden op te nemen in benodigd oppervlak: hoeveel m2 is nodig per fietstype?
Oproep tot contact:
Gebruikt uw gemeente al fietsparkeernormen of andere instrumenten in gemeentelijk beleid ten behoeve van nieuwe ontwikkelingen? En hoe waarborgt u dan de kwaliteit (en daarmee het gebruik) van de stallingen? Movares doet in opdracht van Tour de Force onderzoek naar het gebruik en de bruikbaarheid van fietsparkeernormen. Wij gaan graag in gesprek met u hierover.
Neemt u hiervoor contact op met Paul te Molder (paul.te.molder@movares.nl, +31(0)627115059) en Marco Duijnisveld (marco.duijnisveld@movares.nl, +31(0)611010789).