Purmerend: van autostad naar ov-stad

maandag 10 juli 2023

Sybren van Dokkum (links) en Mark Hecker voor station Purmerend, dat in 1958 werd geopend. Het ov-netwerk is toe aan een betere verknoping. © Guus Puylaert

In den beginne bevond zich er louter natte veengrond, maar inmiddels kent ‘autostad’ Purmerend vooral autowegen van en naar Amsterdam. Begeleid door adviesbureau Sweco werkt de gemeente aan een integraal handelingsperspectief, om een mobiliteitstransitie op gang te brengen. Met daarin speciale aandacht voor de vier ov-knopen.

“In Purmerend zie je echt hoe anders denken in de praktijk uitpakt”, vertelde Mark Hecker van adviesbureau Sweco me enthousiast aan de telefoon. Zo gezegd, zo gedaan. En dus spreken we elkaar enkele weken later op het stadhuis van de Noord-Hollandse Marktstad, op zo’n vijf minuten lopen van het hoofdstation dat in 1958 werd geopend.  

Van autostad naar ov-stad

Hecker staat me op te wachten samen met ruimtelijk beleidsstrateeg Sybren van Dokkum van de gemeente Purmerend. ‘Zijn’ stad staat aan de vooravond van een mobiliteitstransitie, zegt hij terwijl hij de contouren schetst. “Een “newtown” als Purmerend is niet organisch gegroeid zoals de traditionele steden. De stad heeft na de tweede wereldoorlog – toen de auto in opkomst kwam- een enorme groei doorgemaakt. De wijken en inrichting van de wegen zijn duidelijk herkenbaar aan de tijdsgeest van die periode. Purmerend heeft meerdere OV-knopen” De ruim 80.000 inwoners tellende stad heeft er vier: treinstations Weidevenne, Purmerend en Overwhere en busstation Tramplein.

Sybren van Dokkum, gemeente Purmerend: 'Een “newtown” als Purmerend is niet organisch gegroeid zoals de traditionele steden. De stad heeft na de tweede wereldoorlog – toen de auto in opkomst kwam- een enorme groei doorgemaakt'

De komende jaren worden er 10.000 woningen bijgebouwd en onder meer  het Waterlandkwartier ontwikkeld, een echte moderne stadswijk. Dat vraagt om een andere manier van denken, vervolgt Van Dokkum: meer verdichten betekent minder ruimte. Daarom stelde de gemeente in 2022 een nieuw mobiliteitsplan vast, volgens het (inmiddels populaire) STOMP-principe: stappen, trappen, OV, MaaS, privéauto.

De uitvoering

Voor de uitvoering van het handelingsperspectief, een instrument van het ministerie van I&W voor het integraal onderzoeken van het functioneren van OV-knopen, vlogen de provincie Noord-Holland, Vervoerregio Amsterdam, ProRail, NS Stations, vervoerders EBS en NS en de gemeente Purmerend Sweco in. Sweco staat aan de lat van een integraal handelingsperspectief.

Volgens projectleider Mark Hecker staat een betere afstemming tussen bus en trein daarin centraal. “Mensen reizen met de trein naar Amsterdam Sloterdijk en Schiphol, maar met de bus naar Amsterdam Centraal. De bus stopt momenteel alleen niet op alle treinstations. In samenhang met de woningbouw kan die verknoping beter.”

Mark Hecker, Sweco: 'In de huidige tijd kan een ov-knoop een icoon zijn voor duurzaamheid'

In het beleidsdocument worden 19 aspecten onderscheiden en op elk deelonderwerp een gewenst toekomstbeeld vastgesteld. Daarin schetsten Purmerend en Sweco een hoog ambitieniveau. Eén van die onderwerpen is ‘Duurzaamheid en Toegankelijkheid’. “In de huidige tijd kan een ov-knoop een icoon zijn voor duurzaamheid”, stelt Hecker. “Toegankelijkheid is ook belangrijk, maar daarin hebben we geen grote gaps gezien. Daarin doet Purmerend het al best goed.”

“De hoofdmoot van de ambities”, gaat hij verder, “is wel inpassing in de stedelijke omgeving. En ook moeten de knopen en hun omgeving meer allure krijgen, zodat het aangenaam is om te verblijven. Dat versnelt de mobiliteitstransitie.”

Tijdens het proces is reizigersdata geanalyseerd. Op busstation Tramplein werden op een gemiddelde werkdag 2190 in- en uitstappers geteld. Dat is hoger dan voor de treinstations, met respectievelijk 1300, 1280 en 870 reizigers voor de stations Weidevenne, Purmerend en Overwhere  “Dat het busaandeel zoveel groter is, zie je bijna nergens”,  zegt ambtenaar Van Dokkum. ” Ook bleek dat treinreizigers die naar Amsterdam-Noord willen, vaker vanaf station Overwhere vertrekken dan vanaf station Purmerend.

Cocreatie

Het adviesbureau en de gemeente zijn inmiddels toe aan een volgende stap: cocreatiesessies met partners NS, ProRail, de Vervoerregio Amsterdam, provincie Noord-Holland en EBS. Het belang daarvan is groot, zegt Hecker. “Het gaat niet alleen om het doel, maar ook om het proces daarnaartoe. Per sessie behandelen we per thema alle vier de ov-knopen. Sweco legt de gemeente ook kritische vragen voor. Je moet niet met twintig voorkeuren aankomen, maar focus aanbrengen in wat je wilt bereiken.”

Van Dokkum geeft ook een voorbeeld: “De gemeente wil dat het station beter aansluit op de Waterlandlaan. Deze straat is een belangrijke hoofdroute en verbinding met de binnenstad die wordt ingericht als een stedelijke boulevard. Een van de opties is het verplaatsen van het station, maar daar zit niet meteen extra vervoerwaarde in. En verplaatsing heeft ook invloed op het gebruik van de drie andere ov-knopen en is zeer kostbaar."

"De huidige stations functioneren goed, kennen geen grote knelpunten en gezien de kleine reizigersaantallen, zijn de opgaven voor NS en ProRail minder groot. Hierdoor liggen de prioriteiten soms anders dan bij de gemeente, maar NS en ProRail willen wel meedoen en -denken in wat wel mogelijk is. ”

Van papier naar praktijk

Als je verdichting wilt realiseren, gaat Hecker verder, hoort daar een knoop bij met de juiste voorzieningen en allure. “Oude historische steden kennen vaak één centraal en monumentaal treinstation, Purmerend kent meerdere stations gebouwd in de  jaren ’60. De knoop herontwikkelen in relatie tot de stationsomgeving, past bij onze ambitie.”

Hecker ziet het als voordeel dat het handelingsperspectief niet alleen ‘vanuit beleidsdocumenten is ontwikkeld, maar ook door praktijkervaringen’. “Dan blijkt dat elk station een andere functie heeft.” Tramplein heeft bijvoorbeeld een meer toeristische functie, terwijl wonen en werken centraal staan bij het station Purmerend.

Aan de noordzijde van de stad wordt een eSportcampus ontwikkeld, vervolgt Van Dokkum. Daarom moet station Overwhere zich richten op reizigers die komen voor technologie, gaming en sport. “Als 'newtown' wil je jezelf onderscheiden, omdat er geen historisch gegroeide economische infrastructuur en identiteit is. Een eSportteam uit Zuid-Korea heeft ons nog geadviseerd en een jongen met 300.000 volgers op YouTube gaat op de campus gamen. Het voordeel van virtuele sport is dat je dan ook geen heel stadion hoeft te bouwen, maar je wel alle gerelateerde banen hebt die een sportteam zoals bijvoorbeeld Ajax ook heeft. Denk aan trainers, communicatie en HR.”

Voor de gemeente waren de locatiebezoeken een echte gamechanger, zegt Van Dokkum. “Op station Overwhere gebeuren op papier nul ongelukken, maar toen we daar langsgingen gebeurde er bijna een ongeluk bij een overgang. Daar kom je tijdens zo’n locatiebezoek pas achter. Niet enkel data moeten leidend zijn.”

Eindperspectief

Dit najaar moet het handelingsperspectief af zijn. De gemeente wil het gebruiken om de samenwerking met alle partijen te versterken en zo tot een gezamenlijk beeld van de opgaven en doelen te komen zodat alle neuzen dezelfde kant op staan. Daarnaast kan het als input dienen voor een eventuele aanvraag voor het Meerjarenprogramma Infrastructuur, Ruimte en Transport (MIRT), voor Rijksfinanciering.

In de tussentijd zijn er ook quick wins te behalen. "Scheefliggende stoeptelgels, kapotte verlichting of scooteroverlast kan je op korte termijn oplossen en we kunnen op sommige plekken zeker nog vergroenen. Daarnaast kun je nu bij alle NS-stations nog gratis parkeren. Het is de vraag of dat nog past als je aan het verdichten bent en de openbare ruimte schaars wordt”, zegt Van Dokkum .

“Voor de gemeente was het locatiebezoek echt een gamechanger in het proces”, besluit hij. En Hecker concludeert: “We maken nu dus een ambtelijke journey door. Maar daarna volgt de bestuurders journey nog."