Alles voor de fiets
Steven Fleming is oprichter van Cycle Space en al bekend van zijn boek Cycle Space: Architecture and Urban Design in the Age of the Bicycle. Het vervolg, Velotopia, is ambitieus, zoals van een utopisch boek te verwachten valt.
Louter op fietstempo
In Velotopia wonen zes miljoen mensen op een vlak stuk land in een zo cirkelvormig mogelijke stad met een diameter van vijftien kilometer. Dat is mogelijk door een relatief hoge bevolkingsdichtheid van dertigduizend mensen per vierkante kilometer, vergelijkbaar met Manhattan. Er zijn geen wegen voor auto’s, aangezien auto’s de stad niet in mogen. Bezoekers die van buiten komen, komen ofwel met een snelle metroverbinding (die alleen midden in de stad stopt) of parkeren hun auto in een van de parkeergarages aan de rand van de stad. Mindervaliden kunnen zich verplaatsen met elektrische taxi’s (al dan niet zelfrijdend) die niet sneller rijden dan 15 km/uur.
Fiets gaat mee in huis
Om de hoge dichtheid van de stad te realiseren, bedacht Fleming grote appartementsgebouwen waarin overigens ook gefietst kan worden. Sterker nog: de fiets gaat mee het huis in. Alles om maar een zo hoog mogelijke snelheid te garanderen, waardoor de hele stad binnen een uur bereikbaar is. Snelle fietsers worden op verschillende niveaus gescheiden van langzame fietsers en voetgangers. Door de hoge mate van overkappingen zijn fietsers beschermd tegen regen en zon.
Utopiaan
Het klinkt behoorlijk radicaal, maar het is Fleming menens. Hij creëert niet alleen een nieuwe stad op papier, maar draagt ook concrete projecten aan voor bestaande steden, zoals New York, Kopenhagen, Newcastle (Australië) en Sydney.
Grootschaligheid voert hier de boventoon. In New York stelt Fleming voor om een aantal stratenblokken te besteden aan grote gebouwen op poten. De ruimte onder de gebouwen kunnen fietsers gebruiken om met zo weinig mogelijk obstakels van A naar B te komen. De appartementen bevinden zich in een bajonetligging in het gebouw, waardoor de verbindende gangen aflopen. Zo maak je alvast snelheid bij het verlaten van het gebouw. In de woningen zelf is ruimte voor net zoveel fietsen als er bedden zijn. De fiets gaat dus mee naar binnen.
Beren op de weg
Het valt op dat Fleming groot denkt: iets dat in de fietswereld bepaald geen gemeengoed is. Liever snel en relatief kleine successen boeken dan grote vergezichten. “Maar de fiets kan ons architectonisch verder brengen dan de trein of de auto”, aldus Fleming. Hij heeft de wind mee, want de fiets staat vol in de belangstelling. En daarin is Nederland koploper.
Is Nederland dan een lichtend voorbeeld voor hem? “Nee, dat niet. Al komt het aardig dichtbij.” Maar er zijn nog genoeg verbeterpunten te halen, volgens Fleming: “Waarom kan ik de winkel niet binnenfietsen? Ik moet nog altijd afstappen en naar binnen lopen. Dat kost tijd. Waarom zijn er geen overdekte fietspaden? Het regent in Nederland zeven procent van de tijd. Als je duizend Nederlanders zou vragen of ze overdekte fietspaden zouden willen, zou de meerderheid daar ‘ja’ op zeggen. Daar ben ik van overtuigd.”
Fietsrevolutie
De winkel of woning als drive-in voor fietsen, zoveel mogelijk overdekt doortrappen, hoogteverschillen om opzettelijk snelheid te creëren of juist te beperken: het is nog moeilijk voor te stellen. Wat voor invloed deze plannen hebben op hoe mensen precies met elkaar samenleven en of het wel wenselijk is dat de fiets in ons huis komt, daarop gaat Fleming niet echt in.
De voordelen van fietsen zijn wat Fleming betreft echter overduidelijk: het is goed voor de gezondheid en het milieu en het bevordert sociale gelijkheid. Fleming: “In Nederland zijn er beduidend minder chronische gezondheidsproblemen dan in bijvoorbeeld de VS of Australië. Dat komt door fietsen. Daarbij kampen we met enorme problemen op het gebied van overbevolking, voedsel en verkeer. Voor al die problemen zijn we oplossingen aan het verzinnen. We gaan meer in steden wonen en de landbouw wordt efficiënter, bijvoorbeeld door verticaal telen. Maar voertuigen die die producten moeten vervoeren blijven net zo smerig. Daar moet wat aan gedaan worden. Nu is de kans voor een brede coalitie om dat op te pakken.”
Door: Vincent Wever. Dit artikel is verschenen in Verkeer in Beeld 4/2017