Anders parkeren: winst voor het kind

Tekst: Wilmar Vlaskamp – OBB-ingenieursbureau

Spelen op straat, hoe doe je dat?

De straat en stoep moeten in veel gevallen gedeeld worden door diverse gebruikers: de automobilist die wil parkeren, de fietser die er fietst en vul zelf maar aan. Door al het gebruik van de openbare ruimte ontstaat de vraag of kinderen en jeugdigen nog wel makkelijk op straat spelen. Wordt deze doelgroep niet teveel weggestopt op formele speelplekken en wordt informeel spel hier niet juist ontmoedigd? Helaas is spelen op straat voor alle doelgroepen niet altijd mogelijk. Verkeer en geparkeerde auto's maken de straat tot een onaantrekkelijke plek om te spelen. Op welke manieren kan informeel spelen en dus spelen op straat aantrekkelijker en veiliger worden gemaakt?

Onderbroken speelruimte

Spelen op straat stuit vaak op een belangrijk probleem: de (geparkeerde) auto. Doordat de auto's overdag verspreid staan over de parkeervakken of langs de straat wordt de speelruimte onderbroken. Daardoor is het soms onmogelijk een balletje te trappen of andere balspelen te doen. Verder zijn de straten tijdelijk onbespeelbaar als alle auto's tijdens de spits de buurt in komen. Wanneer alle auto's in de buurt geparkeerd staan, zijn alle parkeerplaatsen vol. Hiermee wordt de informele speelruimte zeker gehalveerd en tevens versnipperd tot kleinere of smallere eenheden die nog meer spelvormen onmogelijk maken. Zeker in het weekend is dit een probleem.

Aansluitend parkeren

Om ervoor te zorgen dat er overdag zoveel mogelijk informele speelruimte is, kunnen afspraken gemaakt worden over aansluitend parkeren. Men begint dan op een paar punten met parkeren en parkeert dan steeds aansluitend aan de reeds geparkeerd staande auto's. Doordat de auto's niet verspreid staan over de parkeervakken ontstaat dan grotere aaneengesloten parkeerruimte. Tevens is de verkeerssituatie dan overzichtelijker voor de (basisschool)kinderen. In de praktijk is deze maatregelen helaas moeilijk in stand te houden; men parkeert graag de auto voor eigen deur.

Spel

Met fysieke maatregelen krijgt de jeugd meer ruimte op straat. De straat en stoep krijgt naast parkeren ook een andere functie, namelijk spel. Met belijning en dergelijke wordt verkeersdeelnemers duidelijk gemaakt dat de stoep/straat ook door de spelende jeugd wordt gebruikt. Met lijnen kan in een wegvak ruimte voor voetbal worden gemaakt. Met het aanbrengen van speelaanleidingen in verharding zoals gekleurde tegels, pleinplakkers, gekleurde betonpoefs of paaltjes wordt de ruimte als geheel aantrekkelijker als speelruimte en als leefomgeving. Waar speeltoestellen vaak hoge onderhoudskosten met zich meebrengen, kan ook gekozen worden voor pleinplakkers waarmee een afbeelding wordt gemaakt.

Formeel / Informeel

Wanneer we spreken over speelruimte worden vaak twee typen onderscheiden: formele speelruimte en informele speelruimte. Met formele speelruimte wordt de ruimte aangeduid die specifiek en exclusief is ingericht voor de speelfunctie (de speelplekken met voorzieningen). Met  informele speelruimte wordt de ruimte aangeduid waar de doelgroep leeft, woont en (veilig) kan spelen (zoals de straat, de stoep, het plantsoen en het water) maar waar geen specifieke speeltoestellen staan. Deze ruimte laat zich niet makkelijk kwantificeren. De hoeveelheid informele speelruimte wordt in ieder geval bepaald door de ruimtelijke opbouw van de wijk. De hoeveelheid, structuur en samenstelling van het openbaar groen, het water en de wegen bepalen de mate van bespeelbaarheid. Is er veel groen en water en zijn er 30 kilometerwegen met stoepen en doodlopende straten, zijn deze toegankelijk en nodigen ze uit tot medegebruik, dan is er veel informele speelruimte.

Terug naar overzicht nieuws >>>

</