Automobiliteit stijgt onder ouderen, e-bikegebruik onder jongeren

maandag 23 oktober 2017
timer 3 min
Het aantal kilometers dat reizigers aflegden per auto, fiets of met ov, bleef in de periode 2005-2016 vrijwel gelijk. De (e-)bike werd steeds populairder onder jongeren, terwijl autogebruik sterk steeg onder ouderen.

Dat zijn enkele conclusies uit het ‘Mobiliteitsbeeld 2017’ van het Kennisinstituut voor Mobiliteitsbeleid (KiM). Het document werd op 23 oktober aangeboden aan de Tweede Kamer.


Zowel in 2005 als in 2016 verliep 60 procent van het aantal afgelegde reizigerskilometers (als bestuurder of passagier) per auto, 13 procent met de trein en 8 procent met de fiets.

Auto

Het aantal door 60-plussers afgelegde autokilometers is sinds 2005 met 63 procent toegenomen. In de categorie 50-plussers is autogebruik gestegen met 19 procent. Een belangrijke verklaring hiervoor is de vergrijzing. Een andere is ‘gedrag’: ouderen zijn vaker en verder onderweg.


Onder alle Nederlanders steeg het autobezit sterk: gemiddeld 12 procent. Inmiddels bezit bijna de helft van alle huishoudens één auto en bijna een kwart twee of meer auto’s.

Fiets

Nederlanders fietsen steeds vaker en verder. Het fietsgebruik nam sinds 2005 met bijna 12 procent toe. Dat is met name te danken aan de opkomst van de e-bike. Sinds 2013 is een verjonging in gebruik van de e-bike zichtbaar. In totaal legden personen van 12 jaar en ouder 16 procent van de fietskilometers af met de elektrische fiets. Door de e-bike zijn 60-plussers meer gaan fietsen in hun vrije tijd.


Toegenomen fietsgebruik in de groep tot 30 jaar komt voor rekening van scholieren en studenten. Meer mensen zijn gaan studeren. In de vrije tijd zijn mensen tot 30 jaar meer gaan fietsen: waarschijnlijk doordat deze groep vaker in grootstedelijk gebied woont.

Openbaar vervoer

Tussen 2005 en 2016 groeide het aantal reizigerskilometers per trein met 24 procent: een jaarlijkse groei van 2 procent. Die is vooral te danken aan bevolkingsgroei en de OV-studentenkaart. De groei zit met name in vrijetijdsmotieven en verbetering van het treinaanbod.


Het treinverkeer had met bijna 6 procentpunt meer kunnen groeien, maar dat gebeurde niet door twee ontwikkelingen: het toegenomen autobezit per inwoner en de treintarieven, die harder stegen dan de gemiddelde prijsontwikkeling.


Gebruik van bus, tram en metro is vrijwel gelijk gebleven: door de jaren heen gaat vrijwel voortdurend 3 procent van alle verplaatsingen en 3 procent van alle verplaatsingskilometers in Nederland met bus, tram en metro.

Reistijdverlies

Het reistijdverlies lag in 2016 per saldo 9 procent hoger dan in 2005. Aanleg van extra stroken heeft leidde tot een reductie van het reistijdverlies op de hoofdwegen met 46 procent.Naar verwachting groeit onder invloed van een aantrekkende economie tot 2022 het verkeer met 9 procent, en het reistijdverlies met nog eens 28 procent ten opzichte van 2016.

Verkeersveiligheid

Het aandeel 70-plussers onder de verkeersdoden groeide van ongeveer 25 procent in 2005 naar zo’n 33 procent in 2016. Onder de fietsers is nu meer dan de helft (57 procent) van de verkeersdoden ouder dan 70 jaar. Zowel het aantal ouderen als het door ouderen aantal afgelegde kilometers per persoon is toegenomen. Per afgelegde fietskilometer daalt het risico om bij een dodelijk ongeluk betrokken te raken.

 

Download hier het rapport.