Berry den Brinker: 'Het moet vooral gezellig zijn tegenwoordig'
Door Karin Broer
Berry den Brinker is zelf helemaal slechtziend. Juist daarom heeft hij een scherp oog voor de zichtbaarheid van een wegontwerp. Slechtzienden zijn eigenlijk bij uitstek de deskundigen om te bepalen of een wegontwerp goed zichtbaar is, betoogt hij. Den Brinker, die al jaren op allerlei manieren die probleem aankaart, heeft ook een methode ontwikkeld, de IDED-analyse, waarbij hij met behulp van bewerkte foto’s duidelijk maakt welke maatregelen goed zichtbaar zijn.
Onzichtbare versmalling
In zijn workshop laat hij een galerij van verkeerssituaties het licht zien en sommige zijn behoorlijk ontluisterend. Een plaatje van een toegangsweg in Amsterdam laat zien dat de rijbaan met kantmarkering goed zichtbaar is, de fietspaden zonder markering en met groene bermen helemaal niet. Een ander voorbeeld toont een mooie witte vluchtheuvel, maar het fietspad dat er naast ligt, heeft alleen markering aan de binnenzijde. Een fietser die niet al te best oplet mist de versmalling aan de buitenzijde. Het waarom van wel of niet kantmarkering of asmarkering toepassen is vaak volkomen onduidelijk, vindt Den Brinker.
Gezelligheid
En dan is er de invloed van esthetiek. Of zoals Den Brinker het noemt ‘de gezelligheid’’. Hij toont een plaatje van Museumplein in Amsterdam waar de fietsroute uiteindelijk met verf moest worden aangegeven op de klinkertjes. Een grote ronde bal die op de Willemsparkweg het parkeren onmogelijk moet maken, is totaal onzichtbaar voor de slechtzienden.
Den Brinker hoopt vooral dat stedenbouwkundigen en verkeerskundigen meer met elkaar in gesprek gaan over dit onderwerp. Soms gaat het ook goed, laat hij zien. Een foto van een Amsterdamse straatje toont een natuurstenen band zien, die haast van zichzelf wat reflecterend is en zo goed zichtbaar is. Het hoeft dus niet allemaal met witte wegenverf.