‘Bestemmingen bereikbaar houden is een mensenrecht’

dinsdag 20 december 2022

Minister van Infrastructuur en Waterstaat Mark Harbers weet als geen ander dat we in een dynamische tijd leven. En dan staat er ook nog een enorme vervangingsopgave van de infrastructuur voor de deur. Toch ziet hij dat met vertrouwen tegemoet. “Het wordt een uitdaging de bereikbaarheid te garanderen, maar die uitdaging gaan we de komende jaren tackelen.”

Als minister van Infrastructuur en Waterstaat werkt Mark Harbers sinds begin 2022 ‘in het hart van de samenleving’. De VVD-politicus vindt het dankbaar werk. “Iedere Nederlander is fietser, automobilist, ov-gebruiker of voetganger. De lucht- en zeevaart zijn ook overal aanwezig en dankzij de dijken wordt iedereen beschermd tegen hoog water. Het is zichtbaar en tastbaar voor iedereen.”

Toch is het niet alleen hosanna. Amper een maand na zijn aantreden viel Rusland Oekraïne binnen en veranderde het speelveld. “Van tevoren dacht iedereen dat we de laatste coronamaanden door moesten komen. En dan is het ineens oorlog. Het zet je wel met beide benen op de grond”, erkent hij. De concrete gevolgen daarvan merkt iedere Nederlander: inflatie, stijgende energieprijzen en materiaalschaarste. 

Nieuwbouw bereikbaar houden

Daarmee staat de mobiliteit voor veel Nederlanders onder druk. “Terwijl mobiliteit essentieel is in het leven”, benadrukt Harbers. “Bestemmingen bereikbaar houden is een mensenrecht. Het wordt een grote uitdaging die bereikbaarheid te garanderen, maar die uitdagingen gaan we de komende jaren tackelen.”

Hoe? Door tot 2030, 900.000 woningen te bouwen en van goede infrastructuur te voorzien. Recent maakten Harbers, staatssecretaris Heijnen en minister De Jonge (Wonen) bekend samen 7,5 miljard euro vrij te maken voor een pakket aan integrale maatregelen. “We moeten niet eerst woonwijken bouwen en daarna pas de infrastructuur regelen, zoals in het verleden vaak gebeurde. Dus dat laten we nu gelijklopen, zowel in steden als in de regio.”

Maar nieuwe infraprojecten realiseren duurt veel langer dan nieuwe woningen bouwen. Daarom moeten slimme maatregelen worden genomen. “Van dat pakket gaat 1,5 miljard naar het versnellen van bestaande infraprojecten. En we passen infraprojecten in bestaande bouwplannen in. Dat geeft lucht.”

Auto én ov belangrijk

In de langetermijnambities van het ministerie staat duurzame mobiliteit centraal. Met investeringen in waterstof, fietsbereikbaarheid, mobiliteitshubs en deelmobiliteit staan er genoeg projecten op de planning. Toch stellen sommige mobiliteitsprofessionals dat er minder ruimte voor de auto zou moeten zijn en dat het Rijk niet alleen autobrandstoffen moet subsidiëren, maar bijvoorbeeld ook een ov-abonnement. Ook kunnen fiscale regelingen veel eenvoudiger.

Daar denkt Harbers anders over. Het beste tijdperk van de auto komt er zelfs nog aan, stelt hij. Een elektrische toekomst dan wel. “Het leven is voor veel Nederlanders helemaal niet te doen zonder auto. Een gezin met kinderen dat naar de sportclub en zwemles moet en ook nog eens boodschappen moet doen, kan dat niet met alleen fiets, ov een deelvervoer.”

Vanaf 2030 moeten alle nieuw verkochte auto’s elektrisch zijn.  Voor nu subsidieert het Rijk autobrandstoffen. “Veel Nederlanders hebben nu een brandstofauto en moeten de rekeningen kunnen blijven betalen. Met koopkrachtmaatregelen willen we mensen helpen, zodat ze niet op hun mobiliteit hoeven te bezuinigen. Datzelfde geldt voor het energieplafond, bijvoorbeeld. Je kunt helaas niet alle prijsstijgingen tegelijk aanpakken, maar je kunt mensen wel perspectief bieden.”

‘Het zal niet zonder pijn of hinder gaan’

Maar misschien wel de grootste opgave van de komende jaren, is de vervangingsopgave van bestaande auto- en spoorinfrastructuur die tijdens de wederopbouw is aangelegd. Om maar wat te noemen: zowel de Haringvlietbrug als de Van Brienenoordbrug in Zuid-Holland gaan op de schop. En de nood is hoog. “Voor de coronacrisis hadden we last van een financiële crisis en is er weinig geïnvesteerd. We moeten dus een flinke inhaalslag maken en trekken in 2023 daarom 4 miljard uit voor onderhoud en renovatie van bestaande infrastructuur. Vanuit het Mobiliteitsfonds investeren we jaarlijks nog eens 1,25 miljard extra.”

'Misschien wel de grootste opgave van de komende jaren is de vervanging van bestaande spoor- en auto-infrastructuur'

Ondertussen moet de stikstofuitstoot worden beperkt, om Natura 2000-gebieden te beschermen. Kunnen al die werkzaamheden wel doorgaan, zeker nadat de Raad van State de bouwvrijstelling onrechtmatig verklaarde? “Op de korte termijn is dat behoorlijk puzzelen”, erkent Harbers. “Het is lastig als je steeds wordt teruggefloten, maar daarom gaan we een robuuste aanpak ontwikkelen om de stikstofuitstoot verder te beperken. Door natuur te herstellen, kunnen we ook weer meer bouwen. Dat biedt perspectief op de langere termijn.”

De vervangingsopgave die voor ons staat, vraagt ook om een andere organisatiestructuur. “We hebben jarenlang een bepaalde koers gevaren, maar dat kan niet meer. Rijkswaterstaat en ProRail moeten hun organisaties op de veranderde wereld aanpassen. Daarna gaan we een langjarig programma ontwikkelen."

“Het zal niet zonder pijn en hinder gaan de komende jaren, we zijn een mammoettanker aan het omkeren”, besluit de minister. “Maar het is wel nodig om er de rest van de eeuw weer tegenaan te kunnen en bereikbaarheid voor iedereen als basis te houden. Ik hoop dat over een jaar een stuk zichtbaarder is dat de instandhouding is ingezet.” 

Dit artikel is afkomstig uit het Trendboek Mobiliteit 2023. U kunt Trends 2023 hier gratis lezen.