Betere plek voor fiets in regionale verkeersmodellen?
“Eigenlijk weten we nog weinig echt over fietsen en fietsers. Wat zijn de drukste routes en waarom? Hoeveel fietsers rijden er dan en waar komen ze vandaan, en waar gaan ze naartoe? Welke routes worden gemeden en waarom? Waar ondervinden fietsers vertraging en is dat nodig? Welke reistijden hebben fietsers op bepaalde routes en wanneer stapt een fietser alsnog in de auto?”, zegt Rogier Koopal, adviseur verkeersprognoses bij Goudappel Coffeng. Regionale multimodale verkeersmodellen zijn de instrumenten bij uitstek die antwoorden zouden moeten geven op dergelijk vragen.
Voor auto, OV en fiets
Koopal: “Ten dele doen ze dat al, maar het kan en moet echt veel beter. De fietsnetwerken zijn vaak te grof. Niet alle beschikbare kennis over de fiets zit in het verkeersmodel en bij de bouw van het verkeersmodel komt de fiets pas in beeld nadat eerst de auto, de vrachtauto en het OV aandacht hebben gekregen.”
Brabant, de NHTV, Fietsersbond en Goudappel Coffeng gaan onderzoeken hoe het multimodaal verkeersmodel echt multimodaal kan worden gemaakt, zo meldt CROW-Fietsberaad. Dus: voor auto, OV én fiets. Dit aan de hand van beschikbare data uit Bike PRINT, de Fietspotentiescan, de B-Ridersdata, beschikbare fietstellingen en het fietsnetwerk van de Fietsersbond. Het onderzoek moet de weg wijzen naar een verkeersmodel dat onder andere vragen kan beantwoorden omtrent de (fiets)effecten van maatregelen op auto- en OV-netwerken, de effecten van nieuwe (fiets)verbindingen op verkeersstromen en wat de effecten zijn van verbeteringen in het fietsnetwerk.
Hart van Brabant
Als pilotgebied is gekozen voor een deel van Hart van Brabant. Hierbij is ingezoomd op de corridor Waalwijk – Tilburg, inclusief de stad Tilburg zelf. Zo is een snelfietsroute te modelleren, inclusief de binnenstedelijke differentiatie. Een eerste resultaat ligt er inmiddels en dat zal worden gebruikt bij de actualisatie van de vijf regionale verkeersmodellen in Brabant.
Bron: CROW-Fietsberaad