Den Haag staat parkeeruitdagingen te wachten
Van de vier grote steden is het in Den Haag verreweg het goedkoopst op straat te parkeren, zegt De Leeuw. “Dat leidt ertoe dat er veel vraag is naar vergunningen. En die geven wij uit, zo lang er parkeerplaatsen worden bijgebouwd om aan de vraag te voldoen. Maar doordat er beperkte ruimte is, lopen we inmiddels wel tegen de ruimtelijke grenzen aan.”
Niet dat er de afgelopen vier jaar niets is gebeurd – parkeerbeleid stond al hoog op de Haagse mobiliteitsagenda. Zo werden het betaaldparkeergebied rondom het centrum en het aantal parkeerplaatsen in wijken met een hoge parkeerdruk uitgebreid.
“De strategie was de parkeerdruk onder de 90 procent te houden door uitbreiding van parkeerruimte en invoeren van betaald parkeren. ” De vraag naar parkeervergunningen bleek echter zo hoog (het tarief op een tweede autovergunning werd door de regering verlaagd, red.) dat wij als gemeente weer tegen die grens aanlopen”, aldus de beleidsadviseur. Het hielp daarbij niet dat het tarief voor een tweede auto de afgelopen jaren sterk verlaagd werd.
'Parkeergarages staan half leeg'
Een oplossing om de parkeerdruk op straat te verlagen, kan zijn om parkeergarages te bouwen – in Amsterdam bleek dat succesvol. Dat deed Den Haag ook. Onder andere door een volautomatische parkeergarages onder de Veenkade te bouwen. En ook bij het Toernooiveld / Museumkwartier werd net een nieuwe parkeergarage geopend.
“Maar een garage bouwen kost veel tijd en geld”, zegt De Leeuw. En inmiddels staan die garages ‘half leeg’ omdat de vergunningen op straat veel goedkoper zijn. Een parkeerplek op straat kost de gemeente Den Haag gemiddeld 150 euro per jaar en de vergunning kost bewoners 36 euro per jaar. “Dus misschien moeten we de wet van vraag en aanbod meer zijn werk laten doen.”
Politieke keuzes
“Maar dat is ook een politieke keuze: welke boodschap wil je uitdragen?” Zo wil Groep De Mos, de lokale en momenteel grootste politieke partij in Den Haag, parkeren niet duurder maar juist graag gratis maken.
In de Haagse Mobiliteitsagenda – een discussiestuk van de gemeente uit mei 2017 – staat dat de stad de komende twintig jaar 50.000 woningen wil bijbouwen. “Het is belangrijk om de woningbouwopgave voor elkaar te krijgen. Vanuit een beleid dat onnodige verkeersstromen wil voorkomen, is bouwen binnen de stad aantrekkelijk”, aldus de beleidsadviseur. “Maar daar hoort dus ook een goede omgeving en een oplossing van parkeerproblemen bij.”
Alternatieven
Dat er iets moet gebeuren, is dus duidelijk. “Er zijn dus drie opties: de prijzen verhogen, een vergunningenplafond instellen en naar alternatieven kijken, zoals deelauto’s, fietsen en ov”, besluit De Leeuw. “We willen gedragsverandering stimuleren, maar het is niet zo makkelijk om de dagelijkse routine van mensen te veranderen. Het besef dat we wat moeten is er, maar die boodschap aan de burger brengen is niet populair. Dus de politiek is nu aan zet.”