Donkere wolken boven het OV

donderdag 10 juni 2010
timer 6 min
De Commissie Gerritse presenteerde  twintig rapporten waarin voor alle beleidsterreinen besparingsvarianten zijn gesteld. Het openbaar vervoer komt aan de orde in rapport 3 'Mobiliteit en water'. Wie denkt dat het OV er relatief goed uitkomt, komt bedrogen uit. Het OV krijgt de volle laag.
Donkere wolken boven het OV


De opdracht aan de werkgroep die zich boog over het thema 'mobiliteit en water' was het vinden van structurele besparingen van 20% op het Infrafonds, € 1,7 miljard per jaar. De werkgroep heeft echter ook andere posten beschouwd.

Besparen is gemakkelijk

In zijn algemeenheid merkt de werkgroep op dat besparen op dit beleidsterrein makkelijk is: het gaat om 'minder meer', al zullen door het investeringskarakter van het beleidsterrein besparingen vooral op langere termijn gevonden worden. Budgetten die al juridisch zijn vastgelegd, zijn buiten beschouwing gelaten.

Congestie

De werkgroep heeft geanalyseerd of de economische dip van de laatste tijd tot bijstelling van gebruikte verkeersprognoses noopt. Dat blijkt niet het geval: de congestie is al op het niveau dat in de hoogste prognoses pas in 2020 is voorzien. Verder heeft de werkgroep budgetten voor beheer en onderhoud grotendeels ongemoeid gelaten omdat te weinig investeren hierin een 'sluipmoordenaar' voor de infrastructuur is. Dat is een goede keuze, hoe gemakkelijk is het immers om hierop met een eenvoudige boekhoudkundige rekensom fors te besparen. De werkgroep is verrast door de geringe aandacht voor deze forse kostenpost bij de besluitvorming, een beeld dat velen in de sector zullen herkennen.

Vergelijk auto en OV

Een aparte paragraaf (1.5) wijdt de werkgroep aan een vergelijking tussen auto en OV. Hier wordt een bom gelegd onder het vertrouwde beleid waar het OV vaak op positieve aandacht kan rekenen. Gesteld wordt dat gemiddeld 75% van de verplaatsingen per auto gaat en 5% per OV, waarbij het OV in delen van de Randstad veel beter scoort. Daarna volgt een heus 'OV-bashing': meer OV is alleen positief voor de leefbaarheid bij een zekere bezettingsgraad en afname van de autokilometers. MKBA's (Maatschappelijke kosten-baten analyses) zijn bij het OV maar in 1/3 van de gevallen positief, namelijk op plaatsen met dikke vervoersstromen en ernstige knelpunten. Verder gebruiken zwakkere doelgroepen de trein niet meer dan gemiddeld. De kosten voor de overheid van een reizigerskilometer per spoor zijn vier keer zo hoog als die van de auto. Om niet het gehele beleidsterrein te frustreren wordt gesteld dat investeringen in voor- en natransport aantrekkelijker zijn.

Tijdsdruk

De werkgroep heeft eerst alle mogelijke besparingsmogelijkheden onderzocht en daaruit een keuze gemaakt in drie besparingsvarianten: 'Prijsbeleid', 'Leefbaarheid, ruimtelijke kwaliteit & milieu' en 'Geen prijsbeleid'. De grote tijdsdruk van de werkgroep blijkt uit het feit dat de samenstelling van de varianten niet helder wordt en sommige onderzochte mogelijkheden zonder verklaring in geen enkele variant terugkomen. Verder zijn er her en der taalfouten te ontdekken, ongebruikelijk voor rapporten van het Rijk.

Voorkeur voor prijsbeleid

In alle drie besparingsvarianten wordt Anders Betalen voor Mobiliteit geschrapt. De werkgroep acht dit project technisch te complex en risicovol. Ook vervallen aanlegprojecten voor infrastructuur, in de ene variant meer dan in de andere. Het programma hoogfrequent spoor (PHS) verdwijnt in alle varianten. De werkgroep spreekt een duidelijke voorkeur uit voor prijsbeleid voor alle modaliteiten: congestieheffing bij knelpunten in het wegennet, tol voor vrachtwagens als de Duitse LKW-Maut, tariefdifferentiatie in het OV. Bij dit laatste wordt opgemerkt dat ook voor abonnementhouders en de Studentenkaart een prikkel gewenst is om niet in de spits te reizen. Afschaffing van de Studentenkaart wordt ook genoemd.

10 procent

Voor spoorvervoerders in de reizigers- en goederendienst wordt een hogere gebruikersvergoeding bepleit die treinkaartjes 10% duurder zal maken. Alleen de binnenvaart komt er genadig van af door de bescherming van de Akte van Mannheim van anderhalve eeuw oud. Goed lobbywerk is kennelijk niet alleen iets van deze tijd. Door deze vormen van beprijzing worden de effecten van het minder investeren in infrastructuur verzacht. De mening van de werkgroep is duidelijk in de conclusie over variant 3 (Geen prijsbeleid): 'De negatieve impact op de nationale bereikbaarheid en welvaart is zeer fors. …. Met deze variant wordt het meest ingeleverd op de bereikbaarheidsdoelstellingen'.

Het rapport bevat geen lijst met de projecten die per variant wel of niet doorgaan. In zo een korte tijd zou dat overigens ook nauwelijks op afgewogen wijze mogelijk zijn. De keuze van projecten zal gemaakt moeten worden aan de hand van de MKBA's of bijvoorbeeld (bij variant 2) van gevolgen voor de leefbaarheid.

Verlagen van de BDU


De werkgroep is duidelijk voor het verlagen van de Brede Doeluitkering (BDU) onder het motto 'samen trap op, samen trap af'. Hoewel het buiten de opdracht viel, is de werkgroep er ondanks alle tijdsdruk ingedoken. Door de aanbestedingswinst van de afgelopen jaren kan nu het voorzieningenniveau van het OV wel wat terug. Ook de drie niet aanbestede stadsvervoerders zullen er aan moeten geloven, verpakt in een ambtelijke volzin: 'De effecten van deze korting zouden gedeeltelijk kunnen worden gemitigeerd door verdere tariefdifferentiatie en aanbesteding'. Opmerkelijk is dat aanbesteden van het hoofdspoornet wel wordt genoemd in de bijlage met alle onderzochte besparingsmogelijkheden, maar in geen enkele van de drie besparingsvarianten terugkeert. Een verklaring daarvoor wordt niet gegeven.

Sein staat op geel

Samenvattend kunnen we constateren dat het OV meer dan evenredig door de werkgroep wordt aangeslagen. Juist de stevige onderbouwing daarvan (wat men daar inhoudelijk ook van moge denken) is reden tot zorg in de sector. De decentrale overheden kunnen een forse verlaging van de BDU tegemoet zien, MKBA's zullen een grotere rol gaan spelen en de spoorsector wordt zeker niet ontzien. En hoewel de twintig rapporten slechts een ambtelijke status hebben en in de formatie nog aan bod zullen komen, staat het sein voor de sector op geel: 'afremmen, rekening houden met stoptonend sein'.

Tijd van speeltjes is voorbij


De komende tijd zal ongetwijfeld lobbywerk plaatsvinden om de positie van het OV nog enigszins te redden. Verder lijkt het voor de sector niet erg zinvol om de komende tijd veel energie te steken in geheel nieuwe projecten. Het afblazen door de Stadsregio Rotterdam van de Stadsferry's is een treffend voorbeeld hiervan. De verwachte bezuinigingen vergen van de OV-autoriteiten een duidelijke focus op de kerndoelen van het openbaar vervoer. Alleen met een heldere visie kunnen de juiste prioriteiten worden gesteld in de besteding van de middelen. De tijd van allerhande 'speeltjes' in het OV zoals gratis reizen voor ouderen, innovatieve aandrijvingen of slecht bezette ritten op het verstilde platteland in de avond is voorbij. Het zal een hele klus worden om de basis op orde te houden en reizigersverlies te voorkomen.

Het rapport  Mobiliteit en Water kunt u hier downloaden.

Tekst: Hendrik Bouwknegt - Goudappel Coffeng

Terug naar overzicht nieuws >>>