Eerste benchmark: nog veel leren voor gezondere steden
In de benchmark zijn drie totaalscores berekend: één over het totaal aan voorzieningen en beleid in een gemeente (bestaande uit de indicatoren voor wandelen, fietsen, openbaar vervoer en schoner autogebruik), één over de vervoerswijzekeuze (het aandeel niet-autoverplaatsingen in een gemeente) en één voor de effecten van het verkeer op de omgeving (uitgedrukt in de zogenaamde ‘milieuprijzen’ van emissies, geluidsbelasting en verkeersonveiligheid).
Amsterdam
Amsterdam is de koploper ‘voorzieningen en beleid’ met een 9 als eindcijfer. Ook worden in Amsterdam de meeste niet-gemotoriseerde ritten gemaakt, 75 procent. Wethouder Pieter Litjens: "Deze score is een mooi resultaat van het beleid dat Amsterdam de afgelopen jaren heeft gevoerd. We hebben de Uitvoeringsagenda Mobiliteit waarin ruim 50 verkeersmaatregelen zijn getroffen om de stad bereikbaar te houden en ruimte te creëren voor fiets en voetganger. We zorgen voor meer ruimte op straat bijvoorbeeld door parkeerplaatsen onder de grond aan te leggen, maar ook door verkeer dat er niet hoeft te zijn te weren uit het stadshart. We hebben veel maatregelen genomen gericht op het gebruiksgemak van de fiets in brede zin. We zetten ook in op delen van fietsen, delen van elektrische auto's en aanbieden van meer vraaggestuurde alternatieven (pilot MaaS). Ook investeren we in schone lucht door elektrisch vervoer te stimuleren en milieuzones in te stellen."
Minder scoorde Amsterdam op het gebied van de effecten, vooral op geluid. Een bekend gegeven, de stad heeft een eigen Actieplan geluid, specifiek gericht tegen verkeerslawaai.
Utrecht
Utrecht eindigde als tweede met een 8 net achter Amsterdam bij het onderdeel voorzieningen en beleid. Ook het percentage niet-gemotoriseerde ritten was hoog, 68 procent, net achter de top 3 (Amsterdam, Groningen, Leiden). Lot van Hooijdonk, wethouder verkeer: "In Utrecht zijn we ervan overtuigd dat een gelukkige en gezonde stad investeert in duurzame en actieve mobiliteit. We zijn dagelijks bezig met het stimuleren en ontwikkelen van mobiliteitskeuzes die zo slim mogelijk omgaan met onze beperkte ruimte, zo min mogelijk uitstoten en bovendien zo gezond mogelijk zijn voor degene die zich beweegt." Voor Van Hooijdonk is het geen wedstrijd. "We zoeken elkaar als steden binnen en buiten Nederland geregeld op om lessen uit te wisselen. Dat helpt om samen weer een stap verder te komen. Deze benchmark helpt ons om als steden onderling nog gerichter kennis op te halen. En natuurlijk is het een prettige bevestiging dat we het als Utrecht best goed doen."
Almere
Almere scoort met een 6 een krappe voldoende op voorzieningen en beleid, maar is wel de gemeente waar inwoners het minst last hebben van verkeer. Voor de benchmark zijn de maatschappelijke kosten van emissies, geluidsbelasting en verkeersonveiligheid berekend per gemeente. Het blijkt dat Almere met 193 euro per inwoner het beste scoort. Amsterdam (258 euro per inwoner) en Utrecht (295 euro) doen het hier een stuk slechter. Het aandeel niet-auto verplaatsingen is met 50 procent dan wel weer minder dan Amsterdam (75 procent) en Utrecht (68 procent).
Frits Huis, wethouder verkeer van Almere: "De ruimtelijke opzet van de stad is een lust en een last: een lust, omdat we daardoor de verkeersveiligste stad van Nederland zijn (je mag hier zelfs niet afrijden voor je rijbewijs, het is te makkelijk volgens het CBR) en we door de ruime meerkernige opzet geluidsarm en groen wonen. De last zit hem in de afstanden, een van de redenen waarom we achterblijven op fiets. In regionaal busvervoer scoren we dan weer uitstekend. We willen komende jaren alles op alles zetten om het fietsgebruik te stimuleren, want de fiets is gezond, goedkoop en milieuvriendelijk en we hebben fantastische vrijliggende fietspaden!"
U kunt de volledige benchmark hier downloaden.
Door Karin Broer. Dit artikel is verschenen in Verkeer in Beeld 1/2018