Europa wil in 2019 klaar zijn voor verdere uitrol zelfrijdend vervoer
Europa gaat intensief samenwerken voor een vlotte introductie van zelfrijdende voertuigen. Tijdens een vergadering in het Scheepvaartmuseum in Amsterdam hebben d e Europese transportministers de handen ineen geslagen om met de Europese auto-industrie en de toeleverende (ICT) industrie over drie jaar klaar te zijn voor zelfrijdend vervoer. Aan de vergadering nam ook een vertegenwoordiger van de Europese autofabrikanten deel.
Belemmeringen wegnemen
De lidstaten gaan samen belemmeringen voor zelfrijdend vervoer wegnemen. Nationale regels voor verkeer en vervoer worden afgestemd en er komt een gecoördineerde inzet op digitale communicatie zodat auto’s in Europa overal goed met elkaar en met de weginfrastructuur kunnen ‘praten’. Daarnaast zetten de landen in op grensoverschrijdende testen zodat op basis van de praktijkervaringen de juiste stappen kunnen worden gezet om de ontwikkelingen te ondersteunen.
Voordelen
Bij de vergadering werd gesignaleerd dat zelfrijdend vervoer veel voordelen biedt. De verwachting is dat zelfrijdend vervoer veiliger is. Jaarlijks verongelukken in Europa tienduizenden mensen op de weg: negentig procent van de auto-ongelukken wordt veroorzaakt door menselijk falen.
Verder verbruiken zelfrijdende voertuigen minder brandstof, wat niet alleen goed is voor het milieu maar ook voor de portemonnee. Daarnaast zorgt zelfrijdend vervoer voor een betere doorstroming op de weg en kunnen oudere mensen langer mobiel blijven.
Verschillende systemen en regels
De aanwezige ministers delen dat er een goede gezamenlijke agenda nodig is om zelfrijdend vervoer mogelijk te maken. Europese landen kennen nu verschillen in aanpak, infrastructuur en verkeersregels. Een goede samenwerking is nodig om ervoor te zorgen dat zelfrijdende voertuigen overal soepel op de Europese wegen kunnen gaan rijden. En dat is lastig als je overal verschillende systemen en regels hebt.
De transportministers hebben afgesproken dat er in Europees verband naar de nu nog verschillende verkeersregels wordt gekeken, dat investeringen voor digitale communicatie met infrastructuur wordt afgestemd en dat grensoverschrijdend testen gemakkelijker wordt. Ook gaan de lidstaten samen de tanden zetten in vraagstukken omtrent cybersecurity, privacy, aansprakelijkheid en bescherming van data.