Hoe de aanpak A4 Delft-Schiedam versnelde

maandag 21 juni 2010
timer 6 min
De tijd die de besluitvorming rond infrastructurele projecten inneemt, kan worden gehalveerd, concludeerde de commissie Elverding twee jaar terug. Het project Aanleg A4 Delft – Schiedam, waarvoor onlangs het Ontwerp Tracébesluit werd ondertekend door de ministers van V&W en VROM, bewijst de commissie gelijk.
Hoe de aanpak A4 Delft-Schiedam versnelde

{igallery 57}

Versnelde aanpak A4 Delft-Schiedam

De besluitvorming rondom infrastructurele projecten kan worden ingekort tot de helft van de tijd, concludeerde het rapport 'Sneller en Beter' van de commissie Elverding zo'n twee jaar terug. Dat dit in de praktijk ook echt realiseerbaar is, wordt bewezen op het project Aanleg A4 Delft – Schiedam, waarvoor onlangs het Ontwerp Tracébesluit werd ondertekend door de ministers van V&W en VROM.

De A4 procedures


Hoewel er in de jaren vijftig al plannen bestonden voor een tweede snelweg tussen Den Haag en Rotterdam, duurde het nog tot 1965 voordat het Tracébesluit daarvoor werd genomen. Slechts een gedeelte van de weg werd aangelegd: protesten en onderzoeken naar alternatieven leidde tot het stilleggen van werkzaamheden en het opstarten en stoppen van nieuwe wettelijke procedures. In 2001 maakte de provincie Zuid-Holland samen met regionale partijen een plan voor algehele gebiedsontwikkeling. Dit zogenaamde IODS-plan biedt een totaalprogramma van maatregelen voor de ontwikkeling van het gebied tussen Delft en Schiedam en uitgangspunten voor de aanleg van de nieuwe A4.

IODS


Op basis van het IODS-plan startte voor de derde keer de wettelijke procedure. Onderdeel van deze procedure was een Trajectnota/MER waarin de drie mogelijke oplossingen met elkaar zijn vergeleken: de aanleg van de A4 tussen Delft en Schiedam; de aanleg van de A54 tussen Harnasch en Westerlee en de verbreding van de A13 in combinatie met een nieuwe snelweg A13/A16. In 2006 werd de Kamer geïnformeerd dat de A4 Delft-Schiedam het beste alternatief was voor milieu, leefomgeving en een goede doorstroming van het verkeer. Een rekenfout zorgde er voor dat er een herziene Trajectnota/MER-versie nodig was, die eind 2007 het licht zag en op basis waarvan de minister begin 2008 zijn bestuurlijke voorkeur uitsprak voor het aanleggen van de A4. In september 2009 werd de knoop definitief doorgehakt en begin dit jaar is het Ontwerp Tracébesluit getekend. Naar verwachting rijden in 2015 de eerste auto's over de A4 van Schiedam naar Delft en vice versa.

Procesversnelling


Richard Jorissen en Erik Blokhuis, projectdirecteuren van respectievelijk opdrachtgever RWS en adviesbureau ARCADIS vertellen over de manier waarop zulke complexe infrastructurele projecten succesvol versneld kunnen worden. In principe zijn er twee manieren om te versnellen. Ten eerste: je benut de mogelijkheden binnen de bestaande wet en instrumentarium. Jorissen: “En daarnaast kun je een versnelling realiseren door het parallel organiseren, het vervlechten van de processtappen. Lees: de verkenningsfase, het Trajectnota/MER-proces, het Ontwerp Tracébesluit en de voorbereiding op de realisatie. Bij parallel-schakelen ga je op ongeveer tweederde van een nog lopende fase al beginnen met de volgende.”


Parallel-schakelen A4


In het geval van de A4 betekende dit dat in december 2008 begonnen werd met het OTB, terwijl de MER eigenlijk pas in september 2009 volledig was getoetst. Vergelijkbaar werkt het bij de overgangen tussen de andere procesfasen, al is het vervlechten van bijvoorbeeld een planologische procedure met een aanbestedingsprocedure weer een heel andere 'tak van sport' dan die tussen MER en OTB. Jorissen: “Het vervlechten van projectfasen moet zo snel mogelijk gebeuren, maar zonder de juiste afstemming en snelheid loop je het risico dat alles juist vertraagd. Zeker in het geval van onzekere factoren en onverwachte situaties.”

Directe lijnen


Onzekere factoren en onverwachte situaties vragen om anticipatie. Zo leidde een modelrekenfout er in 2005 toe dat de Trajectnota/MER moest worden herzien. Erik Blokhuis: “Maar denk op een ander abstractieniveau aan zoiets als geluidscontouren of natuurcompensaties, die plotseling anders uitpakken en van invloed zijn op de variant die je op dat moment aan het uitwerken bent. Het is dan onze taak om daar technisch inhoudelijk in mee te denken met de opdrachtgever. Wanneer kun je een bepaalde partij het beste informeren, wanneer dien je welke soort mankracht (ontwerpers, contractdeskundigen) klaar te hebben staan, wanneer zijn extra kosten acceptabel en wanneer niet? Dat begint bij Richard die, los van alle traditionele hiërarchische lijnen, in een rechtstreekse verbinding met de minster en de top van een departement kan schakelen om zaken, die het kritisch pad van het project raken, meteen af te hechten. Directe lijnen, en de bereidheid om boter bij de vis te doen.”


Project-esperanto


Korte lijnen is ook een van de pijlers onder de projectorganisatie die RWS en ARCADIS optuigden. Jorissen: “Zo hebben we vaker dan gebruikelijk is bij dit soort projecten directeurenoverleg, waarbij we hebben afgesproken dat er geen losse eindjes op tafel mogen blijven liggen cq 'vuil op de gang blijft staan' na afloop. Vergelijkbaar hebben we op alle niveau's en in alle fasen onze platforms waarop RWS- en ARCADIS-medewerkers samenwerken. En als er kritieke projectmomenten zijn, bijvoorbeeld bij de afronding van een projectfase of een RWS-toetsing, kunnen zij zonodig direct bij elkaar kruipen, zelfs fysiek hier in Rotterdam. Omdat het zo complex is, denken wij dat je alleen een projectversneling kunt bewerkstelligen als je de hele klus via een raamovereenkomst neerlegt bij één partij die het integraal kan behappen. Alleen zo bewaak je de continuïteit en kwaliteit.” ARCADIS zorgt waar nodig voor het 'esperanto' waardoor iedereen elkaar begrijpt. Richting al die betrokken externe partijen, maar ook intern. Want een planoloog, jurist, ecoloog of contractspecialist: ze spreken allemaal hun eigen taal.


Kritische succesfactoren



Richard Jorissen:

1. gezamenlijk doel of zodanig samengesteld dat er twee aansluitende helften zijn.
2. inhoud staat voorop in het vertrouwen dat we er contractueel altijd uitgekomen.
3. commitment aan de top is dan een voorwaarde.

Erik Blokhuis:

1. De beste mensen en een goed team zijn noodzakelijk bij een dergelijk complex project.
2. De escalatieniveaus van beide partijen moeten zijn georganiseerd. Je moet elkaar kennen om snel te kunnen schakelen.
3. Bij parallelschakeling en versnellen vormen vaste teams de basis. Die vaste teams zijn capabel ingericht om een integrale aanpak te garanderen en hebben het vermogen om over de fase heen te blikken en te handelen.

Lees hier het uitgebreide artikel op basis van interviews met Blokhuis en Jorissen.

Terug naar overzicht projecten >>>