Kansen voor gebiedsontwikkeling langs de Hoekse Lijn
De ‘Hoekse Lijn’ is een voormalige NS-verbinding tussen Hoek van Holland en Rotterdam Centraal. In periode 2017-2019 is de spoorverbinding aangepast en getransformeerd naar een metrolijn. Sinds 2019 wordt de Hoekse Lijn als metro geëxploiteerd tussen Hoek van Holland en Schiedam Centrum. Vanaf daar sluit de lijn aan op de rest van het Rotterdamse metronet. Drie maanden na opening lagen de reizigersaantallen al op het niveau van de prognoses die eigenlijk drie jaar later werden verwacht. Daarmee is de verbinding een succes te noemen.
Tegelijkertijd blijkt uit de reizigersstromen dat veel mensen in de ochtendspits richting Rotterdam reizen en in de avondspits richting Vlaardingen, Maassluis en Hoek van Holland. Een op voorhand logische balans, maar het geeft ook aan dat nog sprake is van onbenutte potentie. Niet geheel onbelangrijk in dat geheel is de grote woningbouwopgave in de provincie Zuid-Holland. Tot 2040 moeten er minimaal 200 duizend woningen zijn bijgebouwd. Rijk, provincie, MRDH en gemeenten hebben de ambitie deze opgave zoveel als mogelijk binnen bestaand stedelijk gebied op goed met het OV bereikbare locaties te realiseren. De ligging en ruimte rondom de stations van de Hoekse Lijn bieden daar veel kansen toe. De potentie voor ruimtelijke ontwikkeling kan bovendien bijdragen aan het versterken van aanliggende wijken, kernen en daarmee de regio.
Ontwikkelvisie ‘Van Strand tot Stad’
Begin 2021 is de ontwikkelvisie ‘Van Strand tot Stad: ontwikkelkansen aan de Hoekse Lijn’ gepubliceerd. In deze visie zijn door stedenbouwkundig bureau De Zwarte Hond, in samenwerking met economisch onderzoeks- en adviesbureau Decisio, verschillende ruimtelijke ontwikkelkansen langs de Hoekse Lijn geschetst. In de visie is geschetst hoe het potentieel van de Hoekse Lijn als verbinding optimaal kan worden benut. Onder meer door rondom de metrolijn te investeren in woningbouw, bedrijvigheid en recreatie. Op die manier kan slim gebruik worden gemaakt van de bestaande OV-voorziening.
De visie schetst allereerst de unieke kenmerken van de bestaande kernen langs de lijn. De lijn loopt immers letterlijk van het Strand (momenteel wordt gewerkt aan het project ‘Metro aan Zee’: metrostation Strand wordt ontwikkeld en de Hoekse Lijn wordt doorgetrokken tot aan dit deel van Hoek van Holland) naar de stad. Langs de lijn liggen kernen en gebieden met hoge cultuurhistorische waarden (zoals het historische centrum van Maassluis en de oude stad van Vlaardingen) en landschappelijke en recreatieve kwaliteiten (zoals enkele natuurgebieden en de Maeaslantkering). Deze worden ontsloten met de Hoekse Lijn en verbinden de gebieden met het metropolitane gebied in Schiedam en Rotterdam.
Kansen voor integrale gebiedsontwikkeling
In de visie zijn met nadruk integrale gebiedsontwikkelingskansen geschetst. Niet alleen is gekeken naar ruimte voor wonen, juist ook voor economie. Dit om de woon-werkbalans in de regio wat meer gelijk te krijgen. Daarbij biedt de ruimte rondom metrostations ook mogelijkheden voor bedrijvigheid en onderwijs, iets waar vanuit de toename van wonen ook autonoom vraag zal zijn. Daarnaast is in de visie gekeken hoe de recreatieve en landschappelijke kwaliteiten beter benut kunnen worden, bijvoorbeeld door daar fysieke verbindingen mee te leggen, zoals fietsroutes.
Bij de verschillende ontwikkelkansen is tevens gekeken naar de huidige wijkstructuren. Daarbij zijn kansen benoemd om wijken te vergroenen, verduurzamen en om ook bepaalde uitdagingen op sociaal gebied tegemoet te treden, door bijvoorbeeld rekening te houden met bepaalde voorzieningen.
Economische en maatschappelijke potentie ontwikkelvisie
In veel stedelijke gebieden in Nederland wordt de laatste jaren ingezet op Transit Oriented Development (TOD). Dit principe gaat uit van het verdichten rondom HOV-knooppunten, precies datgene waar de visie voor de Hoekse Lijn ook op toeziet. Het belangrijkste kenmerk van TOD is op en rondom de Hoekse Lijn al aanwezig: het hoogwaardige openbaar vervoer. Dat daar niet meer in hoeft te worden geïnvesteerd maakt dat de verschillende ontwikkelingen eerder economisch en maatschappelijk zullen ‘renderen’. In de visie is ook een eerste uitwerking gegeven van de economische en maatschappelijke parameters volgens de MKBA-systematiek. In een integrale MKBA van verstedelijking en mobiliteit vormen de kosten voor HOV vaak een van de grootste kostenposten, die zijn hier dus al genomen.
In de uitwerking is daarmee vooral gekeken naar de potentiële baten van ruimtelijke ontwikkeling rondom de Hoekse Lijn. Die zijn gelegen in een potentiële toename van de leefbaarheid, door het toevoegen van ruimtelijke kwaliteit rondom de stations (zoals groen), voorzieningen en een betere bereikbaarheid. Daarnaast zorgen de ontwikkelingen voor economische kansen, uitgedrukt in regionale agglomeratiekracht, en voor een verduurzaming van het mobiliteitsgedrag. Bij deze twee laatste effecten is een vergelijking gemaakt met ruimtelijke ontwikkeling elders, op een locatie die minder goed is ontsloten met het OV. Uit data-analyse blijkt dat dit leidt tot een minder duurzaam mobiliteitsgedrag (meer autogebruik). De ‘nieuwe’ mensen die in de te ontwikkelen woningen en bedrijfsruimten gaan wonen en werken zullen vaker dan gemiddeld gebruik maken van het OV en de fiets en leggen ook vaker kortere afstanden af, dan wanneer de benodigde woningen en arbeidsplaatsen verder af zijn gelegen van een grote stad, waar ook de OV-kwaliteit lager is.