Ik ben best vaak 's nachts in touw. Ik werk of verblijf vaak tot laat in cafés en fiets of zwalk dan diep in de nacht naar huis. Het nachtleven blijft iets fascinerends. Meestal bevind ik mij 's nachts in de stad. Dan loop ik ofwel uit werk naar huis, eenzaam in mijn nuchterheid tussen de lallende kroeggangers.
Nachtleven
dinsdag 28 september 2010
3 min
Lallende kroegganger
Of ik ben zo'n lallende kroegganger, en voel me ietwat beschaamd tegenover de net ontwaakte vroege vogels die fris gedoucht in pak op de fiets zitten. Maar dat is in de stad. Laatst zat ik 's nachts in de auto op de snelweg. Ik kom maar zelden op 's lands snelwegen, laat staan 's nachts, en vergeet altijd hoe er een wereld bestaat van nachtbrakers en wegwerkers. Een wereld van mannen in oranje hesjes, die nacht in nacht uit, langs de onbeschutte wegen in de snijdende wind in de grond staan te drillen. Die onder de wakende, helverlichte ogen van honderden voorbijflitsende auto's een dampende, plakkerige laag asfalt over de weg smeren, als een travestiet die haar pokdalige huid egaliseert met een dikke laag make-up. Die boven het lawaai van vrachtwagens, drilboren en zware machines uit schuine moppen naar elkaar schreeuwen. Echte mannen.
Met broodtrommel naar de A1
Ik stel me altijd voor hoe zo'n man 's avonds met een kom Brinta aan tafel zit, terwijl zijn vrouw en kinderen bloemkool met een kaassausje eten. Hoe hij hen na de afwas welterusten kust en met zijn broodtrommel naar de A1 toogt, en de volgende ochtend zijn gezin aan de ontbijttafel ontmoet. Zij met thee en toast en hij met bier en boerenkool. Sowieso ben ik gefascineerd door bouwvakkers en wegwerkers. Die wereld van fluiten naar de vrouwtjes, sportuitslagen, zeiken over je wijf en pannenbier vind ik mateloos interessant. Als ik een dag een man zou zijn, ging ik de hele dag in de keet zitten. Hetzelfde geldt voor truckers. Grote, brede, getatoeëerde mannen, die met een hand shagjes draaien en bij de benzinepomp door pagina's vol blote tieten bladeren, terwijl ze een plastic bekertje bittere automaatkoffie en een opgewarmde gehaktstaaf wegwerken. Ik kan me uren vermaken bij een pompstation in de nacht.
Harde hand en laissez-faire
Maar waar ik naar deze mannen kijk met een mengeling van verbazing en fascinatie, heb ik vooral te doen met nachtbuschauffeurs en nachttreinconducteurs. Want wat een ellende moet het zijn om nacht na nacht vervelende, dronken, schreeuwende passagiers te proberen te besturen. Om continu op zoek te zijn naar de balans tussen harde hand en laissez-faire, en altijd op je hoede te zijn voor een lont in het kruitvat of een uit het niets verschijnend vlindermes of vuist op je oog. Om een clip-on stropdas te moeten dragen om niet gekeeld te worden en kaartjes te moeten controleren in een moeras van kots, friet en peuken. Dat je 's morgens van je vrouw eerst moet douchen voordat je aan de ontbijttafel mag verschijnen, omdat je een uur in de wind stinkt naar andermans kegel. En dat je iedere middag wakker wordt met een kater, zonder een druppel te hebben gedronken. Dan weet je dat je nachtleven een nachtmerrie is geworden.
Elise Fikse
Meer lezen? In iedere editie van Verkeer in Beeld Magazine verschijnt een nieuwe column!