‘Nationaal Toegangspunt Mobiliteitsdata: méér dan een verplichting’
Op 4 juli opende minister Harbers de nieuwe locatie van het Nationaal Dataportaal Weg- verkeer (NDW), op de veertiende etage van het provinciehuis in Utrecht. Op hetzelfde moment werd het Nationaal Toegangspunt Mobiliteitsdata (NTM) gelanceerd, dé plek waar alle mobiliteitsdata moet samenkomen.
“NDW kreeg van het ministerie van IenW de opdracht om een Nationaal Toegangspunt op te zetten, op basis van een EU-verorde- ning”, vertelt NDW-directeur Chris de Vries. “De laatste stap in dit proces was het inzich- telijk maken van multimodale vervoersdata. Samen met de andere dataknooppunten hebben we gezorgd voor een register.”
“Samen met collega Jan van Selm van DOVA en het ministerie vonden we het jammer als het daar bij zou blijven, een na- tionaal toegangspunt kan ook een portaal worden voor mobiliteitsdata. Zo is het NTM ontstaan. Alle data kan via het NTM beschik- baar komen en voor de gebruiker inzichte- lijk gemaakt worden. Het maakt dan voor de gebruiker niet meer uit waar de data precies vandaan komt. Het NTM is wat mij betreft echt een samenwerkingsverband met dataknooppunten. Gaandeweg zullen er, naast de beschikbaarheid van multi- modale data, ook andere taken en diensten aan het NTM toegevoegd, zodat je echt een nationale voorziening krijgt, bijvoorbeeld voor standaardisering en interoperabiliteit en het volgen en beïnvloeden van ontwik- kelingen in Europa.”
Wouter Quite is vanuit het ministerie nauw betrokken bij het NTM. “We willen met het NTM verder gaan dan de EU-verordening verplicht. Het gaat er namelijk niet om dat data beschikbaar is, maar vooral ook dat deze goed gebruikt worden. In Nederland is heel veel mobiliteitsdata beschikbaar, bij de NDW, bij DOVA, maar ook vanuit aanbieders van deelmobiliteit en bijvoorbeeld vanuit de automotive-kant. Steeds meer publieke en private partijen moeten deze data met elkaar delen, het NTM faciliteert hierin. We willen de gebruiker goed informeren, zo kan de data uit het NTM bijvoorbeeld gebruikt worden door navigatiesystemen om de maximumsnelheid correct weer te geven, of de data kan overstaptijden voor het openbaar vervoer inzichtelijk maken. Denk ook aan inzichtsvragen zoals ‘waar wil je een hub plaatsen’. Iedere gebruiker kan op zoek naar data voor iedere vraag, in één overzicht. Dat kan per thema, zo kan voor
de logistiek andere data relevant zijn dan bijvoorbeeld voor deelmobiliteit of verkeers- veiligheid. We willen veel doen, maar dat ook zo goed mogelijk doen.”
Chris: “We hadden het NTM ook zo kunnen invullen dat we nét aan de EU-verordening zouden voldoen, maar vanuit het ministerie is er echt de ambitie neergezet om méér te doen.We willen dit echt goed en stevig op de kaart zetten. Het NTM moet ook data ont- schotten, want de mobiliteitswereld wil nog weleens erg sectoraal ingericht zijn, maar data vanuit elk deelgebied is relevant voor de gebruiker, net als de combinatie ervan.”
“Het NTM is nu echt van de wal geduwd,
de vernieuwing moet nu beginnen. De opdracht is niet mis te verstaan. We hebben dan ook negen vacatures uitstaan hiervoor. We willen een club opbouwen die het NTM structureel opbouwt en waar kennis ge- borgd blijft, vanuit verschillende partijen. NDW faciliteert het NTM, de dataknoop- punten in Nederland werken samen met overheden en marktpartijen om het NTM te ontwikkelen. Laat het NTM maar de publieke kant invullen van het landelijk dataecosys- teem waar we zo naar op zoek zijn.