Nederland in balans: nieuwe koers voor krimpregio's gepresenteerd
De afgelopen jaren hebben Rijk, provincies, regio’s en gemeenten zich ingezet om de gevolgen van bevolkingsdaling op te vangen in de regio’s waar de trend het meest manifest is. Volgens de vijf provincies lukt het op lokaal en regionaal niveau om tot vernieuwende oplossingen te komen in de zorg, het onderwijs en economische vernieuwing.
Actieplan Bevolkingsdaling niet toereikend
Op 6 juli wordt in dit kader het nieuwe Actieplan Bevolkingsdaling van het Rijk behandeld in de Tweede Kamer, maar dit zal uiteindelijk tot grotere achterstanden leiden en de onbalans in Nederland vergroten, zo stellen de provincies.
De vijf provincies met krimpregio’s zijn van mening dat er een trendbreuk nodig is en willen het Rijk met dit positionpaper inspireren om met dit andere perspectief te kijken: integraal en gericht op het benutten van de maatschappelijke en economische potentie van deze regio’s.
Meerjarig impuls
De provincies vinden dat er voor hun krimpregio’s een structureel investeringspakket nodig is van het Rijk: een meerjarige impuls van 350-400 miljoen euro per jaar over een periode van 15-20 jaar voor onder meer om-, her- en bijscholing, goede (digitale) infrastructuur, een (sloop)fonds voor particuliere woningen en bijdragen voor de sloop, herbestemming en herstructurering van maatschappelijk vastgoed zoals scholen en sportvoorzieningen (waarvan een groot deel leeg staat of leeg komt te staan in krimpgebieden).
De grote steden hebben indertijd hun positie kunnen herstellen door ruime beschikbaarheid van nationale middelen ten tijde van de stadsvernieuwing. Hetzelfde effect zien de provincies voor de krimpregio’s als structureel en integraal aan de opgaves in deze gebieden wordt gewerkt.
Vergelijkbare problemen
De Achterhoek, De Marne, Eemsdelta, Oost-Groningen, Maastricht-Heuvelland, Parkstad, Westelijke Mijnstreek, Zeeuws-Vlaanderen en Noordoost-Fryslân zijn door het Rijk erkende krimpregio’s. Hoewel deze regio’s verschillend zijn, hebben of krijgen deze regio’s door bevolkings- en huishoudensdaling te maken met vergelijkbare problemen.
Europese grens
Vier van de vijf krimpregio’s liggen aan de grens met Duitsland of België. Daarmee vormen ze ook de poort naar Europa en dit biedt in potentie veel kansen, aldus de vijf provincies. Op sommige plekken zorgen landsgrenzen er nu nog voor dat agglomeratievoordelen (deels) bij de grens ophouden. Dit komt door bijvoorbeeld taal-, cultuur- en juridische barrières. Als deze worden geslecht, zo stellen de provincies, tellen de banen, voorzieningen en potentiële medewerkers aan de andere kant van de grens ineens wel mee en nemen de voordelen fors toe.