Onderzoek: Burgerparticipatie in de lokale politiek in opkomst
Voorbeelden
Over besteding van de 600.000 euro die de gemeente Dordrecht dit jaar voor de wijk Stadspolder uittrekt, mogen alle buurtbewoners vanaf zestien jaar meedenken. Via internet konden ze hun stem uitbrengen: meer geld voor veiligheid en jongeren of juist voor verkeersmaatregelen en parkeren? In Breda kunnen inwoners hun wensen op een website zetten. Bij voldoende 'pluimen' van anderen bekijkt de gemeente mogelijkheden voor realisatie. In Deventer kunnen bewoners iedere twee jaar projectvoorstellen doen. De ideeën die op 'verkiezingsavond' de meeste stemmen krijgen worden uit het gemeentelijke wijkbudget betaald.
Burgerparticipatie in kaart
Het Instituut voor Publiek en Politiek heeft vandaag een inventarisatie van gemeentelijk beleid en activiteiten op het gebied van burgerparticipatie gepubliceerd. In september 2009 is het Instituut voor Publiek en Politiek (IPP) in samenwerking met het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK) een onderzoek gestart naar burgerparticipatie bij Nederlandse gemeenten. Bovengenoemde instellingen signaleerden een duidelijk gebrek aan informatie over de inspanningen en resultaten van lokaal bestuur op het terrein van burgerparticipatie. Het voornaamste doel van het onderzoek was dan het in kaart brengen van burgerparticipatie op lokaal niveau.
Digitale enquête
Onderzocht werd op welke manier en in welke mate gemeenten zich bezig houden met burgerparticipatie. Hiervoor is een kwantitatief onderzoek uitgevoerd. Dit is gedaan met behulp van een digitale enquête die onder alle Nederlandse gemeenten is uitgezet. In deze enquête is naar verschillende aspecten van het breed omvattende begrip 'burgerparticipatie' gevraagd, waarbij de kwaliteit en kwantiteit aan bod kwamen. De enquête heeft een respons van 32% gekregen, 145 gemeenten hebben de enquête volledig ingevuld.
Enkele resulaten
- 66 van de 145 gemeenten hebben een participatienota hebben, dat is 45,5%.
- 83,4% van de gemeenten uit het onderzoek hebben afspraken in het collegeprogramma staan over het bevorderen van burgerparticipatie
- 21,4% van de onderzochte gemeenten geeft aan dat de raad ook zelf participatietrajecten opzet.
- Van alle deelnemende gemeenten heeft 60,7% een verordening burgerinitiatief.
- In bijna 49% van deze gemeenten is de mogelijkheid om een initiatief in te dienen niet gebruikt door burgers.
- De gemeenteraad heeft nog vaak een onduidelijke rol bij burgerparticipatie. Over de rolverdeling tussen college en raad wat betreft burgerparticipatie worden dan ook nauwelijks afspraken gemaakt.
- Ruim 46% van de gemeenten uit het onderzoek werkt met een vorm van dorps- of wijkbudgetten.
- 40,7% van de gemeenten heeft ambtenaren specifiek aangesteld om zich bezig te houden met burgerparticipatie. Daarnaast zijn er ook gemeenten waarbij alle beleidsmedewerkers activiteiten verrichten op dit terrein.
- 48% van de gemeenten onderneemt (nog) geen speciale activiteiten om moeilijk bereikbare doelgroepen tot participatie te stimuleren.
- Processen van burgerparticipatie worden weinig geëvalueerd door gemeenten.
Participatiemethoden
Bij de vraag welke participatiemethoden - waaraan alle inwoners kunnen meedoen - de
gemeente de afgelopen twee jaar gebruikt heeft, blijkt dat de (thema)bijeenkomsten en
inspraakavonden door bijna alle gemeenten gebruikt worden (beide door 93,8%).Ook de
enquête en de stads-, dorps- of wijkgesprekken zijn veelgebruikte methoden (respectievelijk
75,9% en 79,3%). De schouw wordt daarnaast door 55,9% van de gemeenten toegepast.
Het internetforum blijkt minder populair te zijn; 24,8% van de gemeenten zegt deze methode aangewend te hebben. Opvallend is dat elke gemeente aangeeft activiteiten te hebben ondernomen om haar burgers bij het lokale beleid te betrekken; geen enkele gemeente heeft het antwoord 'geen' ingevuld.
Vertrouwen in de burger
Burgerparticipatie bestaat in allerlei vormen en maten en het is een trend. Bewoners barsten van de goede ideeën, zeggen deskundigen. Oud-minister Pieter Winsemius (VVD): \"Ik heb een kist met mooie verhalen.” Hij werkt voor de Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid (WRR) aan het tweede rapport 'Vertrouwen in de burger' om een nieuwe impuls te geven aan burgerparticipatie. Eerder al was Winsemius auteur van het WRR-rapport Vertrouwen in de Buurt (2005). Hij vindt dat gemeentelijke inspanningen voor burgerparticipatie nog te veel beperkt blijven tot geld voor een buurtbarbecue of een feestje. Door burgers echt te betrekken bij de besluitvorming over hun woonomgeving zullen zij meer vertrouwen krijgen in politiek en bestuur, aldus Winsemius aan de vooravond van de gemeenteraadsverkiezingen.
Download hier het complete onderzoek.