Ov met sociale component in landelijk gebied
In de provincie Gelderland wordt onderscheid gemaakt tussen het reguliere vaste lijnennet (bestaande uit het ‘Vastnet’ en ‘Stadsnet’) en de gewenste aanvullende mobiliteitsvoorzieningen (‘Flexnet’). Samen moeten zij een volwaardig mobiliteitsnetwerk vormen. Binnen het Flexnet experimenteert de provincie samen met de gemeenten, volop met nieuwe vormen van mobiliteit. In totaal zijn inmiddels ruim 30 pilots gestart en/of alweer afgerond, waarvan er 22 dit voorjaar voor het eerst zijn geëvalueerd (zie kader).
Eerste resultaten pilots Flexnet
Uit de eerste evaluatie kunnen al eerste conclusies worden getrokken over de kansen en mogelijkheden van deze nieuwe mobiliteitsdiensten. Hierbij ligt de focus vooral op de korte termijn. De ontwikkelingen gaan immers zo snel dat het nauwelijks zin heeft om voorspellingen te doen voor de lange termijn.
Het (sterk) stedelijk gebied
Binnen (sterk) stedelijke gebieden is het huidige ov-aanbod van goede kwaliteit, zeker op de zware bundels. Maar ook deze gebieden zijn aantrekkelijk voor nieuwe mobiliteitsdiensten. Het lijkt er sterk op dat er in het stedelijk gebied een geïntegreerd vraaggestuurd en flexibel (taxi)systeem ontstaat, waarbij ook de (deel-)fiets in de stad een steeds belangrijkere feederende functie lijkt te krijgen. Een systeem als BrengFlex kan hiervoor een goede basis vormen. Zeker als dit wordt geïntegreerd met het doelgroepenvervoer (regiotaxi) liggen er kansen. De techniek is inmiddels in staat om een dergelijk flexibel taxisysteem mogelijk te maken. De uitdaging ligt dan ook vooral op organisatorisch vlak.
Het landelijk gebied
Door de veel kleinere mobiliteitsvraag zijn de landelijke gebieden veel minder aantrekkelijk voor nieuwe (commerciële) mobiliteitsdiensten. Hier ligt daarom een belangrijke maar lastige opgave voor de overheid om toch een passend antwoord te bieden voor (de relatief kleine groep) mensen die niet zelf in hun mobiliteitsbehoefte kunnen voorzien. Het blijkt dat kleinschalige mobiliteitsoplossingen die vanuit de bevolking ontstaan en ook echt gedragen worden door de gemeenschap, het best functioneren, zoals Naoberbus, Vlearmoesbus of dorpsauto’s Oude IJsselstreek). Deze initiatieven spelen, juist door hun kleinschaligheid en verankering binnen de dorpsgemeenschap, optimaal in op de behoeften en wensen van de doelgroep. Het gaat daarbij om meer dan mobiliteit alleen: ze brengen mensen bij elkaar, versterken de sociale cohesie en bieden een moment van gezelligheid). Ook de pilot Automobiel Tiel, ontstaan vanuit het servicepunt Thuiswonen, is erg succesvol. Succesfactoren zijn ook hier de gedrevenheid van individuele initiatiefnemers en de sociale component (directe link met huisartsen, thuiszorginstellingen en ziekenhuizen). Bovendien vervult de gemeente een positieve rol door zich aan het concept te verbinden.
Hiermee bieden al deze initiatieven echt meerwaarde in aanvulling op, of in plaats van het reguliere openbaar vervoer en de regiotaxi. Daarnaast zorgt de sociale verankering ervoor dat vrijwilligers eenvoudig kunnen worden gevonden en ook de lokale middenstand meestal bereid is te sponsoren. Deze initiatieven kunnen zich dan ook over het algemeen goed financieel bedruipen. Financiële hulp bij de aanschaf en afschrijving van voertuigen is echter wel (vaak) nodig om voor continuïteit te zorgen. Ook is het opschalen van dergelijke lokaal verbonden initiatieven een uitdaging.
Rol van de overheid
In de praktijk blijkt de markt de geschetste (technologische) ontwikkelingen steeds meer op te pakken en allerlei nieuwe mobiliteitsdiensten te initiëren. De overheid kan haar rol dan beperken tot aanjager en regisseur. Immers, de reiziger dient alle losse mobiliteitsdiensten straks te ervaren als één samenhangend mobiliteitssysteem, zowel qua planning, reservering als betaling. Daarnaast is het van belang dat de overheid zorgt voor een gelijk speelveld voor alle marktpartijen. Zij moeten kunnen beschikken over dezelfde mobiliteitsdata zodat geen informatiemonopolies ontstaan die de marktwerking verstoren.
Onderzochte pilots Flexnet provincie Gelderland
Vraagafhankelijk openbaar vervoer
Kolibrie: vraaggestuurde ritten in de avonduren/weekend
Nachtvlinder: vraaggestuurde ritten in de avonduren, één vaste opstaphalte, rest van de route afhankelijk van feitelijke vervoersvraag
BrengFlex: vraaggestuurd halte-halte deeltaxisysteem
Regiotaxi
Regiotaxi Kort (Dagvlinder): omzetten drukke vraaggestuurde regiotaxiritten in vaste ritten
Optimalisatie regiotaxivervoer ziekenhuis Gelderse Vallei: klanten regiotaxi verleiden om vaker gebruik te maken van regulier ov
Analyse productkenmerken Regiotaxi: simulatiestudie optimalisatie planningsproces
Vraagafhankelijk besloten vervoer
Naoberbus Berkelland: particulier initiatief met eigen rolstoelbus
De Vlearmoesbus Neede: particulier initiatief met eigen rolstoelbus
Dorpsauto’s Oude IJsselstreek (Netterden en Breedenbroek-Voorst)
Personenautodeeldiensten
MobielGedeeld: dorpsauto’s Achterhoek met geautomatiseerde back office
Vervoerstuinen Rivierenland (Culemborg en Appeltern): e-deelauto’s en -scooters
AutoMobiel (Tiel) vrijwilligersvervoer met privéauto
Flip n Klaar Tiel: autoverhuur en autodelen, e-bike en carpooling
Fiets(deel)diensten
ByCycle: e-bike voor scholieren
KeoBike: deelfietsen Syntus
PvE E-fietskluizen: standaardisering overheidseisen fietskluizen
Informatiediensten
Combitrip: multimodale reisplanner met fietsmodule
Ikwilvervoer.nl 2.0: alle vervoersmogelijkheden per gemeente
De reiskoffer: hulpmiddelen reizen voor mensen in een kwetsbare positie
Banner 9292: doorklikmogelijkheid naar andere vervoersdiensten (regiotaxi)
Combinatie goederen- en personenvervoer
Cargo Hitching: goederenvervoer naar Millingen aan den Rijn via lijndienst naar de Ooijpolder
Dit artikel is geschreven door Frans Gommers (XTNT) en Ina van der Veen (provincie Gelderland) en verschenen in Verkeer in Beeld 6/2017