Overijsselse rayoninspecteurs minuten sneller bij incidenten
Voordat de provincie overstapte op T&T, werden meldingen vanuit de politiemeldkamer en VCNON doorgegeven aan de calamiteitencoördinator van de provincie, die op zijn beurt één van de rayoninspecteurs opbelde. Binnen kantooruren kon dit elke willekeurige rayoninspecteur zijn, buiten kantooruren was dat één van de rayoninspecteurs met bindingsdienst.
Werking track and trace
Door de implementatie van een T&T-systeem in alle dienstauto’s is hun locatie zichtbaar in de VCNON. Ook ziet de verkeerscentrale van wie de auto is en wat het telefoonnummer van de rayoninspecteur is. Overdag hebben alle rayoninspecteurs hun T&T systeem op ‘beschikbaar’ staan, ’s nachts en in het weekend alleen de rayoninspecteurs met bindingsdienst.
Evaluatieresultaten
De provincie Overijssel hanteert een streef-aanrijdtijd van 30 minuten bij meldingen, met een uitloop naar maximaal 45 minuten. Een evaluatie van de aanrijdtijden in 2014 toonde aan dat de weginspecteurs in 42 procent van de situaties binnen 30 minuten aanwezig waren en in 65 procent van de situaties binnen 45 minuten.
Evaluatieresultaten van 2016 laten een aanzienlijke verbetering zien. Met name in de ochtendspits en overdag is het percentage ‘binnen 30 minuten aanwezig’ bijna verdubbeld (respectievelijk van 48 naar 83 en van 37 naar 75 procent). Ook in de avonden en nachten is een lichte verbetering zichtbaar. In minder dan 10 procent wordt dan de aanrijdtijd van 45 minuten niet gehaald, tegenover 36 procent in 2014. Ook is de gemiddelde aanrijdtijd met bijna 5 minuten gedaald.
Conclusies
Een belangrijke oorzaak van deze verbetering is dat de verkeerscentrale beter kan zien welke rayoninspecteur het dichtste bij is. Bovendien zit de calamiteitencoördinator nu niet meer als schakel tussen de VCNON en de rayoninspecteur.
Vervolg en ambitie
Overijssel heeft nu een jaar ervaring opgedaan met de werkwijze T&T en de samenwerking met de VCNON en is tevreden met de geboekte vooruitgang van de aanrijdtijden. Er wordt nu gekeken of er nog meer tijdwinst te boeken is in het proces, door jaarlijkse monitoring van de aanrijdtijden en evaluaties van het werkproces.