Parkeren inzetten bij CO2-reductie
Van der Meer heeft een hotelmanagement-achtergrond maar zit sinds 2008 in de onlinewereld (Booking.com en Catawiki). Daar hield ze zich bezig met de vertaalslag van data-analyse naar productinnovatie. Ze besloot over te stappen naar Parkmobile omdat de grotere doelstelling van het bedrijf – het faciliteren van duurzame mobiliteitsoplossingen voor steden – haar aansprak. “Parkmobile wil met haar data gemeenten helpen om hun maatschappelijke doelstellingen voor de stad te realiseren. Zoals het autovrij of autoluw maken van het centrum. Zo hebben we zowel in Parijs als in Londen programma’s lopen waarbij we niet meer kijken naar het aantal transacties, maar naar het verplaatsen van die transacties naar andere delen van de stad om zo versneld bij te dragen aan duurzame CO2-reducties.” Van der Meer is managing director voor de Benelux en heeft twee verantwoordelijkheden. “Ten eerste de oudste markt, de Benelux, waar het bedrijf al sinds 2000 actief is. De tweede is een groepsverantwoordelijkheid: de group’s customer experience. Daarbij zorgen we met behulp van alle gebruikersdata op het platform dat onze users happy zijn en blijven.”
De voornaamste trend die Van der Meer signaleert is de versnelling van de CO2-reductie. Zo is onlangs op de klimaatconferentie in Zuid-Korea besloten dat er in 2050 geen CO2-reductie meer mag zijn in de binnensteden. “Je ziet dat dit leidt tot versnelde interesse in het landschap van mobiliteit en in de bijdrage die mobiliteit kan leveren. Het houdt ook in dat we meer en beter in gesprek raken met gemeenten en met off-street parkeerlocaties – zowel in privébeheer als van commerciële partijen – als alternatief voor on-street parkeren.” Van der Meer vindt het belangrijk dat Parkmobile zich op dit aspect focust: “We moeten niet de pretentie hebben dat we alles in de mobiliteitswereld kunnen oplossen.”
Londen en Parijs
Een mooi voorbeeld van hoe Parkmobile gemeenten wil helpen bij de CO2-reductie is Londen. “Westminster, het financiële district in Londen, heeft besloten om aan auto’s met fossiele brandstoffen een duurdere parkeervergoeding voor straatparkeren te vragen dan aan elektrische auto’s. We zien dat dit momenteel leidt tot een afname van het aantal transacties, omdat auto’s op fossiele brandstoffen nog ver in de meerderheid zijn. Toch weten we dat dit het juiste is om te doen en zorgen we met onze data en onze services dat ons eigen verdienmodel prima overeind blijft.”
In Parijs was het een andere situatie. “Daar gaf de gemeente aan geen enkel inzicht te hebben in de toestroom van mobiliteit in de stad. Waar komen de auto’s binnen en waar is de druk het grootst? Wij hebben daarvoor een dashboard gebouwd met realtime data en lead maps over parkeertransacties. Daarmee kunnen ze zien in alle arrondissementen met betaald parkeren hoe druk het is en op welke tijdstippen. Met die data kunnen zij bijvoorbeeld besluiten bepaalde arrondissementen autovrij te maken en te sturen waar en tegen welk tarief geparkeerd kan worden. Op dat platform in Parijs kunnen overigens ook concurrerende providers aansluiten, waardoor de gebruiker vrij is in zijn keuze met welke commerciële parkeeroplossing hij wil werken.”
Samenwerking voor hoger doel
Parkmobile wil de gemeenten vanwege de CO2-reductie helpen om de auto’s van de straat naar de garage te krijgen. “De parkeerbehoefte blijft namelijk, ongeacht het type auto en het type brandstof.” Daarom staat het bedrijf ook open voor samenwerking. “Dat is met partijen als ParkBee, een technology provider die met alle bestaande partijen samenwerkt. Maar ook met slagboomfabrikanten en met commerciële en gemeentelijke exploitanten van garages zijn we of gaan we in gesprek. Ik zie dat al die partijen er ook voor openstaan vanwege het hogere doel. Hoe we dat gaan inrichten en hoe de verdienmodellen eruit zullen zien, zal de toekomst moeten uitwijzen.”
Van on-street naar off-street
Het brengt Van der Meer bij een belangrijke accentverschuiving binnen het bedrijf. “De eerste achttien jaar hebben we ons beziggehouden met straatparkeren, de komende twintig jaar moeten we zorgen dat de garages beschikbaar worden gesteld voor de gebruiker. Door dat te doen kunnen gemeenten echt gaan sturen, hetzij op basis van eigen informatie, hetzij op basis van onze informatie. Bovendien heeft het ook voor de gebruiker een voordeel: hij krijgt waarschijnlijk een goedkoper alternatief dat ook nog eens bijdraagt aan CO2-reductie.” Ze noemt het voorbeeld van de Engelse stad Nottingham, die besloten heeft om straatparkeren fors duurder te maken en garageparkeren veel goedkoper. “Dat is een enorm statement, maar wel de juiste keuze om de omslag van on-street naar off-street te faciliteren. Je dwingt namelijk als gemeente de gebruiker om anders naar parkeren te kijken en krijgt daarvoor openbare ruimte op straat terug met meer duurzaamheid als een platte parkeerplaats.”
Dit artikel is verschenen in het Trendboek Mobiliteit. Lees ook:
- 'Hoeveel ongelukken moeten er nog gebeuren?'
- 'We moeten de discussie voeren, maar wel op basis van de feiten'
- Duurzaamheid van mobiliteit: Deelsystemen dienen het collectief
- Meer asfalt is de grootste voorspeller van meer files
- Onstuimige nieuwe markt genaamd Mobility as a Service
- De potentie van deelauto's
- Smart mobility in landelijk gebied kent andere probleemdefinitie