Parkeren van elektrische auto’s

dinsdag 22 november 2011
timer 6 min
De samenstelling van het  wagenpark zal de komende jaren met de komst van de elektrische auto danig veranderen. De oplaadfaciliteiten voor de elektrische auto in de openbare ruimte moeten worden  beheerd. Wat betekenen deze nieuwe ontwikkelingen voor het parkeerbeleid, voor de bestaande verkeersinfrastructuur en voor de huidige exploitatie van parkeersystemen?

Parkeren van elektrische auto’s

 

Huidige stand van zaken


Verkeersmanagement is het informeren, geleiden en regelen van het verkeer, afhankelijk van het verkeersbeeld en de op het specifieke moment van toepassing zijnde managementdoelstellingen. De managementdoelstellingen zijn een mix van doelstellingen op het gebied van Doorstroming, Veiligheid en Milieu. Tot voor kort vond verkeersmanagement alleen plaats met behulp van systemen langs de kant van de weg, autonoom of aangestuurd vanuit een verkeerscentrale. Een parkeerverwijssysteem is hier een voorbeeld van.

Met een navigatiesysteem krijgt de automobilist tegenwoordig ook informatie in de auto. Als eerste applicatie werd de actuele verkeerssituatie in het navigatiescherm van de auto gepresenteerd. Hierop anticipeert de routeplanner. Momenteel worden coöperatieve systemen ontwikkeld waarbij auto’s onderling (V2V, ‘Vehicle to Vehicle’) en auto’s met verkeersmanagementsystemen langs de weg (V2I, ‘Vehicle to Infrastructure’) communiceren om informatie uit te wisselen. Hierdoor komen steeds meer gegevens van auto´s beschikbaar (denk aan positie, voertuigtype, bestemming, etc.). Met deze informatie worden applicaties ontwikkeld om het verkeer te geleiden op basis van het verkeersbeeld op korte termijn. Met niet-coöperatieve systemen is dit tevens mogelijk, alleen de kennis over de gegevens van een individueel voertuig geeft een veel nauwkeuriger korte termijnbeeld. Een voorbeeld van een nieuwe applicatie is parkeerrouteverwijzing die de automobilist op het navigatiescherm kan verwijzen naar een vrije parkeerplaats op straat of in een parkeergarage. Hij zal daarmee nog sneller op de plaats van zijn bestemming komen.

Eerste generatie elektrische auto’s


Vrijwel alle automerken hebben dit jaar een elektrische auto aangekondigd of op de markt gebracht. De angst voor onvoldoende actieradius (‘range anxiety’) en de onbekendheid met de locaties van de laadpunten zijn twee facetten die consumenten mogelijk belemmeren bij de aanschaf van een elektrisch voertuig. De consument wil actuele verkeers- en reisinformatie, energiezuinig kunnen rijden, begeleiding naar een vrije parkeerplaats, begeleiding naar een vrij laadpunt en informatie over de betaalfaciliteiten bij het laadpunt. Hoe kan hierin worden voorzien?

Onderzoek bij de elektrische auto is vooralsnog vooral gericht op de verdere ontwikkeling van batterij, motor en voertuigtechnologie. Integratie met het transportsysteem en de energievoorziening is echter essentieel voor de acceptatie en het gebruik van elektrische voertuigen op uitgebreide schaal.
Deze schaalgrootte is van wezenlijk belang om een gepast antwoord te hebben op de toenemende mobiliteitsvraag, de congestie, de groeiende verstedelijking, de afnemende beschikbaarheid van fossiele brandstoffen en de vereiste emissievermindering.


‘Smart Grid’, het slimme energienetwerk


Het opladen van een elektrisch voertuig is te vergelijken met het energieverbruik van een normaal huishouden. De energievoorziening dient hiervoor geoptimaliseerd te worden door het elektriciteitsnet te migreren naar een zogenoemde ‘Smart Grid’. Dit is een elektriciteitsnet waaraan een meet- en regelsysteem is toegevoegd om de vraag en aanbod van energie optimaal op elkaar af te stemmen. Het doel uiteindelijk is om een robuuster, milieuvriendelijker en goedkoper energienet te creëren om zo de aanzienlijke toename van de vraag naar elektrische energie aan te kunnen. De elektrische auto kan daarbij als alternatief dienen voor het opvangen van piekbelastingen; wanneer er te weinig stroom zou zijn kan de elektrische auto aanvullend stroom aan het woonhuis leveren.
 

Integratie in transportsysteem


Om de integratie binnen het transportsysteem te waarborgen, dient verkeersmanagement rekening te gaan houden met de afwijkende rijeigenschappen van elektrische voertuigen. Met coöperatieve systemen wordt hierop geanticipeerd. Elektrische auto’s zullen worden voorzien van navigatie in de vorm van een coöperatief voertuigsysteem, waarbij de rijtaakondersteuning is afgestemd op de rijeigenschappen van het voertuig.
De communicatie tussen elektrische voertuigen en de infrastructuur zal worden uitgebreid met gegevensuitwisseling ten aanzien van de energievoorziening (bijvoorbeeld: ‘voertuig met een laag elektriciteitsniveau’). Daarvoor zal de ‘Smart Grid’ als coöperatief systeem worden opgenomen (V2G, ‘Vehicle to Grid’).
Om de angst voor onvoldoende actieradius weg te nemen, wordt het navigatiesysteem in het elektrisch voertuig voorzien van routegeleiding naar oplaadpunten. Dankzij het ‘Smart Grid’- systeem is op het laadpunt voldoende capaciteit aanwezig. De automobilist weet bovendien van te voren op welke wijze hij af kan rekenen. Om de actieradius zo groot mogelijk te houden, kan het navigatiesysteem de energiezuinigste route aangeven.


Nieuwe mobiliteitsdiensten


De eerste stap in de integratie van elektrische voertuigen met het transportsysteem en de ‘Smart Grid’ betreft bovengenoemde aanpassingen van bestaande oplossingen die daarmee evolueren naar nieuwe mobiliteitsdiensten. De volgende stap is het ontwikkelen van volledig nieuwe applicaties, gebaseerd op beschikbare gegevens en het korte termijn beeld dat daaruit af te leiden valt. Aangezien voor het opladen een parkeerplaats nodig is, ligt een integratie van de verwijzing naar een laadpunt met parkeergeleiding als nieuwe applicatie voor de hand.
Elektrische voertuigen dienen als onderdeel voor energiedistributienetwerk in de ‘Smart Grid’ te worden opgenomen. Een laadpunt is daarbij niet alleen afgestemd op een individuele gebruiker maar ook op de totale keten. Een gedifferentieerd prijsbeleid kan worden gehanteerd om piekmomenten op pieklocaties te voorkomen.
 

De eerste stappen


Het aantal laadpunten is vooralsnog beperkt. Het vervangingsbudget voor straatparkeren bij wegbeheerders kan gebruikt worden om straatparkeerzuilen met laadpunten op straat te zetten. De beschikbaarheid van deze laadpunten in de openbare ruimte maakt naast betaald parkeren ook elektrische mobiliteit mogelijk.

De exploitatie van parkeersystemen wordt uitgebreid met energielevering. Door het oplaadtarief met het parkeertarief te combineren, kan het gewenste mobiliteits- en parkeerbeleid tot uitvoer worden gebracht. Opbrengsten uit straatparkeren kunnen door de gemeente worden aangewend als PR-instrument om het ‘groen’ rijden te bevorderen.


Conclusie


Door straatparkeren aan elektrische laadpunten te koppelen, wordt het kip-ei verhaal van elektrische mobiliteit doorbroken. De integratie van het parkeersysteem met zowel de ‘Smart Grid’ als met de elektrische auto’s in een coöperatief systeem geleidt de automobilist naar een vrije parkeerplaats met voldoende oplaadcapaciteit. De exploitatie wordt bovendien uitgebreid met energielevering. Niet alleen het parkeertarief maar ook het oplaadtarief kan als instrument voor het parkeerbeleid gebruikt worden.