Prestatie-indicatoren voor verkeersveiligheid (SPIs)
Door: Letty Aarts (SWOV)
Dit artikel sluit aan op 'Veilig van A naar B - maar hoe dan?'
Met het begrip ‘risico’ wordt in dit verband gedoeld op ‘gevaarverhogende factoren in het verkeer’. Deze kunnen worden gemeten met behulp van indicatoren die in de literatuur bekend staan als ‘prestatie-indicatoren’ (of tussenindicatoren) voor verkeersveiligheid – Safety Performance Indicators, kortweg: SPI’s. SPI’s kunnen gebruikt worden om resultaten van verkeersveiligheidsbeleid te meten en zijn daarmee een specifiek soort risicofactoren.
De vraag is welke SPI’s zich lenen voor de ontwikkeling van risicogestuurd beleid en hoe deze voor dat beleid toepasbaar kunnen worden gemaakt. SWOV zette de huidige kennis hierover op een rijtje en vatte het relevante onderzoek van de afgelopen tijd samen in het rapport Prestatie-indicatoren voor verkeersveiligheid (SPI’s); Overzicht van beschikbare kennis over SPI’s als basis voor risicogestuurd beleid.
Het rapport komt tot de conclusie dat relevante SPI’s liggen op het terrein van:
- veilige wegen;
- veilige snelheden;
- veilige voertuigen;
- veilige verkeersdeelnemers;
- hoogwaardige traumazorg.
- SPI’s moeten valide en representatief zijn: ze geven weer wat ze beogen weer te geven en hebben een sterke oorzakelijke relatie met ongevallen;
- SPI’s moeten kwantificeerbaar zijn: ze moeten gemeten en geteld kunnen worden;
- SPI’s moeten betrouwbaar zijn: ze geven onder dezelfde condities dezelfde waarden weer;
- De kosten die gemoeid zijn met metingen van SPI’s moeten in verhouding staan tegenover de baten ervan;
- SPI’s moeten begrijpelijk zijn voor diegenen die ze gebruiken;
- SPI’s moeten sensitief zijn voor veranderingen in de omgeving en reageren op maatregelen;
- Risico’s die worden weergegeven met SPI’s worden verminderd door effectieve maatregelen en verantwoordelijkheden te definiëren;
- SPI’s zijn een hulpmiddel om voor de langere termijn tussendoelstellingen te formuleren; ze kunnen bijvoorbeeld behulpzaam zijn om een nul-doelstelling concreet te maken;
- SPI’s dienen periodiek en onafhankelijk gemonitord te worden.