Slimme techniek voorkomt overbelasting stroomnet
Het lab van kennis- en innovatiecentrum ElaadNL in Arnhem ontwikkelde hiervoor twee verschillende technieken. Het bestaande stroomnet zal door de groei van het aantal elektrische auto’s steeds zwaarder worden belast. Omdat een moderne elektrische auto een piekvermogen heeft dat gelijk staat aan dat van tien huishoudens, kan het hard gaan. Wanneer in een straat tien auto’s allemaal tegelijk gaan opladen, dan zijn er dus ineens honderd ‘huishoudens’ extra. Hierdoor kan dan overbelasting ontstaan van het net. Daarom is door het lab van ElaadNL een technische voorziening ontworpen die het mogelijk maakt om op tijd in te grijpen: de Sociale Module voor laadpalen.
Centraal of decentraal
Het lab van ElaadNL heeft twee mogelijke oplossingen uitgewerkt tot demonstratieversies. De ene variant werkt decentraal waarbij de laadpaal via een lokaal mobiel netwerk een signaal krijgt om tijdelijk langzamer te laden of het laden te pauzeren. Doordat alle palen in de wijk de laadsnelheid verlagen, vermindert de stroomvraag en wordt overbelasting voorkomen. In de tweede Proof of Concept werkt de communicatie centraal. In dat geval wordt wederom vanuit de nettransformator een signaal gegeven. Dat signaal gaat dan naar de Cloud en die stuurt de laadpalen in de betreffende wijk aan door gebruik te maken van de slimme meter die al in de palen zit. De ledlichten van de laadpalen die normaal blauw zijn tijdens het laden, zullen in beide gevallen paars kleuren als de Sociale Module actief is.
Onoph Caron, directeur ElaadNL, zegt over de nieuwe laadtechnieken: “Nu we bij ElaadNL hebben laten zien dat er verschillende technische mogelijkheden zijn om laadpalen sociaal te maken, is de volgende stap het debat daarover met elkaar voeren. Welke variant werkt het beste, centraal of decentraal? Maar ook: willen we dit regelen als samenleving? Ik vermoed dat de meeste mensen liever hebben dat de netbeheerder als het echt spannend wordt het laden van auto’s wat kan sturen dan dat de stroom vaker uit gaat vallen. Maar formeel is daar nog niks voor geregeld. We zijn heel benieuwd naar de reacties!”