Sluiting Stichting Dutch Cycling Embassy
Stichting Dutch Cycling Embassy (DCE) is de wereldwijde ambassadeur van de Nederlandse fiets-expertise. De DCE vertegenwoordigd de gehele breedte van de Nederlandse fietssector, van onderzoekers tot producenten, van NGO’s tot gemeente en van adviseurs tot ontwerpers. Bij de DCE zijn 20 Nederlandse bedrijven maar ook gemeenten, universiteiten, ngo’s, de Fietsersbond en het Fietsberaad aangesloten. De DCE werkt samen aan de wereldwijde promotie van de Nederlandse fietsinfrastructuur, fietskennis en fietsproducten. De DCE helpt overheden en ambassades in het buitenland met adviezen over effectief fietsbeleid, duurzame mobiliteitsoplossingen en leefbare steden en organiseert een neutrale en deskundige entree voor Nederlandse producenten en adviesbureaus.
Exportmarkt
Wereldwijd wordt meer en meer geïnvesteerd in fietsmobiliteit. Nederland kan van de miljarden die de komende jaren met name in de sterk groeiende steden worden geïnvesteerd profiteren, vergelijkbaar met het watermanagement. Nederland wordt wereldwijd als fietsland gezien en met een bescheiden Rijksbijdrage kan Nederland een belangrijke exportmarkt ontwikkelen. Een verkeerde, trage keuze levert enkel het nakijken op, of zoals de Engelsen het zo mooi zeggen: “penny wise and pound foulish”.
In de afgelopen jaren investeerden de deelnemers van de DCE tijd en geld in het samenwerkingsverband om internationaal contacten te leggen, vragen te beantwoorden, delegaties te ontvangen en presentaties te verzorgen. Om een indruk van de omvangrijke vraagzijde te geven: in 2013 heeft de DCE meer dan 100 activiteiten en projecten in Nederland en in het buitenland verricht en ook voor komend jaar omvat de agenda tientallen kansrijke contacten, met bijvoorbeeld landen als Mexico, Brazilië, Duitsland, Frankrijk etc. Via de DCE komen Nederlandse bedrijven in contact met overheden en kan men in aansluitende contacten tot zaken komen. Dit vergt een neutrale start vanuit de DCE-koepel en veelal een lange adem. Voordat er zaken gedaan kunnen worden, willen veel landen en regionale/lokale overheden eerst kennis en vertrouwen opbouwen. Ook in meer ontwikkelde landen gaat veel promotie, Holland Branding en marktbewerking aan de commerciële contacten vooraf. Om deze inzet van DCE succesvol te laten zijn vroeg de DCE de steun van het ministerie dat verantwoordelijk is voor fietsbeleid, stedelijke ontwikkeling en internationale duurzaamheid.
Het Rijk
De Dutch Cycling Embassy is als publiek-private samenwerkingsverband mede op verzoek van het toenmalige ministerie van Verkeer & Waterstaat (V&W) opgezet. V&W heeft bij de start aangegeven dat de algemene informatiefunctie van de DCE, de zgn. publieksfunctie mede namens de Rijksoverheid wordt uitgevoerd. Dat stelt het Rijk ook in staat om de verzoeken van overheden en ambassades door te verwijzen naar de DCE en (kostenbesparend) niet zelf af te behandelen. Het Rijk heeft bij de start aangegeven ook financieel te willen bijdragen aan DCE, zowel vanwege het overnemen van deze publieksfuncties als vanwege het exportbelang. De bijdrage werd eind 2013 op 2 ton per jaar vastgesteld. Daarnaast heeft V&W aangegeven dat ook de private deelnemers vanwege hun financieel belang aan de PPS moeten bijdragen. Dat laatste is gebeurd, de private deelnemers brengen de tweede helft van het benodigde budget in. Echter de DCE ontbeert nog steeds een algemene overheidsbijdrage vanuit het Rijk voor de publieksfunctie van DCE, terwijl deze meerdere malen, ook schriftelijk, is toegezegd.
In juni 2014 heeft I&M aangegeven: we zetten alles op alles om sluiting van de DCE te voorkomen. In juli gaf I&M aan: ‘geen twijfel, we gaan gegarandeerd leveren’. In augustus schreef I&M: ‘ik verwacht dat we volgende week alles rond hebben. In sept wordt schriftelijk een voorschot voor eind sept, begin okt toegezegd’. Maar naast de bijdragen en aanvullende overbruggingsregelingen van de (private) deelnemers is van het Rijk nog geen euro ontvangen. Inmiddels nemen de internationale verzoeken toe, maar kunnen we de salarissen van de medewerkers niet meer betalen. Het uitblijven van de veelvuldig toegezegde bijdrage van het Rijk beperkt de slagkracht en het profiel van de DCE: zonder deze bijdrage en samenwerking kan de DCE de kwantitatief en kwalitatief grote internationale vraag naar Nederlandse fietsexpertise niet aan.
Dat gaat ten koste van de sector en haar exportkansen. Hierdoor ziet het bestuur zich genoodzaakt om de werkzaamheden van de DCE te moeten beëindigen. Het bureau van de DCE werkt nu te lang met een te beperkt budget. Daardoor mist Nederland werkgelegenheidskansen, zowel bij het wereldwijd stimuleren van een goede fietspraktijk als voor de exportpositie van Nederlandse bedrijven. En de DCE had bepaalde verwachtingen en afspraken rondom de betrokkenheid en inzet van het Rijk.