Snellere aanpak onbewaakte spoorwegovergangen

woensdag 19 juni 2019
timer 2 min
Het Rijk, gemeenten en provincies willen dat onbewaakte spoorwegovergangen sneller tot het verleden behoren. Deze wens hebben de partijen uitgesproken tijdens een bijeenkomst in Zwolle.

Onbewaakte spoorwegovergangen zijn spoorwegovergangen die niet voorzien zijn van slagbomen of alarmbellen. 17 procent van deze overgangen staan in de provincie Overijssel. De provincie onderstreepte de ambitie van het kabinet, zoals staatssecretaris Stientje van Veldhoven vorig jaar bekend maakte: uiterlijk in 2023 moeten alle onbewaakte spoorwegovergangen in Nederland aangepakt of opgeheven zijn. 

Onnodig lang

Nederland telt op dit moment nog 128 onbewaakte spoorwegovergangen. Door bestuurlijke processen duurt het aanpakken van de onbeveiligde spoorwegovergange nu nog vaak onnodig lang. Tijdens de bijeenkomst is besproken hoe belanghebbenden succesvol bij de aanpak betrokken kunnen worden en hoe juridische obstakels geslecht kunnen worden. 

Landelijk bemiddelaar

Onlangs stelde de staatssecretaris in Letty Demmers al een landelijk bemiddelaar aan die als belangrijkste opdracht heeft om bestuurlijke processen rondom onbewaakte overwegen waar nodig te versnellen. Spoorbeheerder ProRail heeft een directeur aangesteld die de aanpak hiervan coördineert.
 
Staatssecretaris Van Veldhoven trok eerder al 50 miljoen extra uit voor de aanpak van zowel bewaakte- als onbewaakte overwegen. Door de inzet vanuit het Rijk en decentrale overheden zijn Nederlandse overwegen veel veiliger geworden. Zo nam sinds 2000 het aantal slachtoffers van ongevallen op overwegen al met 70 procent af. Verschillende kabinetten investeerden hier door de jaren heen zo’n 680 miljoen euro in.