Stadsregio Rotterdam geeft stadsferry groen licht

 

Zowel de linker als de rechter maasoever worden door de ferry bediend. De schepen gaan vanaf het najaar 2011 varen.

Portefeuillehouder Verkeer en Vervoer, Hans Vervat, is blij met deze nieuwe vorm van personenvervoer in de regio. “Het is een hele goede aanvulling. Vooral voor mensen die makkelijker de fiets kunnen nemen naar hun werk en daarbij de ferry kunnen gebruiken. Met de ferry benutten we ook de kansen die het water in de regio biedt om de mobiliteit te waarborgen. Soms is de rivier een obstakel, maar met de ferry zijn juist nieuwe verbindingen mogelijk.”

Afmeren, instappen, vertrekken

De ferry doet 15 haltes aan die lopen van Krimpen aan den IJssel via Rotterdam, Heijplaat, Pernis en Schiedam naar Vlaardingen. De schepen zijn bedoeld voor voetgangers en fietsers en worden zo gebouwd dat zij snel kunnen afmeren, passagiers kunnen in- en uitladen en weer snel kunnen vertrekken. Het vaarschema is zodanig opgesteld dat de schepen de rivier telkens van de ene oever naar de andere zullen oversteken en daarmee de functie van bruggen en tunnels aanvullen. De eerste schepen komen af in 2011 en varen in de eerste fase een halfuursdienst tussen Heijplaat RDM naar Leuvehaven. Vanaf 2012 wordt met alle geplande schepen gevaren.

Wens voor uitbreiding

De wens om openbaar vervoer over water bestaat in de stadsregio al langer. De regioraad heeft al aangegeven een uitbreiding van de Fast Ferry uit Dordrecht richting het westen te willen. In mei 2008 werd de verbinding tussen Hoek van Holland en de Maasvlakte in gebruik genomen, die in de afgelopen tijd succesvol is gebleken. In datzelfde jaar vroeg de stadsregio het vervoersbedrijf RET een businesscase te maken voor personenvervoer over water vanaf Krimpen tot Vlaardingen. Met het besluit van de stadsregio is daar nu concrete invulling aan gegeven.

Exploitatie

De RET zal als regisseur van het openbaar vervoer in de stadsregio Rotterdam de exploitatie van de Stadsferry openbaar aanbesteden, evenals de bouw van de schepen. De kostendekkingsgraad voor de verbinding bedraagt ruim 20% en is daarmee lager dan bijvoorbeeld dat van de bus, maar er wordt rekening gehouden met een groei van dat percentage in de komende jaren. De stadsregio draagt per jaar € 8 miljoen bij aan de exploitatie van de lijn, inclusief het beheer en onderhoud van de infrastructuur. Het ministerie van Verkeer en Waterstaat betaalt € 9 miljoen van de eenmalige kosten van ca. €22 miljoen voor de aanleg van de thuishaven, de halteplaatsen en personele kosten voor de start van dit project.