Stimuleren fietsgebruik vraagt om nieuwe visie

dinsdag 18 november 2014
timer 2 min
Om Overijssel bereikbaar te houden, vindt de provincie Overijssel de fiets de meest geschikte, duurzame en gewenste vorm van mobiliteit op fietsafstand. Dus binnen steden en in de directe omgeving van steden en ov-knooppunten.

Het openbaar vervoer speelt vooral boven fietsafstand een gewenste rol in de mobiliteit. Binnen steden blijft ov nog een rol spelen op de sterkste trajecten, meestal naar belangrijke bestemmingen zoals scholen. Hierdoor concentreert het ov zich, mede gedwongen door de onder druk staande financiering van het ov, steeds meer op het regionale en lokale kernnet en de fiets speelt een steeds grotere rol in de aan- en afvoer naar dit kernnet.  Waar fiets en ov geen optie is voor reizigers komt de auto in beeld. Het gaat dan vooral om langere afstanden van of naar het platteland of als keuze naast het ov. 
 

Kansen voor de fiets

De maatschappelijke en technologisch trends zijn van grote invloed op onze mobiliteitsbehoefte. De aandacht voor bijvoorbeeld duurzame mobiliteit, de trek naar de stad waardoor herkomst en bestemmingen dichter bij elkaar komen, maar ook de innovaties in fietsontwikkelingen zoals de e-bike vormen een kans om inwoners en forenzen tot de fiets te verleiden. Maar als de fietsinfrastructuur en fietsvoorzieningen de ontwikkelingen vanuit maatschappelijke en innovatieve trends niet ondersteunen vormt dat een bedreiging voor het benutten van de fiets als volwaardig alternatief voor de auto of als vervoermiddel in voor- en natransport. Het verbeteren van veilig fietsgebruik is daarom essentieel om de fiets als alternatief vervoermiddel of in de keten van vervoermiddelen te stimuleren.

 

Visie

Doel van de provincie Overijssel is daarom samen met direct betrokken partijen  een nieuwe visie voor het stimuleren van de fiets op te zetten. Dit Raamplan Fiets belicht concrete programma’s voor de korte en lange termijn voor het (verder) verbeteren van een veilig fietsgebruik.

 

Speerpunten hierin zijn :

  1. Optimaliseren en onderhouden van fietsinfrastructuur;
  2. Doorontwikkeling van mobiliteitsknooppunten waaronder stallingen;
  3. Gedragsbeïnvloeding en flankerend beleid auto en fiets;
  4. Innovatie mobiliteit/techniek waaronder de e-bike;
  5. Mobiliteitsbeleid nadrukkelijk koppelen aan het ruimtelijke domein en economische ontwikkelingsplannen;
  6. Stimuleren van eigen initiatief door inwoners, maatschappelijke organisaties en bedrijfsleven in het mobiliteitsvraagstuk.    

 

Voor het uitvoeren van het Raamplan fiets hebben Provinciale Staten in deze collegeperiode € 9,3 miljoen gereserveerd.