Tussenstand van de multimodale reisplanner

woensdag 7 mei 2014
timer 5 min
Het ministerie van Infrastructuur en Milieu werkt samen met de provincie Noord-Brabant aan het project Multimodale Reisinformatie (MMRI) als onderdeel van het programma Beter Benutten. Binnen MMRI zijn eind vorig jaar vijf nieuwe reisplanners gerealiseerd die real-time ov-reisinformatie bieden met een bewakings- en adviesfunctionaliteit. Een belangrijke eerste mijlpaal. De opgedane kennis wordt nu breed verspreid onder commerciële partijen voor verdere ontwikkeling en toepassing. Maar hoe ver is het met de multimodale reisplanner en wat is er nog nodig voordat deze daadwerkelijk beschikbaar is voor de reiziger?

Een multimodale reisplanner, een persoonlijke superapp die de drie hoofdmodaliteiten OV, auto en fiets met elkaar verbindt, kan reizigers bewuster en eenvoudig betere keuzes laten maken, wat betere bereikbaarheid en een betere luchtkwaliteit kan opleveren. “Het voordeel voor de reiziger is dat het een gedetailleerd advies geeft op persoonlijke voorkeur”, aldus Gerbrand Klijn van de provincie Noord-Brabant, tevens projectleider van MMRI. “De planners die er nu zijn, koppelen echter nog losse planners aan elkaar. In het optimale scenario is er één ‘Super Planner’ die landelijke dekking biedt.” Joep Dickhaut van Movinnio vult aan: “Onzekerheid is het belangrijkste obstakel bij overstappen, iets wat een multimodale planner kan wegnemen. Het gaat de mobilist niet om beter OV-gebruik, maar om goed inzicht in de reiskeuzes en de voordelen die dit biedt. Een reisplanner geeft die mogelijkheid als die echt multimodaal is, voldoende informatie biedt over het overstappen en gebruikersvriendelijk is.”

 

Ontwikkeling ‘on hold’

“We waren voornemens de reisplanners als vervolgstap eind 2014 al multimodaal op te leveren”, vertelt Klijn. “Maar op verzoek van het ministerie is dit ‘on hold’ gezet, vanwege de vragen of het de investering waard is en wat de effecten zullen zijn. Waarschijnlijk vindt de doorontwikkeling pas plaats in fase II van het Beter Benutten programma.” Zelf ziet Klijn de waarde van investeren: “Niet alleen bied je de reiziger een veel dienstbaarder advies, de bestaande producten worden er vanzelfsprekend ook sneller van én beter schaalbaar voor dienstverleners. Laatste is relevant voor planners op Europese schaal. De businesscase voor dienstverleners is daarnaast lastig, dus enige ondersteuning vanuit de overheid kan wonderen doen. De planners die nu beschikbaar zijn, zijn open source, krijgen aandacht van Europese partners als Co-Cities en SUPERHUB en er wordt zoals wij zien goed gebruik van gemaakt. Al zie je tussen de verschillende marktpartijen duidelijke verschillen; het gebruik is positief!” Jef Heyse van Radiuz, aanbieder van zakelijke mobiliteitskaarten en tevens ontwikkelaar van een reisplanner, stelt dat er momenteel twee bètaplanners op de markt zijn die daadwerkelijk multimodaal zijn: Go About en Seatz Network.

 

“Gebrek aan businesscase houdt ontwikkeling tegen”

Dickhaut: “Er zijn diverse – degelijke maar overheid gestuurde – initiatieven om tot een multimodale reisplanner te komen, maar ik heb nog geen planner ontdekt die de hoofdmodaliteiten auto, OV én fiets combineert. Het kernprobleem ligt in het feit dat er een lastige businesscase is. Er is geen belanghebbende organisatie die er beter van wordt als er meer ketenreizen worden gemaakt. Een mogelijk alternatief is een belanghebbende partij verleiden met een demoproject, waarmee wordt aangetoond dat het kan en dat doorontwikkeling niet nagelaten moet worden.” Heyse kan zich hier wel in vinden. “Wij hebben vier jaar geleden geïnvesteerd in een multimodale reisplanner, als aanvulling op de zakelijke mobiliteitskaarten. Wij stoppen echter met de doorontwikkeling omdat de kosten te hoog zijn. Voor ons is het een bijproduct, een aanvulling op de bestaande diensten.” Lammers reageert: “Wij zien wel degelijk een businesscase: reizigers vlot van deur tot deur helpen. Al moet ik toegeven dat de financiële steun van de overheid de ontwikkeling heeft doen versnellen. De overheid kan helpen innovatie te versnellen en op deze manier dit kip-ei probleem te doorbreken. Vooral in het gebruik van open data hebben ze hierin een sturende rol gehad.” Jaap Lageman van SeatZ Network, een social network met de focus op mobiliteit, vult aan: “Ook wij geloven juist in onze propositie, waarbij we echt inspelen op het beter benutten van het totale aanbod en het op 'real-time’ basis matchen van vraag en aanbod. De gunning bij de eerste aanbesteding van de Verkeersonderneming in Rotterdam, waarbij commerciële levensvatbaarheid een van de harde gunningscriteria was, onderstreept dit.”

 

Wanneer kan reiziger écht multimodaal plannen?

Klijn verwacht dat dit pas 2015 wordt binnen het Rijksprogramma Beter Benutten. Het is nu nog onduidelijk wanneer waar een doorstart kan plaatsvinden. Heyse: “Het gestructureerd beschikbaar stellen van open data is een absolute must. Dan kun je ook internationaal de koppeling maken. Google speelt hier ook een rol in. Hierin schuilt echter ook het gevaar voor andere marktpartijen: er wordt flink geïnvesteerd, maar dit wordt al snel overschaduwd door de grote partijen.” Klijn: “Om data van wegen, OV en parkeren goed te kunnen vergelijken is actuele, dynamische data nodig; dat is nu nog sterk gefragmenteerd. Er ligt een mooie basis maar we zijn er nog niet. De beschikbare parkeerdata is bijvoorbeeld nog hoofdzakelijk statisch. Het is wel ontsloten, maar de data dynamisch maken gaat mondjesmaat. Om data van het wegbeheer open te breken, is vanuit het programma Beter Benutten ITS de Data Verbeter Top 5 opgesteld, wat een uitdaging op zich is vanwege het versnipperde aantal wegbeheerders.” Klijn vindt het echter een enorm goede ontwikkeling dat er applicaties worden ontwikkeld, ondanks dat de data nog niet optimaal beschikbaar is. “Op deze manier maak je de missing links beter zichtbaar.”


Studenten aan de Hogeschool Utrecht hebben in samenwerking met Radiuz onderzoek gedaan naar de Mobiliteitsapp van de Toekomst: www.radiuz.nl/app