Verduurzaam de uitvraag voor fietsparkeren

woensdag 18 september 2019
timer 4 min
De trend van het stimuleren van actieve mobiliteit en het openbaar vervoer als lonkend alternatief voor automobiliteit vraagt om nóg meer fietsparkeermogelijkheden en om nóg nieuwere en duurzamere toepassingen. Van megastallingen bij grootstedelijke stations tot veilige kluizen met oplaadfaciliteiten en comfortabele wachtruimtes op plattelandshubs. Tegelijkertijd vraagt deze trend om optimale ontwikkelkansen voor de markt. Een gesprek met Peter Baars, directeur Armada Mobility.

Door Nettie Bakker


“De transitie binnen het openbaar vervoer krijgt de laatste jaren veel aandacht, waarbij het deeltraject dat wordt afgelegd met de fiets een steeds belangrijkere positie inneemt”, zegt Baars. “Belangrijk onderdeel daarbij is het veilig parkeren van, met name, de elektrische fiets bij een overstap op het openbaar vervoer.” Als trends en ontwikkelingen in fietsparkeren noemt Baars het bouwen in de diepte in de stedelijke gebieden en bij de grote treinstations. “Hier is bovengronds te weinig ruimte voor uitbreidingen. Die mogelijkheden zie je nog wel bij randstedelijke ov-stations. Op het platteland zien we de ontwikkeling van hubs, knooppunten waar een overstap op het ov kan worden gemaakt op een veilige en aantrekkelijke manier.”

 

Daarnaast noemt Baars een sterke focus op duurzaamheid voor het verbeteren van het milieu. "Overheden zijn zich sterk aan het ontwikkelen op het gebied van duurzaamheid. Er komen steeds meer vragen om duurzame producten waarbij het in beeld brengen van de Life Cycle Analyses van deze producten een belangrijk weegpunt is. Dit wegen van duurzaamheid blijkt in de praktijk helaas nog een moeizame weg, waarbij meerdere methoden worden ingezet om leveranciers hiervoor hun beste voorstel te laten doen. Waarom de een vervolgens hoog scoort en de ander lager, verschilt nu nog erg per aanbesteding en type klant. Je wil allemaal je best doen om een goed en duurzaam product te ontwikkelen, maar zelfs al win je een aanbesteding op duurzaamheid, dan heb je toch vooral een competitie gewonnen."

 

Het zou de ontwikkeling van de techniek voor het verbeteren van de duurzaamheid bevorderen als je van elkaar zou kunnen leren, stelt Baars, maar daarvoor is de markt te concurrerend. “Daarnaast vergen aanbestedingen op duurzaamheid veel tijd die je ook in verdere ontwikkeling zou willen steken. Tijdswinst door een uniformering in de uitvragen, bijvoorbeeld op basis van MKI-scores, waarbij de milieukosten in euro’s worden vertaald, zou al een aanzet voor de hele markt zijn om nog meer aandacht te besteden aan duurzaamheid.”

 

“Wij kiezen zelf al jaren voor duurzaamheid. Dat maakt onze producten bij aanschaf duurder, maar ze garanderen een profijt op termijn. We herplaatsen systemen die na de economische levensduur nog goed zijn op andere plekken, soms worden deze gerefurbished, dan wel aangepast aan de nieuwste ontwikkelingen, zoals ledlampen of zonnepanelen. Bij het refurbishen krijgt de klant statiegeld bij het aanbieden van systemen voor hergebruik, hiermee ligt er ook een win-situatie voor het initiëren daarvan. Het toepassen van sedumdaken krijgt ook steeds meer de aandacht; het staat mooi en groen en is goed voor de CO2-opname.”

 

Naast de groei in stallingen op de grote stations, wordt ook werk gemaakt van de gebieden die afhankelijk zijn van het openbaar vervoer per bus. Baars: “In het noorden van Nederland zijn we actief in het faciliteren van hubs. Het combineren van de elektrische fiets met het openbaar vervoer - in veel gevallen de bus - vormt hier de basis, waarbij met name de fietskluis de parkeervoorziening is waarin de elektrische fiets veilig gestald en eventueel opgeladen kan worden.” Uitgangspunt daarbij zal altijd de vrije keuzemogelijkheid voor de fietser blijven, benadrukt Baars, die op elk gewenst moment een fietskluis kan huren om vervolgens met het openbaar vervoer verder te gaan. Een punt van aandacht daarbij is wel de toegang en betaling voor de kluizen. “Dit betekent voor de gebruiker vaak nog per stalling een aparte app downloaden. Dat zou eigenlijk op een landelijke platform moeten kunnen.”

 

Zo ontstaan er allerlei concepten voor iedereen, besluit Baars. “Van het gebruik van de elektrische fiets, deelfiets tot huurfiets en eigen fiets. Deze gebruikerswensen en alle keuzemogelijkheden liggen voor ons aan de basis om te faciliteren met producten die duurzaam zijn én de gebruikers motiveren om meer gebruik te maken van de fiets.” Aan de techniek zal het niet liggen, belooft Baars: “Er is nog een wereld te ontwikkelen in duurzame fietssystemen.”


Dit artikel verschijnt in Verkeer in Beeld 4, september 2019.

 


Fietsenstalling Prinsenbeek