Voorkom monolieten in een MaaS-ecosysteem
“Laat ik beginnen met een MaaS-monolitisch-voorbeeld uit de praktijk. Tijdens het laatste TRB-congres in Washington DC boekte ik een Uber-voertuig via hun app. Het voertuig dat aan mij werd toegewezen was nog 10 minuten - leeg - onderweg naar mij. Als ik opkijk, staat er een leeg Lyft-voertuig voor me te wachten op passagiers. Mijn simpele verzoek heeft er in dit geval toe geleid dat een leeg voertuig de stad doorkruist, terwijl er een vervoersoplossing voor mijn neus staat waar ik geen idee van had.
Spreek je over een MaaS-ecosysteem, dan heb je het over het samenwerken van verschillende maatschappijen om de reizigersvraag innovatief te benaderen. Dit gebeurt in vijf lagen. De deelnemende bedrijven en passagiers vormen samen het MaaS-ecosysteem (zie de vijf lagen in het plaatje). Monolieten staan bekend als grote stenen pilaren, maar de term kan ook slaan op bedrijven die in elke laag van een ecosysteem een rol willen spelen en daarbij de samenwerking met andere spelers uitsluiten. Ze willen tegelijk de front-end app aanbieden, een service-provider zijn, de voertuigen beheren en zelfs de infrastructuur runnen.
Op het MaaS-plaatje zien monolieten er als volgt uit : Elke kleur stelt een andere monoliet voor. Alle drie loodsen ze je vlekkeloos door alle MaaS-lagen heen. Maar wel allemaal apart: Lyft gaat geen Uber-voertuigen aanbieden, en Uber verwijst je niet door naar openbaar vervoer.
Systeemoptimum
Waarom zijn monolieten zo slecht voor een MaaS-ecosysteem? Ten eerste hebben we te maken met een fenomeen ‘systeem optimum‘. In een systeem optimum, draagt elk aspect bij aan een gezamenlijk doel en is elk element geoptimaliseerd. In een MaaS-ecosysteem wil dit zeggen dat aan elke gebruiker de optimale vervoersmodi worden aangeboden, dat hij de beste vertrektijd kiest, dat alle voertuigen op de ideale route zitten en dat de infrastructuur op maximale capaciteit werkt.
Elke verkeerskundige in de wereld streeft hiernaar. Maar dit kan nooit behaald worden in een wereld waar monolieten actief zijn. Simpelweg omdat er geen informatie gedeeld wordt en er niet geoptimaliseerd wordt over verschillende modi heen. In pogingen om het systeem optimum wel te bereiken, hebben MaaS-providers die het aanbod van alle mogelijke service-providers integreren, een voorsprong. Dit wil niet zeggen dat bedrijven niet in meerdere lagen actief kunnen zijn, maar wel dat ze hun eigen diensten geen voorkeursbehandeling kunnen geven.
Winner-takes-all-fenomeen
Het tweede gevaar is het winner-takes-all fenomeen, waarbij een van de monolieten zo succesvol wordt dat hij de anderen uit de markt duwt. Dit leidt tot een pover aanbod van transportopties, houdt de controle over het systeem in de handen van één speler, en drijft uiteindelijk de prijzen op. Het transportsysteem wordt gebruikt ten voordele van één bedrijf, niet voor het publieke goed. Dit fenomeen leidt tot een zware competitie tussen de spelers in het ecosysteem en maakt het zeer moeilijk - zo niet onmogelijk - voor nieuwe spelers om de markt te betreden zonder dat ze beschikken over ongelimiteerde fondsen en kennis over alle lagen van het MaaS-systeem heen.
Magere keuze voor de reiziger
Bovenstaande leidt tot een derde probleem met een monolitische organisatie: slechts een handvol bedrijven is groot (en ervaren) genoeg om in elke laag van het ecosysteem mee te draaien. Niet alle transportbedrijven hebben de IT-skills om een MaaS-provider te worden. Niet elke MaaS-provider heeft de logistieke kennis om een vloot voertuigen uit te baten, enzovoort. In plaats dat de markt opbloeit, leiden monolieten tot een magere keuze voor de reiziger en benadelen ze de lokale economie. Het is zomaar voor te stellen dat monolieten lokale vervoersbedrijven uit steden en dorpen jagen.
Minder innovatie
Ten slotte zijn monolitische blokken funest voor innovatie. Een bedrijf dat de hele keten van mobiliteit moet runnen gaat wellicht niet experimenteren in alle lagen tegelijk. In een echt ecosysteem doen kleine spelers waar ze goed in zijn, in hun eigen laag en op de plaats die ze best kennen.
Evenwichtsoefening
Hoe kunnen overheden voorkomen dat monolieten ontstaan? Zorg voor goede regelgeving, open standaarden en interfaces. Zorg er ook voor dat het aanbod van elke service-provider open is voor elke MaaS-provider. Voorzie open datastreams voor alle data vanuit openbare infrastructuur, zoals openbaar vervoer, verkeersinformatie en evenementen. Het wordt weliswaar een evenwichtsoefening om ervoor te zorgen dat bedrijven ongehinderd kunnen innoveren met zoveel mogelijk open interfaces, maar ik ben ervan overtuigd dat een intelligente transportoverheid dit voor elkaar krijgt.”
Lees hier de eerdere blog van Koenraad Verduyn.