"Walk21 brengt de dialoog op gang"
Door Guus Puylaert
Lopen draagt bij aan het behalen van doelstellingen die wereldwijd ondersteund worden. Zoals klimaatsverandering en het verminderen van congestie, obesitas en eenzaamheid. Deze boodschap draagt Walker met zijn netwerk Walk21 al sinds 2000 uit.
En met succes. Het bracht het internationale voetgangerscongres in de afgelopen 19 jaar naar onder meer steden als München, Barcelona en Londen, Vancouver, Seoul en Sydney. “Overal hebben we positieve veranderingen in gang gezet. We merken dat stadcentra loopvriendelijker en gezonder worden ingericht. Natuurlijk zijn we er nog niet, maar in binnensteden merk je vaker een levendige economie, stijgende huizenprijzen en een groeiend aantal jonge mensen.” Tijdens het congres komen daarvan voldoende voorbeelden aan bod, niet alleen van Rotterdam, maar ook van Wenen, Bremen, Marrakesh, Teheran en Manila.
De reden van het succes? Walk21 brengt de dialoog tussen beleidsmakers en inwoners op gang. “De motieven en obstakels van politici kunnen per land verschillen, maar ook de belangen van de gemeenschap kunnen verschillen. Wij zoeken de overeenkomsten op, ieder mens maakt bijvoorbeeld minstens drie reizen per dag en daar zit altijd een loopelement in. Walk21 brengt het gesprek op gang; het gaat erom dat het een co-creatie is.” Niet voor niets is de ondertitel van het congres ‘Walk the talk!’
Derde Wereldlanden
Recent bezocht Walker namens het VN Milieuprogramma ook steden in Derde Wereldlanden, zoals Kampala (Oeganda), Nairobi (Kenia) en Manila (Filipijnen). “In die landen loopt 80 procent van de bevolking. Dat is helaas geen succes, maar een teken van armoede. Zodra mensen kunnen, kiezen ze namelijk toch voor een gemotoriseerd voertuig. In Kampala wordt 80 procent van het mobiliteitsbudget uitgegeven aan automobiliteit, terwijl slechts 20 procent van de mensen daar toegang toe heeft. Investeren in een loopbare stad loont, want het leidt tot een duurzame stad met gezondere inwoners en uiteindelijk dus ook meer tevredenheid. Daarbij zien we dat er ook door private partijen, zoals in Manila, geïnvesteerd wordt in lopen. Dat is ook voor politici een eyeopener.”
Nederland loopt voorop
Terug naar eigen land. Rotterdam, de stad waar Walk21 dit jaar te gast is, is volgens Walker een goed voorbeeld van een loopvriendelijke stad. “Rondom het openbaar vervoer hebben ze het hele station herbouwd. De binnenstad is aangesloten op het treinstation met een toegankelijke wandelroute. Dat is een duidelijk statement: hier zijn geen auto’s en fietsen welkom.”
Ook in Amsterdam wordt deze ontwikkeling nu ingezet, ziet Walker: “Rondom het station was het nogal chaotisch met verkeersstromen die dwars door elkaar liepen, maar daar komt langzaam verandering in. De ontwerpstandaarden zijn de afgelopen 10 tot 15 jaar veranderd: mensen komen steeds centraler te staan. Nederlanders kiezen soms bewust om geen auto te nemen.”
De voorman van het internationale voetgangerscongres dicht Nederland een rol toe als trendsetter richting een nieuwe, schonere wereld, waarin meer ruimte is voor lopen. “De wereld kent jullie van onder meer fietsen en duurzaamheid. Jullie durven veranderingen in gang te zetten. Nu is het de uitdaging om de basis niet te vergeten: want we lopen allemaal. Zonder lopen zullen we minder gezond, sociaal en blij zijn. Dan verliezen we echt iets!”
Loopindicatoren
Tijdens het voetgangerscongres in Rotterdam zal Walk21 een SUMP (Sustainable Urban Mobility Planning, red.)-advies voor Walkable Cities presenteren, dat werd geschreven met de International Association of Public Transport (UITP) en het VN Habitat-programma. Tot nu toe was lopen nog een ondergeschoven kindje bij de VN, vertelt Walker. “Daar bestond tot nu toe één set indicatoren voor duurzaam transport, en dat was een aantal fietspaden in kilometers. Dat vond ik ongelofelijk: zelfs na 19 jaar Walk21, is de waarde van lopen nog geen indicator.”
Daarom is de voorman van Walk21 blij dat zijn organisatie nu dit SUMP-advies mocht schrijven. In totaal bestaat het advies uit een set van dertig indicatoren. Eén daarvan is de toegankelijkheid tot openbaar vervoer. “Rond treinstations moet een loopgebied van 500 meter zonder hindernissen toegankelijk zijn. Door middel van GIS-data kunnen we van meer dan 200 steden, die zijn aangesloten bij het Habitat-programma, zien hoeveel mensen er in de stationsomgeving wonen en werken en dus bepalen of het toegankelijk genoeg is of niet.” Walker hoopt dat de Europese Commissie zijn advies overneemt en dat het onderdeel wordt van Europees beleid.
Loopstrategie
Daarnaast schrijft de gemeente Rotterdam ook een eigen loopstrategie. Tot grote tevredenheid van Walker. “Dat is echt vooruitstrevend, ik kijk daar naar uit. De gemeente heeft ons niet om indicatoren gevraagd, ze willen zich tijdens het congres laten inspireren en het als kans gebruiken om een beter beleid te schrijven. Misschien verschilt de Rotterdamse loopstrategie van ons SUMP-advies, maar strategieën worden nooit in één keer geschreven. Die moeten zich altijd ontwikkelen.”
Het leiderschap dat Rotterdam neemt, noemt Walker bewonderenswaardig. “Men erkent het belang van een goed loopnetwerk. Iedereen in Nederland loopt, maar net zoals in Kampala of Nairobi wordt waarschijnlijk 80 procent van het mobiliteitsbudget niet in lopen geïnvesteerd. Daar komt hopelijk verandering in. Dit is de eerste keer in vier jaar dat Walk21 in Europa wordt gehouden: hopelijk inspireert Rotterdam steden wereldwijd. Want geloof me, ook in Nairobi en Kampala kijken ze op tegen Europa. Ze zoeken naar voorbeelden.”
Toekomst
Walk21, dat staat voor lopen in de 21e eeuw, bestaat bijna twee decennia en heeft wereldwijd lopen hoger op de politieke agenda gezet. Desondanks is er nog genoeg te winnen, realiseert Walker zich. “Een volgende stap is om ons meer focussen op de stadsranden, dat is vaak waar vervoersarmoede heerst, waar men transport niet kan betalen. En daardoor heeft men minder toegang tot studie of werk. Juist dáár biedt lopen uitkomst. We moeten niemand buitensluiten.”
Mensen veranderen, maar de mobiliteitsvraagstukken blijven bestaan, gaat hij verder. “Technologische oplossingen klinken veel spannender en innovatiever om in te investeren dan lopen, zoals jaren geleden de Segway en nu de e-scooter. Aan het begin vond ik dat wel eens lastig, maar ik heb inmiddels geleerd dat dat vluchtige ontwikkelingen zijn. De vragen die eraan ten grondslag liggen blijven bestaan en die gaan onder meer over gezonde lucht, sociale cohesie of een veilige speelplek. En dus blijft Walk21 van belang.”
Daarom blijft Walker zijn boodschap op een positieve manier verspreiden. “Ik heb een duidelijk doel voor ogen en ik blijf dat pad volgen, raak niet afgeleid. Hoe meer mensen ik kan overtuigen van het belang van lopen, hoe meer mensen de boodschap weer verder kunnen delen. Dat ik waar ik het voor doe.”
Komt u ook naar Walk21, van 7 tot 10 oktober in Rotterdam?