Wens om data te delen vraagt om open reizigersinformatiesystemen
Door Yvonne Ton
Marktpartijen en lokale overheden moeten er nog aan wennen, maar de ontwikkeling is niet te stoppen, constateert Janco Bergkamp, verantwoordelijk voor marketing en sales. "We zien de markt veranderen. We willen steeds meer data met elkaar delen."
De traditionele - gesloten - systemen lenen zich daar niet voor. "Een overheidspartij zit de hele levensduur van het informatiesysteem vast aan de leverancier, terwijl de wereld verandert en dus ook de in- en output. Gedwongen winkelnering dus", aldus Peter Kleijwegt, oprichter en mede-eigenaar van Data Display. Maar er zijn nog meer nadelen. Kleijwegt: "Doordat die traditionele systemen zo ondoorzichtig en complex zijn, kan de overheid niet beoordelen of ze ook echt functioneren en of ze wel klantvriendelijk zijn. Dat kan alleen de leverancier zelf."
De wens van de overheid om minder afhankelijk te zijn leidt niet van de een op de andere dag tot meer openheid. Bij de DRIS die het bedrijf gaat leveren aan de provincie Zuid-Holland hebben adviseurs voorafgaand aan de aanbesteding eerst gepolst of de markt wel in staat is zulke systemen te leveren. Dat bleek het geval, ook al gaat het nu nog om voorlopers. "We hebben deze aanbesteding gewonnen omdat we door de score die we verdienden met de mate van openheid met kop en schouders boven de rest uitstaken", aldus accountmanager Jan van der Weijden.
Kansen
Hoewel het niet alleen voor overheden, maar ook voor leveranciers een omschakeling is om de overstap te maken naar open systemen, zijn er veel kansen om tot nieuwe oplossingen te komen. Dat geldt zeker in een maatschappij waarin informatie steeds meer gedeeld wordt en in een vervoersketen die steeds multimodaler wordt, volgens Kleijwegt: "Zo ontstaat de mogelijkheid om de reiziger beter te bedienen om zo efficiënt mogelijk van A naar B te komen."
De ontwikkeling van de eerste open systemen vergt wel wat meer afstemming tussen opdrachtgever en leverancier. "Je gaat samen met een opdrachtgever een uitdaging aan. De piketpaaltjes zijn geslagen in het bestek, maar we hebben meer overleg nodig om keuzes te maken over het gebruik van interfaces en koppelingen", aldus Bergkamp. Die tijdsinvestering betaalt zich vanzelf terug, verwacht hij. "Als die keuzes vaststaan, is het voor volgende opdrachtgevers veel gemakkelijker om er gebruik van te maken."
Terwijl de provincie Zuid-Holland een duidelijke keuze heeft gemaakt voor open systemen, wordt tegelijkertijd geconstateerd dat andere overheden wel vragen om open systemen, maar uiteindelijk bij de keuze van een leverancier toch andere criteria laten prevaleren. "Wellicht zien ze toch nog te veel risico's", denkt Van der Weijden, bijvoorbeeld omdat ze vrezen voor de veiligheid. Onterecht, meent hij. "Een open systeem is minimaal zo veilig als een gesloten systeem." Bergkamp: "De openheid zit in de software en de protocollen. Je kunt niet zo maar bij de data en de IP-adressen. Het systeem zit achter slot en grendel."
Ondanks de aarzelende start van open systemen, zullen ze uiteindelijk de OV-markt veroveren, is de verwachting. Leveranciers kunnen die ontwikkeling dus maar beter omarmen. Bergkamp: "De trend gaat door. De vraag is hoe gaat de markt het oppakken?" Voor hem staan de voordelen vast, niet alleen voor reizigers en overheden, maar ook voor DRIS-leveranciers. "Het leidt tot betere systemen. Je kunt van elkaar leren", meent hij. Kleijwegt: "Voor het imago van de markt is het ook goed, want de opdrachtgever bereikt de partij die de beste dienstverlening biedt."
DRIS Zuid-Holland
Het dynamische reizigersinformatiesysteem dat ontwikkeld wordt voor de provincie Zuid-Holland is een uitbreiding van het bestaande systeem van 1.600 DRIS-panelen met nog eens 100 panelen extra. Een vernieuwd en open DRIS is een van de maatregelen om het openbaar vervoer in de Randstad te verbeteren. Dat gebeurt onder de noemer R-net, een kwaliteitskeurmerk voor hoogwaardig OV. Bijzonder is dat het systeem open moet worden: de verschillende functies binnen het informatiesysteem moeten gegevens kunnen uitwisselen via open interfaces. Om die openheid te realiseren heeft de opdrachtgever het systeem opgesplitst in drie verschillende onderdelen: de haltefunctie (de 100 R-Net displays waarop de reisinformatie wordt weergegeven), de distributiefunctie (distribueren reisinformatie naar haltes) en de beheer- of dashboardfunctie. Met een open systeem zit de opdrachtgever niet meer vast aan de ontwerper van de DRIS, maar kan elk van de drie functies na een afgesproken periode ook onderbrengen bij een andere leverancier.