Best leuk hoor, parkeersensoren, maar waar blijft die bloody Hyperloop?
Als je niet beter zou weten, zou je denken dat we in een heel innovatieve tijd leven. Iedereen is bezig met #innovatie, met #disruptie en #transitie. Maar wie er langer over nadenkt, over wat we nou echt aan het innoveren zijn, zou zomaar kunnen concluderen dat het best wel meevalt. Of tegen, het is maar hoe je erin staat. Wat zijn nou echt grote innovaties? Internet, sure. De smartphone, vooruit. Maar verder?
Robots, hoor ik u zeggen? Ze zijn vast achter de schermen bezig de wereld over te nemen, maar in het dagelijks leven merk ik er nog niet veel van. Afgelopen zomer heb ik in Japan een softijsje gekocht bij een robot. Dat was best wel vet, maar of dat nou innovatie is?
Ook in de verkeerswereld wordt voor mijn gevoel vooral in de marge geïnnoveerd. Leuk hoor, een ovonde, maar echt revolutionair voelt dat ook niet. Een elektrische auto, zegt u? Parkeersensoren? Tja. Best relaxed ofzo, maar het blijven toch, nou ja: auto’s. Waar blijft die bloody Hyperloop? Het is natuurlijk makkelijk mopperen voor iemand die zelf niets aan innovatie toevoegt, dat realiseer ik me ook. Daarom heb ik heb wel een suggestie: een duurzaam alternatief voor de autoband verzinnen. (Hoe? Geen idee.) Het huidige exemplaar werkt op zich goed, maar heeft twee nadelen: hij kan kapot en is super vervuilend. Vorige week reed ik wat onhandig over een drempel, schampte de stoeprand en vijf minuten later wist ik nog net de berm in te sturen voordat ik hobbelend en schuddend tussen het zwerfafval tot stilstand kwam.
Toevallig was ik net een podcast aan het luisteren waarin ik hoorde dat autobandenslijtage, na plastic zwerfafval, de grootste veroorzaker van microplastics is. Jaarlijks komt ongeveer 17 miljoen kilogram slijtstof van autobanden in het milieu, waarvan ongeveer twee miljoen kilo in oppervlaktewater en als fijnstof in de lucht terechtkomt. Daar stond ik dan met mijn lekke band, tussen de lege flesjes en Twix-verpakkingen. Het voelde als een teken, al wist ik niet goed waarvan. Ik vroeg me wel af: waarom maakt niemand werk van een alternatieve autoband, in plaats van ijs scheppende robots te bouwen?
Terwijl ik me daarover opwond, kwam er een vriendelijke meneer op een brommer langs tuffen. Hij stapte af, nam de situatie op en ging doeltreffend aan de slag. Tien minuten later zat mijn reservewiel erop en kon ik met mijn geplofte band in de kofferbak over tot de orde van de dag. Snel zette ik een andere podcast aan. Iets over robotisering. Ik kreeg zin in een ijsje.
Deze blog zal verschijnen in Verkeer in Beeld 5, 16 november 2018.