Blog: Geparkeerde fietsen zijn een last voor binnensteden

maandag 20 november 2017
timer 4 min
In grote steden blijft fietsparkeren een terugkerend punt van aandacht (en zorg). Een deel van de problematiek is de ongereguleerde praktijk van parkeren met de fiets. Terwijl niet hoeven betalen en tot op een paar meter van je bestemming kunnen komen, de fiets juist ook een populair vervoersmiddel maken.

Toch zijn er plaatsen in het land waar de druk van het hoge aantal fietsen gevoeld wordt en nagedacht wordt over hoe men deze druk kan verlichten. Hoe ver kan je hierin gaan, zonder de fiets als geheel onaantrekkelijk te maken voor (binnen)stedelijk vervoer?

Reguleren op verschillende manieren

Waar hebben veel autobezitters mee te maken als het gaat om parkeren en fietsers niet? Vergunningen bijvoorbeeld. Het is interessant om na te gaan in hoeverre vergunningen voor fietsparkeren kunnen worden ingevoerd en hoe dat gereguleerd kan worden.


In Amsterdam wordt in enkele stallingen gebruik gemaakt van chipparkeren. Gebruikers checken bij het passeren van een bepaald punt automatisch in en uit. Daardoor hoeven ze niet handmatig te betalen. Dergelijke toepassingen kunnen wellicht ook werken bij onderscheid tussen bewoners(fietsen) en bezoekers(fietsen), waarop in sommige gebieden gehandhaafd kan worden zoals gedaan wordt met auto’s.


Een beproefde manier van regulatie is mensen laten betalen voor parkeren. In stadscentra is deze praktijk gemeengoed voor autoparkeren. Voor fietsen is betaald parkeren altijd een lastig verhaal gebleken. Vaak zijn betaalde stallingen half leeg, terwijl het buiten bij de ingang op de stoep volstaat met ‘wild’ of in de aanwezige voorzieningen geparkeerde fietsen op straat.


Ook Trajan heeft wel eens enquêtes afgenomen vlakbij (in dit geval overigens gratis) stallingen in het centrum van de stad, met de vraag waarom mensen daar niet parkeerden. Veel mensen associëren stallingen met ‘gedoe’ of wisten überhaupt niet dat de stalling er was. Daarnaast gaven veel mensen toch de voorkeur aan het zo dicht mogelijk bij hun bestemming parkeren (voor de deur).

Gratis alternatieven

Zoals eerder aangehaald zijn vaak, naast de overdekte stallingen waar fietsen in een ideale situatie geparkeerd (om de openbare ruimte schoon te houden) zouden moeten worden, veel gratis alternatieven te vinden in de vorm van rekken, nietjes en vakken. Wanneer deze zo dichtbij een te prefereren stalling worden geplaatst, heeft dit natuurlijk invloed op de keuze om wel of niet in de stalling te parkeren.


Met name kortparkeerders krijg je zonder zeer intensieve handhaving niet snel een betaalde parkeervoorziening in, als zelfs een gratis stalling al lastig te vullen is op sommige locaties. Het betaald maken van voorzieningen kan dus slechts in beperkte mate succesvol zijn - of men moet gelijk aan de praktijk van autoparkeren betaaldparkeerzones toewijzen, waarbij men voor parkeren in de openbare ruimte zonder (betaald) parkeerrecht een boete kan krijgen. Het is lastig voor te stellen dat het zo ver zal komen…

Softere aanpak

Je kunt ook kiezen voor een softere aanpak, waarbij minder van de handhaving gevergd wordt. Met campagnes en voorlichting kan bewustwording worden aangewakkerd van de overlast die geparkeerde fietsen creëren. Men kan argumenten opvoeren over veiligheid, toegankelijkheid voor hulpdiensten, verloedering van de openbare ruimte en ga zo maar door. Sommigen zullen dit ongetwijfeld bestempelen als een enorme blijk van naïviteit, maar het is nooit verkeerd alle opties te verkennen. Des te meer aangezien het inzetten van meer handhaving veel geld kost en bouwkosten voor stallingen nauwelijks worden terugverdiend.


De afgelopen jaren zijn al veel actieplannen over fietsparkeren in binnensteden de revue gepasseerd. Veel steden zijn voortvarend aan de slag gegaan met fietscoaches, extra wrakkenhandhaving en het bouwen van meer stallingen. Ook het creëren van toegankelijke, kleinschaligere (overdekte) stallingplaatsen (per straat of buurt) zou mijns inziens een goede stap voorwaarts zijn. Het fietsgebruik blijft echter toenemen en het is daar lastig tegen op te bouwen wat stallingen betreft. De roep om meer regulatie klinkt daarom ook steeds luider.

De auto in de jaren ’70: de fiets van nu?

Door pleinen, straten en stegen in stadscentra die vol fietsen staan, kan men de vergelijking trekken met de jaren ’70: een periode waarin (parkerende) auto’s vrij spel hadden. Wie naar foto’s kijkt uit die tijd ziet geparkeerde auto’s vaak rijen dik opgesteld staan op pleinen en andere centrale plekken in de stad. Met de jaren werd autoparkeren steeds verder gereguleerd, waarna veel van de oude parkeerplaatsen in het centrum weer verblijfsplekken werden voor de inwoners en bezoekers van de betreffende steden.


Wellicht zijn nu de fietsen aan de beurt. Een offer aan de kant van de vrijheid in fietsparkeren (op specifieke locaties) levert vast ook in deze tijd een kwalitatieve impuls aan de verblijfswaarde van veel plekken in onze steden.

Door Bas Schilder, Trajan