Blog: Van sensordata naar regionale MaaS-app
Ter illustratie van zijn verhaal werd een speciale film gemaakt. “Twee jaar geleden was mijn boodschap vooral technisch,” zegt Lapré. “Hoe zet je sensoren in, waar vind je de sensoren? En wat kun je met de sensordata? Dit werkte boven verwachting goed. Zo resulteerde een sensorproject naar efficiëntere vrachtritten, ook tot een competitie voor de chauffeur met het beste rijgedrag en de minste CO2-uitstoot.”
“Nu zijn we in het tijdperk van MaaS aangeland. Dit sluit naadloos aan op de ervaringen die we opdeden met sensoren en met de koppeling van data in de spitsmijden-deelprojecten: van auto naar deelauto of van auto naar OV-fiets. Combineer je al die ervaringen, dan schets je al snel de contouren van een MaaS-app voor steden of regio’s.”
Verleiden
“Hoe? Uit het ‘Spitsmijden-spel’ van auto naar fiets hebben we geleerd dat mensen bereid zijn om hun verplaatsingsdata anoniem te delen en hun mobiliteitsgedrag te veranderen. Dan wel, hoe we ze daartoe kunnen verleiden. Zo vonden mensen het bijvoorbeeld geweldig leuk om als wijkgroep te fietsen en daarmee geld (punten) te verdienen voor een kinderafdeling in het regionale ziekenhuis.
Mensen blijken daarvoor bereid om hun telefoon aan te houden zodat hun reispatronen te volgen zijn. Deze bewezen ‘klantadoptie’ is al een belangrijk startpunt voor een MaaS-app. De volgende, technische stap is dat we verschillende modaliteitsdata koppelen en ontsluiten via één app. Daarvoor werk je in consortia met partijen, zoals steden, openbaar vervoer, maar ook parkeer- en leasebedrijven. Daarnaast leggen wij nu contacten met allerlei kleinschalige, lokale mobiliteitsinitiatieven, zoals bike-koeriers of fietstaxi’s.
Vervolgens wil je op je app niet alleen de juiste mobiliteitsalternatieven op het juiste tijdstip, maar ook één factuur ontvangen en met een kaart, of je telefoon, toegang krijgen tot álle modaliteiten. Het gaat dus om de ontwikkeling van een ‘OV-Chipkaart keer 10’.”
Experimenteren
In zeven regionale pilots, waaronder in Rotterdam, de Amsterdamse Zuidas en in Eindhoven, gaat Nederland nu concreet experimenteren met een multimodale MaaS-app [1a + 1b]. Maar er is nog een weg te gaan. Lapré: “Bij iedere treinreis waarbij ik onderweg moet uitchecken bij een regionale vervoerder en moet inchecken bij NS, denk ik: dat moet straks ook allemaal mee in die ene MaaS-app."
De truc is dus: hoe koppelen we alle data aan de achterkant en hoe breien we er één voorkant aan? Eerder is overigens al een (nationale) set aan privacy-regels opgesteld als raamwerk voor de Spitsmijden-diensten (IMMA). Deelnemers gaan akkoord met het volgen van hun verplaatsingen via de mobiele telefoon als zij de doelen kennen. Bij verandering van de doelen, krijgt de klant opnieuw de vraag: wil je meedoen of niet.”
“Nederland is - zeker gezien de ambitie in het regeerakkoord - koploper in de ontwikkeling van een multimodale MaaS-dienst, maar moet dat ook wel zijn, omdat we gaandeweg ook koploper worden in stedelijke problemen. Met een MaaS-app kunnen we de ambitie van een groeiende, slimme en leefbare stad bereiken zonder extra autogebruik. Voor Nederland is MaaS dan ook geen luxe, maar een noodzakelijkheid!”
En weet Lapré al wat zijn belofte wordt voor Intertraffic 2020? “Dan hebben we in Nederland meerdere MaaS-apps operationeel.” En een vergezicht? “Eén nationale MaaS-app. Dat is mogelijk, maar nu nog nét een stap te ver.”
Bronnen
[1a] Opbrengst marktconsultatie MaaS pilots, 22 januari 2018 | https://dutchmobilityinnovations.com/spaces/1105/maas-regional-pilots/files/16730/opbrengst-marktconsultatie-maaspilots-pdf
[1b] Zeven grote MaaS-pilots in voorbereiding, 8 mei 2018 | https://www.verkeerinbeeld.nl/artikel/080518/zeven-grote-maas-pilots-in-voorbereiding?
