Column Elise Fikse: De tosti van de mobiliteit

donderdag 12 oktober 2017
timer 3 min
'Ik ben een mobiliteitsomnivoor. Een allesvreter. Van auto tot fiets en van trein tot tram, ik gebruik het allemaal. Het meest prominent aanwezig in mijn vervoersdieet is de fiets. Die kan bijna altijd, voor heel veel doeleinden en in verschillende combinaties. Het is in feite de tosti van de mobiliteit: altijd lekker en het verveelt eigenlijk nooit. Behalve als het hard regent. Drijfnat op de fiets is zo aantrekkelijk als, nou ja, een natte tosti.

Waar de fiets nog wel een uitdaging heeft, is in combinatie met de trein. De zogenaamde treinfietsers - treinreizigers die op de fiets van of naar het station reizen - vormen bijna de helft van alle Nederlandse treinreizigers, las ik in de zomerserie Fiets vs. File op online medium De Correspondent.

 
Als overtuigde doch incidentele treinfietser ben ik altijd op zoek naar methodes om treinfietsverkeer te lifehacken. Hierbij lijkt iedere oplossing gedoemd om aan zijn eigen succes ten onder te gaan. 

 
Neem de OV-fiets, na een jarenlange nerdy niche-status ineens een publiekslieveling. Dat is die blauw-gele deugniet van harte gegund, maar zijn populariteit gaat ten koste van de betrouwbaarheid. Misgrijpen - en dus moeten wachten tot iemand er een terugbrengt - komt steeds vaker voor, ondanks het almaar groeiende aantal OV-fietsen. En als je vijf keer te laat op een afspraak bent gekomen doordat de fietsen op zijn, geloof je het verder wel. 

 
Wie meestal naar hetzelfde station reist, kan kiezen voor een ouderwetse stationsfiets. Maar ook die methode werd te populair. Stationsstallingen raakten verstopt met dit soort barrels, met een maximale parkeerduur van twee weken als gevolg. Daardoor is een stationsfiets eigenlijk alleen geschikt voor de echt regelmatige gebruiker en zelfs die moet na iedere vakantie een nieuwe fiets kopen. 

 
Een oplossing zou kunnen liggen in hét handelsmerk van het type aardrijkskundeleraar: de vouwfiets. Je staat weliswaar voor joker en je trapt je ongelukkig met die kleine wieltjes, maar wanneer een beetje handige startup zich over de  vouwfiets-verhipstering ontfermt, kan het zomaar de sleutel zijn tot rimpelloos fiets-treinverkeer.

Voor een poosje althans, want zodra het er al te gelikt uit gaat zien en de wachtrijen bij de OV-fietsenstalling er lucht van krijgen, raken de treinen er in no time mee verstopt en ben je als vouwfietser persona non grata in de spits en op populaire trajecten.  

 
Misschien ligt de beste kans nog wel in de klimaatverandering. Als het steeds vaker en heviger gaat regenen verdwijnen veel treinfietsers vanzelf weer de file in. Maar of dat nou zo aantrekkelijk is? Dan heb ik geloof ik nog liever die natte tosti.’


Dit artikel komt uit Verkeer in beeld 04/2017