De valkuil van smart mobility
Ik verklap de valkuil maar meteen: de valkuil is een echte ingenieurs-kramp: paternalisme. Je moet niet over mensen, maar met mensen praten. Smart mobility is geen excuus om verder alleen nog over mensen te praten… Denk niet ‘ik weet wel wat goed is voor ze, dankzij data'.
Leer van 1984
Smart mobility kan leren van verkeersveiligheid. Al in 1984 verscheen er een SWOV-publicatie over het belang van ICT-techniek voor verkeersveiligheid. Immers, wat is er mooier dan wanneer techniek alle verkeersveiligheidsproblemen voor de mens oplost? Ook dat ging over de mens en niet met de mens.
En in de praktijk viel de veiligheidswinst tegen. Sterker: verkeersonveiligheid is er nog steeds - en hoe. De eerste auto’s met ABS hingen bij glad weer als eerste in de vangrail. Ze konden namelijk toch niet slippen. Berichten dat leaseauto’s met rijtaakondersteuning meer schade rijden en de theorie van compensatiegedrag, kennen we zo langzamerhand ook. Sterker: de doelgroep vraagt de garage om alle aanwezige rijtaakondersteuning in hun nieuwe auto te laten deactiveren. Want de rijtaakondersteuning piept en bibbert.
Dialoog aangaan
Met techniek alleen los je problemen van de mens niet op. De mens kent namelijk een dodelijke combinatie: die van enerzijds slimmer zijn dan Smarttech en anderzijds die van fouten maken. Smart mobility vraagt om dialoog met verkeersdeelnemers - en daarbij kan data wel heel goed helpen. De term ‘Smart’ stelt ons impliciet de vraag wat er echt belangrijk is voor de verkeersdeelnemer.
En wat belangrijk is, is volgens mij,niet de data of de techniek, maar het vinden van een betere samenhang tussen de verschillende componenten van het verkeerssysteem. En aan de andere kant kan de data wel zicht bieden op eventuele averechtse en ongewenst effecten. De bottom line: blijf in gesprek met de mens.