Eén grote Wie is de Mol-ervaring
Zo in de eerste maanden van het jaar wordt een aanzienlijk deel van de nationale hersencapaciteit gekaapt door Wie is de Mol. Vorig jaar ging ik midden in het seizoen verhuizen en bleek van vier hoog naar beneden sjouwen van dozen en meubels verrassend veel overeenkomsten te hebben met een WIDM-opdracht. Het hielp ook enorm dat we hulp hadden van een semi-professionele Bulgaarse verhuizer genaamd Jan, die beneden met een sigaret in zijn mondhoek het werk stond te overzien en onduidelijke bevelen gromde. Voor wie er voor open staat is ook het verkeer één grote Wie is de Mol-ervaring.
Door Elise Fikse
Mensen doen rare dingen
Bij WIDM zie je bij ongeveer elke opdracht hoe de deelnemers braaf staan te knikken bij de uitleg van een spel om vervolgens totaal iets anders te doen dan besproken. In het verkeer is dat niet anders. Er is een zekere consensus over de regels maar zodra we de weg op gaan laten we die volledig varen. Met name fietsers maken er een potje van. Automobilisten kunnen er ook wat van, met hun snelheidsovertredingen en parkeerfratsen, maar zij honoreren in elk geval meestal de meest basale regels over rijrichting en voorrang. Dat kunnen we van de fietser niet zeggen.
Spreiden, spreiden, spreiden
In veel steden wordt flink ingezet op brede fietspaden, om zo de doorstroom te verbeteren. Niks mis met een lekker breed fietspad, maar het lijkt hetzelfde effect te hebben als meer asfalt op de snelweg: door de aanzuigende werking is het binnen de kortste keren weer net zo druk, alleen ben je met meer. Spreiden is dan effectiever. Fietsers zijn als water: ze kiezen de weg van de minste weerstand. Waarom om het plein heen als je ook een Pythagorasje kunt doen? Gelukkig is de stroming van water makkelijk te verleggen. Leg een blokkade op de juiste plaats en het neemt een andere weg. Haal een paar verkeerslichten weg op een alternatieve route en de fietser fietst met liefde een stukje om.
Kijk uit voor tunnelvisie
Les voor verkeerskundigen: ga niet te veel uit van je eigen ervaring. Je kunt het meest waanzinnige plan uitdenken voor betere doorstroming in de stad, of denken dat je superduidelijk bent in je verkeersborden en regelgeving, snapt niemand er iets van of lapt iedereen het aan zijn laars. Vuistregel: als je borden op moet hangen zoals: ‘Let op! Fietsers geen voorrang!’, dan deugt de situatie waarschijnlijk niet.
Trust no-one
In het verkeer geldt het aloude adagium van mijn moeder: voorrang hebben is iets anders dan voorrang krijgen. Misschien niet de meest holistische levenshouding, maar zolang er geen semi-professionele verkeersregelaar de boel overziet en bevelen staat te grommen, is dat waarschijnlijk je beste optie.