Meer duidelijkheid voor de (e-)fiets
In Wijk bij Duurstede beleef je als fietser op één en dezelfde rotonde geen eenduidigheid. Aan de rand van de gemeente ligt de Romeinenbaan, de N229. Bij de verschillende rotondes van de Romeinse baan ligt de fiets in de voorrang. Maar bij de aansluiting van de Hordenweg, een ondergeschikte inprikker, is de fietser uit de voorrang. Bij de ene fietsoversteek ligt de fiets in de voorrang, bij de andere fietsoversteek ligt de fiets uit de voorrang, op één en dezelfde rotonde (link). Verkeerskundig wellicht best uitlegbaar, maar voor de fietser is het geen logische situatie. Laten we niet alleen afspreken op welke rotonde fietsers in de voorrang en op welke rotonde fietsers uit de voorrang rijden, en ook dat de voorrang voor fietser op één en dezelfde rotonde eenduidig is voor alle oversteken… dus: ofwel allemaal in de voorrang, ofwel allemaal uit de voorrang!
Speed pedelecs
Op eenzelfde manier speelt de vraag of een speed pedelec (de snelle elektrische fiets met bromfietskenteken!) nog wel ‘een fiets met trapondersteuning’ is of gewoon een ‘elektrische bromfiets’ (waar je overigens mee moet trappen). De discussie of speed pedelecs wel of niet op snelfietspaden en fietspaden horen, dreigt daarmee op een soortgelijke manier in een stammenstrijd te eindigen. Ik denk dat er maar één logische oplossing is: op het fietspad rijdt de speed pedelec als een fiets, dus tot 25km/u. Op de rijbaan rijdt de speed pedelec als een bromfiets, op volle snelheid. Laat de berijder van de speed pedelec zelf maar kiezen. Dan kan je in volle vaart met de speed pedelec naar je werk en op de terugweg je kinderen bij de opvang ophalen en samen met de kinderen rustig naar huis fietsen. De keuzevrijheid geldt dan ook meteen voor wielerpelotons en andere verkeersdeelnemers, die te snel zijn voor het fietspad. Eigenlijk is het niet wezenlijk anders dan een auto, die in de bebouwde kom rustiger rijdt dan erbuiten.