Met de auto naar de basisschool. Of toch maar niet?

maandag 31 augustus 2015
timer 5 min
De scholen zijn weer begonnen. Jaarlijks belanden er 600 kinderen in de leeftijd van 0 tot 14 jaar in het ziekenhuis na een verkeersongeval, waarvan 35 zelfs overlijden (1). Dit zorgt ervoor dat ouders voor een moeilijke keuze staan: breng ik mijn kind naar school of kan het zelfstandig gaan? Helaas kiest een steeds grotere groep ouders ervoor om hun kinderen met de auto naar school te brengen. Onbewust vergroten ze hiermee de verkeersonveiligheid, zowel op de korte als lange termijn.

De praktijk laat zien dat de huidige wijze van voorlichten geen blijvend effect heeft. Aanvullende ingrepen door gemeenten en andere instanties zijn nodig om ouders bewust te maken en hun vervoerskeuze te beïnvloeden. ‘Jong geleerd is oud gedaan’ biedt hierbij de sleutel tot positieve verandering.

 

Gevoel van onveiligheid 

Zoals gezegd staan de ouders vandaag de dag voor een dilemma; als ik mijn kind naar school breng, doe ik dat dan te voet, op de fiets of met de auto? Helaas kiest een steeds grotere groep ouders ervoor om hun kinderen met de auto naar school te brengen (2). Voor veel ouders is hun beleving van de verkeersonveiligheid bij of op weg naar school een belangrijke reden om voor de auto te kiezen. Gevraagd naar de oorzaak van dit gevoel noemden ouders lastig of gevaarlijk geparkeerde auto’s bij school en hard rijdende auto’s.

 

Een situatie waar zij dus veelal zèlf aan bijdragen door de auto te nemen. Kortom, een vicieuze cirkel waar je lastig uitkomt. Vanuit de gedragskunde spelen hierbij verschillende aspecten mee die vaak onderbelicht blijven in dit proces. Zoals het gevoel van veiligheid dat ouders ervaren wanneer ze in de auto zitten in plaats van op de fiets. Dit gevoel van relatieve veiligheid maakt dat ouders het risiconiveau dat zij in hun eigen gedrag acceptabel achten hoger leggen: zij gaan zelf risicovoller gedrag vertonen zonder te beseffen dat ze daarmee zelf bijdragen aan een toenemend gevoel van onveiligheid bij de andere ouders en kinderen (Constant Risico Theorie).

 

Onderzoeksrapport

In mijn onderzoeksrapport Om(_)scholen naar veilig haal- en brenggedrag (3) ga ik hier verder op in. Daarnaast geldt ook nog dat het aantal ouders dat hun kind met de auto naar school brengt zo groot is geworden dat het normaal en geaccepteerd is geworden om dit te doen. Daar waar het vroeger iets was voor diegenen die geen keus hadden, is het nu de normaalste zaak van de wereld. De sociale norm is de afgelopen 10 jaar aanzienlijk verschoven. Twee interessante gedragskundige aspecten die helaas leiden tot onveilige situaties voor kinderen rondom scholen.

 

Jong geleerd is oud gedaan

En dat niet alleen, de negatieve effecten van de keuze voor de auto gaan veel verder dan de schoolomgeving alleen. Veel ouders onderschatten de baten die het kind ondervindt door al op vroege leeftijd zelf actief aan het verkeer deel te nemen. Waarnemingsvermogen, fysieke conditie, motoriek, risico-inschatting en sociale omgang in het verkeer worden stukken minder ontwikkeld op de achterbank van papa’s auto dan op de fiets of te voet. Mijn overtuiging is dat de verkeersonveiligheid onder verkeersdeelnemers in de leeftijd van 12 tot 24 jaar in belangrijke mate te wijten is aan het gebrek aan oefening en begeleiding in het verkeer op de basisschoolleeftijd.

 

Dit sluit ook aan bij de menselijke ontwikkelcurve, waarin kinderen juist op basisschoolleeftijd belangrijke kennis en ervaring opdoen door interactie met hun omgeving. Ik pleit dan ook voor het meer stimuleren van fietsen en lopen naar school voor basisschoolleerlingen en een intensivering van de middelen die we hiervoor kunnen inzetten, zoals het aanmoedigen van de ouder om de auto te laten staan door middel van voorlichting, infrastructurele ingrepen en andere prikkels. Het gezegde ‘Jong geleerd is oud gedaan’ betekent niet voor niets: hoe eerder men iets leert, des te langer en beter de vaardigheid zal blijven.

Beïnvloeden beslissende ouder 
Alhoewel er gelukkig steeds meer aandacht voor het thema is, zeker rond deze tijd van het jaar als organisaties als Veilig Verkeer Nederland (VVN) en de ANWB hun campagnes lanceren, lijkt het effect op de bepalende ouder minimaal. Wat maakt dat zo weinig ouders iets doen met de argumenten die deze campagnes aandragen? De huidige situatie laat zien dat er meer nodig is dan alleen informatie zenden; aanvullende prikkels richting met name de ouders zijn gewenst.

 

Gemeenten stellen echter onvoldoende tijd en budget beschikbaar. Ze beseffen onvoldoende dat zij de verbindende schakel zijn tussen de scholen (en daarmee ook de ouders) en de instanties die verkeerseducatie uitvoeren. Gemeenten nemen volgens mij onvoldoende hun verantwoordelijkheid voor een veilig verkeersbeleid en verkeerseducatie bij basisschoolleerlingen.

 

Extra inspanning gemeenten nodig

Veilig naar de basisschool begint weliswaar bij ouders die de auto moeten laten staan, maar dat doen ze niet zomaar. Hierbij is extra inspanning van gemeenten nodig, net als een intensievere samenwerking met scholen en uitvoerende instanties voor verkeerseducatie. Dit helpt ouders in hun afweging hoe ze hun kind naar school laten gaan. Het helpt overheden met het prioriteren van infrastructurele ingrepen. En bovenal, het helpt het kind zelf, dat al fietsend en lopend leert hoe het zich veilig in het verkeer moet gedragen. En daar heeft het zelf en iedereen om zich heen een leven lang plezier van.

 

Noten

1 Bron: ANWB
2 Eenderde van alle kinderen wordt met de auto gebracht en gehaald (KPVV, 2013)
3 Neem contact op met Martijn als u zijn onderzoeksrapport toegestuurd wilt krijgen

Auteur: Martijn van de Lindeloof - Adviseur Mobiliteit en Gedrag Grontmij