'Open parkeerdata hoeft niet volledig en altijd accuraat te zijn'
Applicatiebouwers maken zelf een inschatting of het voor parkeerders noodzakelijk is dat de parkeerdata (nagenoeg) volledig en altijd accuraat is. Desgewenst kunnen ze aanvullend marktonderzoek doen.
De markt bepaalt
De markt en de parkeerder in laatste instantie bepalen uiteindelijk. Als er applicaties op de markt komen die de parkeerder niet wenst om wat voor reden dan ook, zullen ze uiteindelijk verdwijnen.
Voorbeelden
Een treffend voorbeeld in weliswaar een andere markt is de app “Buienradar”. Buienradar is lang niet altijd volledig en accuraat. Soms regent het toch terwijl de app aangeeft dat het droog zal zijn. Toch is de app succesvol en hebben reguliere weer apps zoals Weeronline nu ook een Buienradar. Zo zijn er veel meer diensten die niet volledig en accuraat zijn maar toch succesvol zijn. Denk bijvoorbeeld aan beleggingsbladen en beursgoeroes die prognoses over beursfondsen verkopen. Uit onderzoek blijkt dat een aap die pijltjes gooit het vaak beter doet. Toch vinden deze prognoses gretig aftrek.
Conclusie
De markt bepaalt. Voor gebruikers is een redelijke indicatie al voldoende. De open parkeerdata hoeft niet (nagenoeg) volledig en altijd accuraat te zijn. Als de gebruikswaarde van de app maar groot genoeg is. Een gebruiker wil houvast in een onzekere omgeving. En wil verder zelf beslissen om het advies op te volgen of niet.
Een andere vraag is of het voor gemeentes wenselijk is als open parkeerdata (nagenoeg) volledig en altijd accuraat is. Vanuit de optiek van het volledig voorkomen van ongewenst zoekverkeer niet. Een app met parkeerdata is echter beter dan niets. Verbetering van de open parkeerdata kan geleidelijk plaatsvinden.
