Risicobenadering: de andere hersenhelft
Na de grootse en meeslepende ambities voor risicogestuurd denken in het Strategisch Plan Verkeersveiligheid, lijken we nu snel terug te vallen in het oude ongevalgestuurde denken. Na ingewikkelde stroomdiagrammen is de aanbeveling om snel van start te gaan met het ongevallendenken, eigenlijk wat we altijd al deden. En ook met de 500 miljoen rijkssubsidie lijkt het die kant op te gaan.
De linker en de rechter hersenhelft
Toch is de risicobenadering niet dood. Het betere risicodenken gebeurt in Rotterdam. Goed denkwerk, goede bestuurlijke besluitvorming, goede toepassing. Alle reden om eens door te denken over wat het risicodenken voor een wegbeheerder betekent. In het echt. Stel: we weten waar de risico’s liggen. En we weten waar de ongevallen gebeuren, al wisten we dat al veel langer.
Als ongevallendenken de ene hersenheft is en de risicobenadering de andere hersenhelft, dan kan je ze apart houden: ongevallen gebruiken om terug te kijken - de achteruitkijkspiegel - en risico gebruiken om vooruit te kijken - de voorruit. Om de twee hersenhelften apart te gebruiken, dat zou een dwarslaesie betekenen, om in de beeldspraak te blijven.
De open deuren
Stel er is op een weg of kruispunt sprake van een laag risico en er gebeuren ook geen ongevallen. Mooi. Of er is een hoog risico en er gebeuren in het echt ook veel ongevallen. Oei. In het middelmatige gebied kunnen we wat nauwkeuriger prioriteiten met maatregelen stellen. We weten dan nauwkeuriger wat we al lang wisten en intussen we hebben vooral tijd en geld verloren. Maar blijf niet in deze gedachte hangen. Interessanter wordt het wanneer er juist verschillen zijn tussen risicodenken en het ongevallenbeeld.
Hoog risico zonder ongevallen
De eerste categorie is wanneer er sprake van een hoog risico is, maar wanneer er geen ongevallen plaatsvinden in de praktijk. Het is dom geluk of het is goed gedrag van oplettende verkeersdeelnemers… en als het onverhoopt een keer mis gaat, dan lijkt het probleem bij de wegbeheerder te liggen. Het kan dan meteen een aanleiding zijn om een wegbeheerder aansprakelijk te stellen voor verwijtbaar tekortschieten. In dit geval moet de wegbeheerder aan de bak.
Laag risico maar intussen wel veel ongevallen
De tweede categorie is wanneer er een laag risico bepaald is, maar er intussen wel ongevallen gebeuren. het kan domme pech en toeval zijn, maar ook slecht gedrag van verkeersdeelnemers kan hier een verklaring zijn. Snelheid kan nog wel in de risicobenadering meegenomen worden, maar gedrag is meer dan snelheid: oplettendheid, huftergedrag, menselijke fouten, enzovoorts. Handhaving en educatie liggen dan voor de hand. Een wegbeheerder heeft in elk geval een reden om toch nog eens buiten te gaan kijken en om de ernstige ongevallen goed te analyseren.
De moraal is en blijft: met hersenen kan je goed denken, maar verkeersongevallen voorkomen doe je met doordacht handelen.