Movinnio zet eerste stap naar integrale mobiliteit

donderdag 13 maart 2014
timer 5 min
De aftrap van het jaarthema Integrale Mobiliteit van het vernieuwde Movinnio is een feit. In een divers gevulde zaal in de Aristo Utrecht werden de eerste kaders geschetst onder leiding van Felix Wigman van BRO. “Innovatie zit meestal verscholen in segmenten, maar we moeten op zoek naar de integraliteit”, zo stelde Wigman. “Het voornaamste doel van vandaag is bewustwording creëren van de lopende processen en de mogelijke gevolgen voor de mobiliteit.” In de discussiesessie ging hij in op de ontwikkelingen waarbij de binnenstad en de relatie met mobiliteit centraal staan.

Slagen maken

Het komende jaar wil Movinnio samen met een team van experts het jaarthema verder op de kaart zetten en daadwerkelijk slagen maken. Er zijn drie gebiedstyperingen relevant voor integraal mobiliteitsbeleid: grootstedelijk gebied, regiosteden en de ‘rafelranden’. Daarbij spelen de kernonderdelen centrumfunctie, stationsomgevingen, werkomgevingen, verdienmodel en demografische transitie een belangrijke rol. “We proberen dit jaar niet op alles antwoord te geven, maar ons vooral te concentreren op deze punten”, licht Wigman toe. “We zullen samen de discussie moeten gaan voeren.”

Conjunctureel versus structureel

De bevolkingsomvang en –samenstelling is aan verandering onderhevig, evenals het consumentengedrag, zowel on- als offline. Dit zijn zonder meer structurele veranderingen. De dalende vastgoedprijzen, de dalende consumentenbestedingen – het is ‘the age of cheap’ - en bezuinigingen lijken conjuncturele veranderingen, maar is dat ook zo? Wigman: “Het is nu crisis, maar we komen nooit meer terug op het oude niveau; de waarde van vastgoed wordt bepaald door de functie. Bovendien is de verkleining van het overheidsapparaat eveneens een structurele ontwikkeling.” De leegstand willen invullen lijkt een heilloze weg, maar er zijn kansen en de crisis leidt ook tot vernieuwing. Zo zet de schaalvergroting door. De Primark is hiervan een goed voorbeeld, waarvan naar verluid maximaal 25 vestigingen in Nederland worden geopend, alleen in de grote steden. Of de retail gaat juist de niche opzoeken, bijvoorbeeld met een overhemdwinkel. Ook zal er een verschuiving in de openingstijden plaatsvinden: structureel open tot zeven uur ’s avonds en elke zondag bijvoorbeeld.

Positie winkelgebieden verschuift

Wat betekenen deze trends en ontwikkelingen voor centrumgebieden? Vroeger had je de kern (het A-gebied) en de schil met B- en C-locaties. Dat beeld is aan het veranderen. De kern is nog steeds goed, maar de randen zijn aan verandering onderhevig. Als de circuitvorming goed is, ben je in staat goed in te haken, maar de gebieden die daarbuiten vallen verdwijnen. In die gebieden moet je nadenken over transities. Speel bijvoorbeeld in op de verandering in consumentengedrag. Wie goed wordt geïnformeerd over wat er in de stad te doen is, is eerder geneigd nog even door te lopen. Hoewel dit nog enorm in ontwikkeling is, kunnen we nu al nadenken wat voor effect dat heeft op mobiliteit. Grote binnensteden functioneren nog goed, middelgrote winkelcentra ook nog redelijk, maar de centra in de randgebieden hebben het moeilijk. Kijk je naar het profiel van binnensteden, dan draait alles om de beleving, de attractiewaarde. De functiemix wordt steeds belangrijker: wonen, werken, ambacht en maatwerk gaan steeds meer samenvloeien.

Sterk wordt sterker, zwak wordt zwakker

Wat de Nederlandse centrumgebieden betreft wordt sterk steeds sterker en zwak steeds zwakker, daar moet slim op worden ingespeeld. Utrecht heeft bijvoorbeeld een sterk centrum. Hier is bijna geen leegstand, terwijl de auto maar beperkt wordt toegelaten. In een stad als Heerlen moet je dergelijke maatregelen niet nemen. “Veel steden worstelen er echter mee gevoel te krijgen bij de ontwikkelingen”, aldus Wigman. “Want wanneer spreken we over harde data en wanneer over een hype? In een risicovolle tijd als deze is het extra lastig de juiste afweging te maken. Onduidelijk stedelijk beleid houdt de markt tegen te investeren. Kijk goed naar de trends en ontwikkelingen, maar ook naar de typering van de bewoners en hun motieven. Denk beter na over investeringen, dan krijg je de markt ook eerder mee. Hier liggen enorm veel kansen. We moeten op zoek naar structuur, gebaseerd op de trends en ontwikkelingen, wat is korte termijn en wat structureel. Maak ruimtelijk goede keuzes maar laat binnen die ruimte de ontwikkeling wel zijn gang gaan.”

Mobiliteit specialist kan koers uitzetten

Hoe ga ik als mobiliteit specialist mijn rol hierin aannemen? Een vraag die hardop werd uitgesproken in de zaal. Wigman geeft als belangrijkste boodschap mee de huidige ontwikkelingen en trends goed inzichtelijk te krijgen. In zekere zin is dit nog redelijk ongrijpbaar, maar een koers uitzetten en de korte en lange termijn verbinden is iets waar overheid en markt de komende jaren mee aan de slag kan. Dagvoorzitter John Stohr van BRO: “Het betoog van Felix is het vertrekpunt. Het is nu zaak dat er bijvoorbeeld werkgroepen ontstaan. Als we volgende week een presentatie konden geven met een kant-en-klare oplossing voor binnensteden dan waren we klaar, maar we zitten middenin de transitie. Laten we met elkaar stappen zetten, deze herkennen en erkennen.” Een van de experts van het jaarthema, Jaco Devilee van de gemeente Den Haag, geeft aan dat het zaak is uit te zoeken waar de kansen en valkuilen liggen om vervolgens daadwerkelijk innovatietrajecten in gang te zetten. “Een mooi startpunt is de uitrol van drie informele popup-sessies met een informeel brainstorm karakter, bij voorkeur met een gemengde groep voor de beste kruisbestuiving.” Op 2 april vindt de eerste sessie plaats in Den Haag. Nadere informatie volgt! John Stohr sluit af met een mooie oneliner: “Innovatie is pas geslaagd als het een verandering is, en daar willen we naartoe.”

 

Meer weten over het nieuwe Movinnio? Kijk op www.movinnio.nl en/of vraag de Innovatiebundel Mobiliteitsknooppunten aan via redactie@acquirepublishing.nl.