‘Mobiliteitswereld kan innovatie goed gebruiken’
In de mobiliteitswereld is weinig ruimte voor echte innovatie, vindt Alwin Bakker, CEO van The Future Mobility Network. Tijd om dat te veranderen. “We moeten wel, want het huidige systeem loopt vast. In de gebouwde omgeving liggen veel kansen voor integratie van nieuwe mobiliteitsoplossingen. The sky is the limit.”
Waar blijven ze, die innovatieve nieuwe vervoersvormen? Denk aan bezorgrobot, vliegende auto’s of autonome shuttles waarover het de afgelopen jaren meer dan eens ging. Maar het hapert nu. Alwin Bakker ziet het met lede ogen aan. “Enkele jaren geleden kwam het innovatieve denken in de mobiliteitssector op en hadden we zelfs een Experimenteerwet. Maar de focus ligt de laatste jaren op kosteneffectiviteit. Dat gaat slecht samen met innovatie en leidt juist tot stagnatie. Daardoor zien we weinig echte mobiliteitsinnovaties, maar vooral doorontwikkeling van traditionele vervoervormen.”
Het kan wél
Bakker merkte in een vorig leven als ‘innovatieve ambtenaar’ hoe je zelf als ambtenaar wel degelijk kon innoveren. Vanuit die mindset startte hij zes jaar geleden een nieuwe startup: the Future Mobility Network. “Innovatie is geen doel op zich, maar ik wilde verandering aanjagen. Verbeteren. Door middel van slimme mobiliteit steden verschonen. Verduurzamen. Vanuit de kennis die ik heb van de ambtelijke processen, wil ik doorgaan waar andere stoppen en met risico en lef echte innovaties neerzetten en uitrollen.”
Terwijl hij ooit startte met compagnon Joop Veenis zijn er inmiddels al twintig man in dienst. “Ons bedrijf zet nieuwe mobiliteitsvormen neer en laat het daarna landen in de stedelijke omgeving. We voerden al meer dan 500 projecten uit, uiteenlopend van implementatieplannen voor shuttles en robots tot en met programmamanagementklussen rondom mobiliteits- en verkeersmanagement. Maar we voeren ook gedragscampagnes uit, om mensen te verleiden de auto te laten staan.”
Overheid trapt op de rem
Recent werd nog een proef met een autonome shuttle van de Haagse ov-vervoerder HTM stilgelegd. Bakker, met zijn Future Mobility Network medeaandeelhouder van het bedrijf achter de shuttle. “Het speelveld rond innovaties veranderde vooral rond dat Stint-ongeluk in 2018. De overheid focust zich erg op verkeersveiligheid. Met de HTM-shuttle kregen we alleen kortetermijnontheffingen van de RDW (Rijksdienst voor het Wegverkeer). Dat werkt lastig als je langetermijntesten wilt doen. Terwijl we met onze negen shuttles, vier bezorgrobots en vier zelfvarende ferry’s in totaal nul ongelukken hebben gehad op openbare weg of water. Dus hoe reëel is dat angstbeeld?”
Een andere innovatie waar Bakker zich op richt is de ontwikkeling van drones. “Toen we daarmee bezig gingen, ontmoette ik een nieuwe RDW: de ILT (Inspectie Leefomgeving en Transport). Die had weinig haast, het ging vooral over wat er niet mag en kan. Ik vind dat de beperking niet het uitgangspunt moet zijn. Zo komt er nooit verandering op gang.” Ook daar is wederom de vraag hoe reëel het gestelde angstbeeld is, waaromheen wet- en regelgevingskaders gebouwd worden?
Afstappen van oude overtuigingen
Binnen de eigen test- en leeromgeving op het Future Mobility Park in Rotterdam voert The Future Mobility Network nog altijd proeven uit, middels de hinkstapsprongmethode. Bakker: “Bestaande adviesbureaus ontwikkelen vaak methodes en analyses, maar bij ons kunnen bedrijven en overheden praktijktesten doen met nieuwe mobiliteitsvormen. Onze visie en methodiek bestaan uit concreet dingen doen en ervaren. Sinds kort hebben we een hyperloopbaan staan, maar we testen bijvoorbeeld ook een dronetower, om vliegen met drones als serieus alternatief te gaan beschouwen. En we testen ook autonome systemen op afgesloten wegen. Daarna kunnen we deze innovaties sneller laten landen in de openbare ruimte.”
Maar daarvoor moeten overheden wel afstappen van oude overtuigingen. Dat kan soms knap lastig zijn. “Waarom zou je een nieuwbouwgebied met oude parkeernormen inrichten? Dat kan anders, maar er heerst wederom angst om de bestaande normen los te laten. Men is bang dat mensen niet kopen in nieuwbouwplannen met ‘minder’ parkeerplekken of andere mobiliteitsoplossingen. Dit zie je vooral terug in landelijk gebied. Mijn overtuiging is dat de tweede auto er per direct uit kan, door alternatieven aan te bieden zoals e-bikes, deelmobiliteit en ov, in combinatie met hubs.”
“Je kunt je afvragen of het in Nederland allemaal niet wat té streng is”, gaat Bakker door. “In landen om ons heen kunnen veel testen wel, die hier niet kunnen. Dat komt door de regels. Er is veel meer mogelijk als je niet in beperkingen denkt. Dat probeert The Future Mobility Network te laten zien. Niet om door heersende opvattingen heen te beuken, maar door met respect naar elkaars belangen te luisteren en vervolgens toch dingen voor elkaar te krijgen.”
Nieuwe projecten
Voor 2023 heeft Bakker meerdere speerpunten met zijn mobiliteitsbedrijf. Ten eerste wil hij volop verder met de mobiliteitsmanagementprojecten, om mensen te verleiden tot ander mobiliteitsgedrag. “Maar daarnaast willen we op afgesloten terreinen het automatisch rijden met shuttles en bezorgrobots ook doorontwikkelen. De volgende stap is om in de gebouwde omgeving deelmobiliteit neer te zetten en het uiterste doel, is om meer drones te laten vliegen. We moeten niet denken in beperkingen. Het huidige systeem loopt vast, dus we moeten deze verandering wel inzetten: the sky is the limit.”
Dit artikel is afkomstig uit het Trendboek Mobiliteit 2023. U kunt Trends 2023 hier gratis lezen.