Eindhovens mobiliteitsproject 'inspirerend, uitdagend én enerverend’
Diegenen die al een tijdje in de mobiliteitsbranche meedraaien, zullen het beamen: verkeer in de openbare ruimte managen is altijd een kwestie van flexibel, scherp en vindingrijk zijn. Toch vragen sommige projecten om nog wat extra denkwerk en souplesse, zo weten verkeersplanoloog Erik van Hal van gemeente Eindhoven en Bart van Hussen, eigenaar van adviesbureau Empaction parkeer- en mobiliteitsprofessionals. Het project Gebiedsontwikkeling Internationale Knoop XL is daar het lichtend voorbeeld van.
Het Eindhovense project is grondig, omvangrijk en langlopend; de planning gaat door tot zeker 2040. En omdat mobiliteit slechts één onderdeel van de transitie is, moet ieder idee in het gehele ontwikkelplan passen. Dan zijn er nog de vele stakeholders die bij het project betrokken zijn. En gedurende de transformatie dient de stad te allen tijde bereikbaar te blijven. “Dat alles levert veel hoofdbrekens op”, aldus Van Hussen. “Maar als het dan uiteindelijk allemaal samenkomt is de euforie des te groter. We kunnen dan ook niet wachten tot de eerste ontwikkelingen gerealiseerd zijn.”
De identiteit van Internationale Knoop XL
In het noordelijke deel van het Eindhovense stationsgebied wordt de komende jaren maar liefst 55 hectare grond (her)ontwikkeld als onderdeel van de Brainportregio. Er komt vooral ruimte voor wonen, maar ook voor werken, onderwijs én cultuur. “Het centrum stopt nu aan de zuidkant van het station. Maar door het ontwikkelgebied erbij te trekken, wordt het een groot geheel”, aldus Van Hal. “Kom je in de toekomst op Eindhoven Centraal aan, dan zie je – waar je ook kijkt – in één oogopslag waar onze regio voor staat. Het wordt een plek waar je langere tijd verblijven wilt.”
Momenteel werkt een team van experts aan concretisering van de plannen. Zo is Empaction samen met de gemeente Eindhoven betrokken bij het uitdenken van het vraagstuk rond parkeren en mobiliteit. Maar ook zaken als bouwvolumes, -hoogtes en -grenzen, voorzieningen, klimaatadaptatie en groen, de energiestrategie en gebiedsidentiteit nemen inmiddels steeds vastere vormen aan. Van Hussen: “Per bouwgebied worden de projectkaders in clusterpaspoorten uitgewerkt. Daarbinnen mogen ontwikkelaars zich vrij bewegen. Omdat in zo’n paspoort allerlei deelthema’s samenkomen, moet je vooraf een denklijn voor het hele gebied uitzetten. En steeds stilstaan bij de vraag: hoe flexibel is die lijn? Want hetgeen we nu bedenken, is over 20 jaar waarschijnlijk niet meer heel reëel.”
Van drukke verkeersader naar autoarme wijk
Belangrijk onderdeel van de gebiedsvisie voor het terrein ten noorden van het stationsgebied? De wijk moet auto-arm worden en de afhankelijkheid van het voertuig minder groot. “Nu bepalen beton, asfalt en auto’s het straatbeeld. Zo loopt dwars door het gebied nu nog de Fellenoord, een van de drukste verkeersaders van Eindhoven, waar dagelijks zo’n 30.000 auto’s passeren”, zo legt Van Hussen uit. “Maar door volop in te zetten op een autoluwe stadsboulevard, meer deelmobiliteit en een grootschalige verbetering van het multimodaal vervoersknooppunt Eindhoven Centraal met een nieuw busstation, wordt het een compleet ander gezicht.”
In de gebiedsvisie werd eerder al beschreven: de openbare ruimte is aan een volledige transformatie toe. Fietsers en voetgangers komen terug op het maaiveld, die zijn nu verstopt in tunnels. Een uitdaging van formaat, maar tevens een belangrijke stap voor het totaalproces. “In het gebied kunnen potentieel veel nieuwe woningen gebouwd worden, mits er in de nieuwe situatie sprake is van een fundamenteel andere infrastructuur”, aldus verkeersplanoloog Van Hal. Het bestaande verkeersprofiel van de Fellenoord wordt versmald en vergroend. En het busstation Neckerspoel bij Eindhoven Centraal zal – met geldelijke ondersteuning van het Rijk – ondergronds worden gebracht.
“De optimale situatie voor deze vervoersknoop. Er ontstaat dan een aantrekkelijk stationsplein met ruimte voor voetgangers. En de financiële handreiking laat daarnaast zien dat ook het Rijk het belang van een toekomstbestendige vervoersknoop én een duurzame ontsluiting in dit nieuwe woongebied onderschrijft. Net als bij ieder ander onderdeel van het geheel moeten we deze transformatie nu zó inregelen dat er zo min mogelijk hinder van ondervonden wordt.”
Inspirerend en enerverend door externe factoren
Ook veel andere plannen die op stapel staan, staan niet op zichzelf en moeten zorgvuldig in de overkoepelende planning worden geplaatst. “Is er bouwruimte nodig op een bepaalde plek voor woningontwikkeling, dan kun je daar niet tegelijkertijd een bustunnel realiseren.”, zo legt Van Hussen uit. “En alles kan op papier dan goed klinken, in de praktijk lopen dingen soms anders dan gepland. Zo hebben we onder andere te maken met veranderingen in koopkracht. Door zulke factoren komen specifieke projecten mogelijk in een versnelling terecht. Of worden ze juist vertraagd. Dan sluit die hele complexe planning opeens niet meer op elkaar aan, en moet je zaken herzien.”
Het maakt de ontwikkelingsbegeleiding van Internationale Knoop XL extreem complex. “Maar ook een inspirerende en enerverende opdracht om uit te voeren. Want uiteindelijk kan enkel de tijd ons leren wat de toekomst daadwerkelijk brengen gaat. En of we over 20 jaar gebruiken wat we nu zo weloverwogen hebben bedacht’, zo besluit de Empaction-directeur.