De Regio Groningen-Assen is door het Rijk aangewezen als één van de zestien NOVEX-gebieden: gebieden die bijdragen aan het realiseren van de landelijke woningbouwopgave. Meer dan 11.000 woningen worden gebouwd in de 'Westflank' van Groningen (tussen A7, ringweg en N355). Dit betekent bijna een verdubbeling van het aantal woningen en inwoners in de komende twintig jaar: een lokale en regionale uitdaging.
Woningbouw en bereikbaarheid in Groningen

Foto: Shutterstock
In 2022 hebben Rijk en Regio besloten onderzoek te doen naar maatregelen om de Westflank bereikbaar en leefbaar te houden. Dit onderzoek is uitgevoerd volgens de spelregels van het Meerjarenprogramma Infrastructuur, Ruimte en Transport (MIRT).
Huidige problematiek
De huidige Westflank is onsamenhangend qua ruimtelijke ordening en verkeersstructuur, met barrières voor voetgangers en fietsers. Er is sprake van diverse infrastructurele barrières zoals de westelijke ringweg, spoorlijnen, waterwegen en (voormalige) bedrijventerreinen. De zware bedrijvigheid, zoals de vrachtritten van de suikerfabriek, beïnvloedt de leefbaarheid en verkeersveiligheid in het gebied.
Scenariobenadering PBL
Er is onderzoek gedaan naar de huidige en toekomstige problematiek, met realisatie van de woningbouw tot en met 2040. Hiervoor is een multimodaal verkeersmodel van de gemeente Groningen benut. Naast de auto, zijn ook de fietsers en het ov gemodelleerd. Dit model biedt inzicht in zowel het aantal verplaatsingen als de vervoerswijzekeuze in de Westflank. Om de ‘hoeken van het speelveld’ te verkennen, zijn de vier ruimtelijke scenario’s van het Planbureau voor de Leefomgeving gebruikt. De vier scenario's zijn uitgewerkt naar specifieke ruimtelijke scenario’s voor de Westflank en de omgeving. Woningen zijn deels op andere locaties geprojecteerd en er is gedifferentieerd in aantallen, typologie, dichtheden en functiemenging. In
bijvoorbeeld één scenario ligt de nadruk op hoog-stedelijke ontwikkeling voor woningbouw en commerciële bedrijvigheid. Een ander scenario focust op lokale ontwikkelingsbehoefte, waarbij de trek naar de stad minder sterk is en meer sprake is van ontwikkeling in de omliggende kernen. Een belangrijke conclusie is dat de bereikbaarheid, ondanks variatie in scenario's een uitdaging blijft. Hoewel de ernst van de problematiek verschilt.
Van ontwikkelprincipes naar maatregelpakketten
Rijk en Regio investeren gezamenlijk in de bereikbaarheid van de Westflank. Op basis van huidig beleid zijn vier ontwikkelprincipes geformuleerd. Deze zijn leidend voor het opstellen van maatregelen:
• Versterking van bestaand stedelijke gebied
• Toepassing van nabijheidsprincipes en een compacte stad
• Stimulering van de mobiliteitstransitie
• Borgen van de regionale bereikbaarheid
Het STOMP-principe is een uitgangspunt in het huidige beleid van Rijk en Regio. Dit principe vormt de basis voor een nieuw mobiliteitssysteem in de Westflank, met prioriteit voor fiets, lopen en ov. Op basis hiervan zijn maatregelpakketten opgesteld. De pakketten variëren in de mate van impact en kosten. Voorbeelden van maatregelen zijn:
• Het optimaliseren van de fijnmazigheid van het fietsnetwerk
• Het opzetten van deelmobiliteitshubs
• De maximumsnelheid op wegen verlagen van 50 km/u naar 30 km/u
• Het optimaliseren van het ov-netwerk
Ondanks maatregelen volgens het STOMP-principe blijven er uitdagingen in de bereikbaarheid over. Het autoverkeer in de wijken blijft bestaan, omdat er geen aantrekkelijk alternatief is om automobilisten naar andere routes te leiden.
Doorwaadbare stad
In Groningen is gekozen voor de ‘Doorwaadbare’ stad. De meest voor de hand liggende manier van verplaatsen is per fiets of te voet. Autorijden is mogelijk, maar niet altijd de snelste keuze.
De ringweg is fundamenteel voor de doorwaadbare stad. De focus ligt op het verminderen van (auto)verkeer en het aantrekkelijk maken van routes voor fietsers, voetgangers en ov. Het interwijkverkeer met de auto wordt via de ringweg geleid. Hierdoor worden alternatieven voor de auto de meest logische keuze.
Het gaat niet alleen om afwaarderen van wegen, maar ook om keuzes maken in belangrijke routes voor autoverkeer. De ringweg en (provinciale) hoofdwegen zijn belangrijk voor de autobereikbaarheid. Met name om te voorkomen dat autoverkeer door de wijken gaat rijden. De ringweg is cruciaal voor de regio, omdat voorzieningen in de stad geconcentreerd zijn en fiets en ov niet altijd realistische keuzes zijn. Hiervoor dient de ringweg in de basis goed te functioneren. Gelijktijdig vormt de westelijke ringweg een stedelijke barrière die geslecht moet worden.
Gezamenlijke ontwikkelagenda
In het onderzoek zijn nieuwe, integrale inzichten verkregen in het verkeerskundige functioneren van het gebied. Er is een evenwichtig pakket aan mobiliteitsmaatregelen opgesteld, dat zowel gevuld is met gebiedsbrede maatregelen (zoals een fijnmazig fietsnetwerk) als specifieke maatregelen (zoals de ontwikkelgebieden op de ringweg bij West End aansluiten en
opwaarderen). Ondanks de opwaardering van de westelijke ringweg en dankzij het STOMP-principe, neemt het autoverkeer af, terwijl het fietsgebruik toeneemt en sluipverkeer wordt ontmoedigt.
Gezamenlijk hebben Rijk en Regio een passend pakket van maatregelen opgesteld: de ontwikkelagenda. De voorgenomen investeringen vormen een solide basis voor het verbeteren van de bereikbaarheid en het faciliteren van de woningbouwopgave in de Westflank. Deze investeringen in de Westflank zetten de koers naar een bereikbare en leefbare toekomst.